Centraal- en Oost-Europa

c warning
Er liep iets mis. De pagina is tijdelijk onbeschikbaar.

Centraal- en Oost-Europa

Meest recente Economisch Vooruitzichten voor Centraal- en Oost-Europa

De Oost-Europese economieën ondergaan momenteel twee tegengestelde macro-economische krachten, zijnde enerzijds hogere door de VS opgelegde invoertarieven en anderzijds de op til staande budgettaire expansie in de EU gericht op de herbewapening van de lidstaten. In beide gevallen verwachten we dat de impact van deze externe factoren op de Oost-Europese economieën eerder gering zal zijn. Enerzijds is de blootstelling van Oost-Europa aan de Amerikaanse economie relatief beperkt en anderzijds zal de budgettaire multiplicator gerelateerd aan de (Duitse of binnenlandse) militaire uitgaven in het geval van Oost-Europa klein zijn. Aangezien beide effecten elkaar grotendeels kunnen compenseren, kunnen we vasthouden aan onze eerder conservatieve houding ten aanzien van herzieningen van de bbp-groeivoorspellingen.

Inzake regionale gebeurtenissen in Oost-Europa die volgens ons belangrijk zijn voor de macro-economische vooruitzichten, willen we de aandacht vestigen op de volgende punten: de licht ‘havikse’ beleidshouding op recente vergaderingen van de Tsjechische (CNB) en Hongaarse (NBH) centrale banken en de recente ontwikkelingen in Bulgarije die het land dichter bij het voldoen aan de convergentiecriteria hebben gebracht en dus bij toetreding tot de eurozone in 2026.

Toetreding Bulgarije tot de EMU

Laten we beginnen met Bulgarije, waar de politieke situatie eindelijk is gestabiliseerd. Dat heeft geleid tot kleine aanpassingen in onze voorspellingen voor het begrotingstekort en de overheidsschuld nu het land zich voorbereidt op toetreding tot de eurozone. Bulgarije heeft de Europese Commissie en de ECB een buitengewoon convergentieverslag gevraagd om de gereedheid van het land te beoordelen. Het parlement stemde voor een begroting die streeft naar een tekort van 3% in 2025, met aanpassingen in de jaren daarna. Hierdoor zou Bulgarije volgens ons kunnen voldoen aan de budgettaire convergentiecriteria.

De situatie inzake het voldoen aan het inflatiecriterium ziet er evenwel moeilijker uit (zie figuur COE1). Na een duidelijke convergentietrend benaderde de gemiddelde jaarlijkse inflatie in Bulgarije het Maastricht-criterium, zijnde een inflatie lager dan die van de drie best presterende landen van de eurozone plus 1,5 procentpunt. In december 2024 lag de Bulgaarse inflatie slechts 0,1 procentpunt hoger dan het criterium. In februari zakte de inflatie in Bulgarije zelfs 0,1 procentpunt onder het niveau dat het Verdrag van Maastricht voorschrijft. 

Begin 2025 verslechterde de inflatie op jaarbasis evenwel, van 2,8% in december naar 3,8% in januari en 3,9% in februari. De verslechtering werd veroorzaakt door de herinvoering in 2025 van een 20%-btw-tarief (voorheen 9%) voor meel, brood en restaurants en door prijsverhogingen beslist door de Regelgevende Commissie voor Energie en Water (voor huishoudelijke elektriciteit met 8,4% en voor gas met 8,0% in januari, voor gas met een extra 3,0% in februari). Daarbij komt dat de verwachte EMU-toetreding de prijzen op de woningmarkt sterk doet opveren. De bevolking is van mening dat de huidige prijzen nog altijd laag zijn in vergelijking met de eurolanden.

Tot februari hadden deze kortetermijneffecten praktisch geen effect op de gemiddelde jaarlijkse inflatie van de voorbije 12 maanden. Hoewel het volgens ons om eenmalige effecten gaat, zorgen ze voor onzekerheid over de strikte naleving van het inflatiecriterium in maart en april (relevant voor het convergentieverslag). Wat nu zeker is, is dat een mogelijke afwijking hoe dan ook miniem zou zijn. Al met al zou zo'n kleine afwijking, gezien het uitgebreide karakter van de convergentieverslagen, geen struikelblok mogen vormen voor de toelating van het land tot de eurozone.

Reken niet op budgettaire bazooka defensie

Voor Tsjechië behouden we onze bbp-groeiprognose op 2,1% voor 2025. De risico’s zijn wel neerwaarts gericht als gevolg van de zwakke buitenlandse vraag en investeringsvraag. Hoewel de jongste harde cijfers voor de Tsjechische economie nogal zwak uitkwamen, waren de vertrouwensindicatoren veeleer stabiel of zelfs beter.

Inzake de directe impact van de Duitse stimulus op het Tsjechische bbp verwachten we dat die op korte termijn zeer beperkt zal zijn, maar wel voor een kleine impuls voor de groei op middellange termijn kan zorgen. Vermeldenswaardig in dit verband is ook dat het Tsjechische parlement recent heeft ingestemd met de noodzaak om de defensie-uitgaven te verhogen van de huidige 2% van het bbp tot 3% van het bbp in 2030. Aangezien hogere defensie-uitgaven erg invoerintensief zijn, zal de bijbehorende budgettaire multiplicator allicht laag zijn (ramingen variëren van 0,3 tot 0,9). We verwachten bijgevolg dat de extra defensie-uitgaven de Tsjechische economie de komende jaren relatief weinig vraagimpulsen zullen geven. Wij ramen die op minder dan 0,1% van het bbp per jaar.

Intussen liet de CNB de beleidsrentes ongewijzigd en handhaafde zij daarmee een verrassend ‘havikse’ houding vanwege aanwezige inflatierisico's. De centrale bank verwacht dat de inflatie in de eerste helft van 2025 in het bovenste deel van de tolerantieband (1-3%) zal blijven. CNB-gouverneur Michl bestempelde de nieuwe begrotingsinjecties in infrastructuur en defensie in Duitsland als pro-inflatoir. We gaan ervan uit dat de CNB het laatste woord nog niet heeft gezegd en dat wellicht een standaardrenteverlaging van 25 basispunten zal worden beslist tijdens de mei-vergadering, wanneer nieuwe prognoses beschikbaar zijn. Hoewel wij daar in ons basisscenario niet van uitgaan, blijft een volgende ‘fine-tuning’ van de beleidsrente tot 3,25% tot de mogelijkheden behoren. Die zou er kunnen komen, mocht de prijsdruk sneller afnemen en/of het groeiherstel trager verlopen dan wij verwachten.

In Hongarije liet de centrale bank (NBH) haar basisrente ongewijzigd op 6,5%. Het was vooral uitkijken naar de persconferentie, omdat het de eerste was sinds de aanstelling van Mihaly Varga als nieuwe gouverneur en er nieuwe economische prognoses werden gepubliceerd. De jongste inflatiecijfers lagen boven de prognose van de centrale bank en Mihaly Varga benadrukte dat het inflatietraject dit jaar wellicht hoger zal uitvallen dan eerder verwacht. Daardoor heeft het bereiken van de inflatiedoelstelling vertraging opgelopen. Volgens de nieuwe prognose zou de gemiddelde inflatie in 2025 tussen 4,5-5,1% liggen en in 2026 tussen 2,9-3,9% Dit betekent dat de NBH haar inflatiedoelstelling mogelijk pas in de tweede helft van 2026 zal bereiken. De nieuwe gouverneur gaf verder nog te kennen dat er brede opwaartse risico's zijn in de inflatievooruitzichten. Ook wij hebben ons inflatievooruitzicht voor 2025 opwaarts bijgesteld, van 4,7% naar 5,0%.

De NBH-gouverneur benadrukte dat een voorzichtige en geduldige houding van het monetair beleid aangewezen blijft - niet alleen vanwege de opwaartse inflatierisico's, maar ook vanwege het handelsbeleid en geopolitieke spanningen (die de forint onder druk kunnen zetten). Dit betekent dat de NBH de huidige basisrente voor een langere periode kan handhaven. De mededeling past in de berichten van de NBH tijdens de voorbije maanden en bevestigt ons standpunt dat er mogelijk pas in het derde kwartaal weer een renteverlaging komt en dat een eventuele wijziging van de basisrente sterk zal afhangen van de inflatieontwikkeling in de komende kwartalen en van de ECB- en vooral ook Fed-beslissingen. We zien nog altijd een goede kans op één of twee renteverlagingen in het najaar. We denken immers dat de inflatie al in februari een hoogtepunt heeft bereikt en dat de Fed haar beleidsrente in de tweede helft van 2025 zou kunnen verlagen, wat de manoeuvreerruimte voor de NBH zou vergroten.

Voor Slowakije hebben we de bbp-groeiprognose verlaagd tot gemiddeld zo’n 2% voor de komende drie jaar. De neerwaartse bijstelling vloeit voort uit een verslechtering van het sentiment en de verwachtingen van huishoudens en bedrijven (zie figuur COE2). Een andere factor die speelt, is de dynamiek en structuur van het bbp aan het einde van het jaar. Ten slotte, maar niet minder belangrijk, geven zowel huishoudens als bedrijven aan bezorgd te zijn over de gevolgen van het pakket saneringsmaatregelen, dat een mogelijke transactiebelasting inhoudt, en over de onzekerheid die de hoge energieprijzen met zich meebrengen. Bedrijven stellen ook hun investeringen uit vanwege de heersende onzekerheid en de trage absorptie van EU-fondsen. Aangezien de Slowaakse economie erg afhankelijk is van de automobielsector, kunnen de vooruitzichten bovendien te optimistisch blijken, mocht de handelsoorlog verder escaleren.

Economische voorspellingen april 2025

Tsjechië

  2024 2025 2026
Reëel bbp (gemiddelde jaarwijziging, in %) 1,0 2,1 2,3
Inflatie (gemiddelde jaarwijziging, geharmoniseerde CPI, in %) 2,7 2,4 2,4
Werkloosheidsgraad (Eurostat definitie, in % van beroepsbevolking, einde jaar) 2,6 3,2 3,1
Begrotingsaldo overheid (in % van bbp) -2,8 -2,1 -1,9
Bruto overheidsschuld (in % van bbp) 43,3 44,3 44,7
Saldo lopende rekening (in % van bbp) 1,8 0,3 0,5
Woningprijzen (Eurostat definitie, gemiddelde jaarwijziging in %, bestaande en nieuwe woningen 4,5 5,4 3,5
    31/3/2025

Slowakije

  2024 2025 2026
Reëel bbp (gemiddelde jaarwijziging, in %) 2,0 1,9 2,2
Inflatie (gemiddelde jaarwijziging, geharmoniseerde CPI, in %) 3,2 4,1 3,0
Werkloosheidsgraad (Eurostat definitie, in % van beroepsbevolking, einde jaar) 5,1 5,2 5,2
Begrotingsaldo overheid (in % van bbp) -5,8 -4,9 -4,5
Bruto overheidsschuld (in % van bbp) 58,2 59,5 60,8
Saldo lopende rekening (in % van bbp) -2,0 -2,8 -2,5
Woningprijzen (Eurostat definitie, gemiddelde jaarwijziging in %, bestaande en nieuwe woningen 3,0 3,0 3,5
    31/3/2025

Hongarije

  2024 2025 2026
Reëel bbp (gemiddelde jaarwijziging, in %) 0,6 2,0 3,6
Inflatie (gemiddelde jaarwijziging, geharmoniseerde CPI, in %) 3,7 5,0 3,8
Werkloosheidsgraad (Eurostat definitie, in % van beroepsbevolking, einde jaar) 4,4 4,3 3,9
Begrotingsaldo overheid (in % van bbp) -4,8 -4,4 -4,2
Bruto overheidsschuld (in % van bbp) 73,8 73,5 73,0
Saldo lopende rekening (in % van bbp) 1,5 1,3 1,0
Woningprijzen (Eurostat definitie, gemiddelde jaarwijziging in %, bestaande en nieuwe woningen 12,6 5,5 4,0
    31/3/2025

Bulgarije

  2024 2025 2026
Reëel bbp (gemiddelde jaarwijziging, in %) 2,7 2,6 2,7
Inflatie (gemiddelde jaarwijziging, geharmoniseerde CPI, in %) 2,6 2,9 3,0
Werkloosheidsgraad (Eurostat definitie, in % van beroepsbevolking, einde jaar) 4,0 3,9 3,8
Begrotingsaldo overheid (in % van bbp) -3,0 -3,0 -2,9
Bruto overheidsschuld (in % van bbp) 23,6 26,8 29,0
Saldo lopende rekening (in % van bbp) 0,2 0,0 -0,4
Woningprijzen (Eurostat definitie, gemiddelde jaarwijziging in %, bestaande en nieuwe woningen 16,5 9,7 5,5
    31/3/2025

Andere voorspellingen en updates

Wereld

België