OPEC stelt gepland productieherstel opnieuw uit
Olie weinig onder de indruk
De olie-exporterende club OPEC+ bevestigde afgelopen weekend wat velen al zagen aankomen: het zal de graduele normalisatie van de olieproductie nog maar eens uitstellen. Het plan was om vanaf december de meest recente productieknip van in totaal 2.2 miljoen vaten per dag stelselmatig af te bouwen. In een eerste fase ging het over 180 000 vaten per dag. Een fractie dus, zeker als je weet dat die 2.2 miljoen vaten nog maar een deel zijn van de in totaal bijna 6 miljoen vaten die de groep bewust achter de hand houdt. OPEC verlengt de productiebeperking van 2.2 miljoen minstens tot en met eind december, klinkt het nu. Aan de houdbaarheidsdatum van de resterende 3.66 miljoen vaten – eind 2025 – verandert voorlopig niets.
De reden is zelden verder te zoeken dan de prijs. Het zwarte goud blijft in het defensief. Zelfs na het nieuwe uitstel gaat één vat ruwe Brentolie voor minder dan $75 dollar over de toonbank. De aantrekkingskracht van de recente meerjarige dieptepunten net boven $70 blijft sterk. Dat is vooral voor Saudi-Arabië, de OPEC-leider, een probleem. Volgens het IMF heeft het land een prijs van ongeveer $100 nodig om de economische omwenteling (meer toerisme, minder olie-afhankelijk) te financieren. Maar binnen OPEC neemt niet iedereen het zo nauw met de opgelegde productiequota en neemt het aanbod van landen elders toe (vooral VS). Dat ondermijnt het effect van het OPEC-beleid. Het is een beetje cynisch maar de geopolitieke spanningen in het Midden-Oosten leverden evenmin de verhoopte prijsstijging op. Steun langs de vraagzijde blijft voorlopig ondermaats, in hoofdorde omwille van de slabakkende Chinese economie.