Verstoringen van de toeleveringsketens: problemen nog niet voorbij.
Het herstel na de pandemie is goed op gang gekomen. Het krijgt echter steeds meer tegenwind van verstoringen in de toeleveringsketen. Tegen de achtergrond van de sterke vraag loopt het aanbod om diverse redenen, zoals productieverminderingen, inputtekorten en stijgende transporttarieven, zijn achterstand maar langzaam in. Dergelijke grote onevenwichtigheden tussen vraag en aanbod vormen niet alleen een rem op het herstel in de geavanceerde economieën, maar wakkeren ook de inflatiedruk op korte termijn aan. Wij blijven erbij dat de meeste knelpunten aan de aanbodzijde van voorbijgaande aard zijn - evenals de daarmee samenhangende opwaartse prijsdruk - hoewel ze waarschijnlijk langer zullen aanhouden dan we aanvankelijk verwachtten, als gevolg van de negatieve spillovereffecten van de verspreiding van de Delta-variant in Azië. Al met al denken wij dat fricties aan de aanbodzijde het herstel kunnen vertragen, maar niet fundamenteel doen ontsporen. Die verwachting gaat ervan uit dat de meeste onevenwichtigheden tussen vraag en aanbod in de komende kwartalen geleidelijk zullen afnemen..
Hoewel de wereldeconomie zich sterk herstelt van de pandemie, krijgt zij steeds meer tegenwind te verduren. Naast de snelle verspreiding van de Delta-variant zijn er tekenen dat wijdverbreide verstoringen van de toeleveringsketen het herstel in de geavanceerde economieën afremmen. Tegen de achtergrond van een krachtige vraag - met name een door de pandemie veroorzaakte stijging van de vraag naar sommige consumptiegoederen - zijn veel fabrikanten niet in staat hun productie snel genoeg op te voeren, waardoor in veel sectoren van de economie, en met name in de goederensector, grote onevenwichtigheden tussen vraag en aanbod zijn ontstaan.
Toeleveringsketens onder druk
Het wereldwijde aanbod werkt zijn achterstand om verschillende redenen slechts langzaam weg. Om te beginnen hebben sommige fabrikanten hun productie teruggeschroefd in afwachting van een lagere vraag toen de Covid-19-crisis begin 2020 toesloeg, en hebben anderen hun productie moeten inkrimpen vanwege strenge pandemie-gerelateerde beperkingen. Tegelijk heeft de verwerkende nijverheid wereldwijd te lijden gehad onder inputschaarste, onder meer van essentiële grondstoffen (hout, rubber, kunststoffen of staal) en vooral van halfgeleiders. De verstoring van de toeleveringsketen voor halfgeleiders heeft een negatieve invloed gehad op de productie in vele industriesectoren, waarbij vooral de autofabrikanten het moeilijk hebben. Ten slotte zijn de scheepvaartkosten sterk gestegen en zijn de leveringstermijnen dramatisch langer geworden (figuur 1). Dat was het gevolg van een reeks factoren, waaronder een tekort aan scheepscontainers, de blokkade van Suez en de sluiting van havens waar uitbraken van Covid-19 hebben plaatsgevonden.
Dit alles lijkt een rem te zetten op de industriële productie in de belangrijkste economieën, zoals blijkt uit de bbp-cijfers voor het tweede kwartaal, en zo dus ook het herstel na de pandemie te vertragen. Uit de meest recente gegevens met hoge frequentie blijkt dat de industriële activiteit gehinderd wordt door knelpunten aan de aanbodzijde aan beide zijden van de Atlantische Oceaan. Bovendien hebben de verstoringen van de toeleveringsketen ook een materieel effect op de consumentenprijzen. De inflatie van de inputkosten is sterk versneld (na de aanvankelijke forse daling als gevolg van de pandemie) doordat de bedrijven nu meer betalen voor grondstoffen en onderdelen, alsook voor vervoersdiensten. Dat wakkert de inflatiedruk op korte termijn aan.
De druk aan de aanbodzijde is van voorbijgaande aard
Wij argumenteren al geruime tijd dat de meeste van deze verstoringen van de aanbodketens van voorbijgaande aard zijn. Sommige verstoringen zullen vrij snel afnemen naarmate de productie wordt opgevoerd om aan de vraag te voldoen, zoals nu al het geval is voor grondstoffen zoals timmerhout, waarvan de prijzen nu weer op het niveau van vóór de pandemie liggen. In andere sectoren kan een dergelijke mate van zelfcorrectie (d.w.z. hogere prijzen die een hogere productie aanmoedigen) echter langer duren. In de halfgeleiderindustrie past het aanbod zich betrekkelijk langzaam aan en is de bezettingsgraad reeds betrekkelijk hoog. Positief is dat het tekort aan halfgeleiders volgens de sector in het tweede kwartaal van 2021 zijn hoogtepunt zal hebben bereikt, al zal het waarschijnlijk nog verschillende kwartalen duren voordat de krapte aan het aanbod volledig is genormaliseerd.
Naarmate de economieën zich verder herstellen, verschuiven de bestedingen bovendien geleidelijk van consumentengoederen naar diensten, wat de mismatch tussen vraag en aanbod helpt milderen. Samen met de vermindering van de fricties in de aanbodketen zou dit de prijsdruk moeten verlichten, met name wat de kerninflatie van de goedereninflatie betreft. In de VS is de recente stijging van de consumentenprijzen vooral toe te schrijven aan een handvol categorieën, zoals tweedehandsauto's en -vrachtwagens, wat allicht een gevolg is van de verstoringen door de pandemie. Bemoedigend is dat er signalen zijn dat de prijzen in sommige van deze categorieën wellicht hun hoogtepunt hebben bereikt of op het punt staan te bereiken. Zo is de Amerikaanse markt voor tweedehandsauto’s bijvoorbeeld al aan het afkoelen (zoals blijkt uit de Manheim Used Vehicle Value Index).
Deltavariant creëert nieuwe onzekerheden
Hoewel er tekenen zijn dat de verstoringen van de aanbodsketen in verscheidene sectoren hun hoogtepunt hebben bereikt (figuur 2), verwachten wij dat de bevoorradingsbeperkingen waarschijnlijk langer zullen aanhouden dan aanvankelijk werd verwacht. Dit is met name te wijten aan de snelle verspreiding van de Delta-variant in Azië, waar in de afgelopen maanden opnieuw lockdownmaatregelen zijn ingevoerd of verscherpt. Tegen de achtergrond van de lage vaccinatiegraad en het feit dat sommige Aziatische landen een "zero-Covid"-beleid voeren, hebben nieuwe virusuitbraken geleid tot tijdelijke sluitingen van fabrieken en havens. Elke tegenslag bij de heropening verhoogt echter het risico van negatieve afgeleide effecten naar andere regio's van de wereldeconomie, wat kan leiden tot langere - of zelfs intensere - verstoringen van de toeleveringsketen.
Al met al blijven zowel de verspreiding van de Delta-variant als de verstoringen van de toeleveringsketens belangrijke neerwaartse risico's voor onze economische vooruitzichten, waarbij duidelijk wordt hoe cruciaal het verloop van de pandemie is voor de werking van de toeleveringsketens. Tegelijkertijd blijven wij van oordeel dat fricties aan de aanbodzijde het herstel kunnen vertragen, maar niet fundamenteel doen ontsporen. We gaan immers ervan uit dat het onevenwicht tussen vraag en aanbod de komende kwartalen geleidelijk zal afnemen. Hoewel de prijsdruk in de rest van het jaar waarschijnlijk hoog zal blijven (en de prijsrisico's op korte termijn opwaarts gericht zijn), beschouwen wij de daarmee samenhangende opwaartse inflatiedruk als van voorbijgaande aard, onder meer omdat de recente inflatiegolf de inflatieverwachtingen (tot dusver) niet heeft gedestabiliseerd.