Windenergie: Een storm uit het oosten
Uit het departement: “Europa staat open voor allianties”
Tussen 2018 en 2022 daalde het aandeel van Europese bedrijven in de wereldwijde windmarkt van 55% naar 42%, waarbij Chinese bedrijven bijna al dat verlies aan marktaandeel voor hun rekening namen. De Chinese windturbinefabrikanten vestigen zich dus snel in Europa, maar de expansie is tijdgevoelig nu mogelijke invoerrechten op de loer liggen.
Mingyang landt in Italië
Op 16 juli kondigde de Italiaanse ontwikkelaar van hernieuwbare energie Renexia vergevorderde onderhandelingen aan met Mingyang, een Chinese turbinefabrikant, voor de levering van een drijvend windmolenpark van 2,8 GW voor de kust van Sicilië. Dit project zal bestaan uit 190 drijvende turbines, elk met een capaciteit van 16,6 MW.
Die intrede in de Italiaanse energiemarkt weerspiegelt een bredere strategie van het Chinese bedrijf om door te dringen op de Europese markt voor duurzame energie. In 2022 leverde Mingyang al turbines voor een 30 MW offshore project in Italië, het eerste Europese offshore windmolenpark met Chinese turbines. Meer recentelijk, op 2 juli 2024, ging Mingyang akkoord met de levering van 16 grote 18,35 MW offshore turbines voor Luxcara, een Duitse ontwikkelaar van windenergie, als onderdeel van het 'Waterkant' offshore windmolenpark in de Noordzee.
China wint terrein
Tussen 2018 en 2022 daalde het aandeel van Europese bedrijven in de wereldwijde windmarkt van 55% naar 42%, waarbij Chinese bedrijven bijna al dat verlies aan marktaandeel voor hun rekening namen. Logisch, want Chinese windturbines hebben internationaal aan populariteit gewonnen, voornamelijk vanwege hun kosteneffectiviteit. Studies van industrie-experts tonen aan dat Chinese fabrikanten turbines kunnen produceren voor slechts een kwart van de kosten van hun Europese tegenhangers. In 2023 waren vier van de grootste windturbinefabrikanten dan ook Chinees.
De kosteninflatie en de hogere metaalprijzen in de afgelopen jaren hebben de winstmarges van westerse turbinefabrikanten aangetast, terwijl complexe vergunningen en stijgende rentetarieven investeringen in nieuwe windcapaciteit hebben vertraagd, waardoor China zich sneller op de Europese markt heeft begeven.
Illegale subsidies en mogelijke tarieven
In reactie hierop is de Europese Commissie in april 2023 een onderzoek gestart naar vermeende illegale subsidies ten gunste van Chinese windturbinefabrikanten. Dit volgt op een soortgelijk antisubsidieonderzoek naar Chinese elektrische voertuigen, wat erop wijst dat Europese beleidsmakers preventief proberen te reageren op de potentiële toestroom van betaalbare Chinese turbines.
Hoewel Chinese bedrijven momenteel meer dan 60% van de wereldwijde windturbinemarkt controleren, is hun greep nog steeds minder uitgesproken dan de meer dan 90% dominantie die ze hebben in de fotovoltaïsche (zonnepanelen) toeleveringsketen. Als we nu tarieven opleggen, kunnen we de Europese fabrikanten mogelijk beschermen, als we het goed doen.
Mocht de Europese Commissie besluiten om tarieven op te leggen, dan blijft de structuur onzeker. In het geval van elektrische voertuigen werd een glijdende schaal van tarieven ingevoerd, variërend van 17,4% tot 37,6%, bovenop een bestaande heffing van 10% op geïmporteerde elektrische auto's uit China. Soortgelijke mechanismen zouden van toepassing kunnen zijn op windturbines.
EU klimaatdoelstellingen
Deze economische overwegingen worden verder bemoeilijkt door de dringende klimaatdoelstellingen van Europa. De EU wil haar energiesector snel koolstofvrij maken en heeft in 2020 de doelstelling van 20% hernieuwbare energie bereikt, maar staat nu voor de ambitieuzere doelstelling van 42,5% in 2030. Uiteindelijk zou het invoeren van tarieven op Chinese windturbines de kosten voor Europa's energietransitie waarschijnlijk verhogen. In deze context kunnen Europese beleidsmakers en ontwikkelaars van hernieuwbare energie proberen te profiteren van de huidige kans om de capaciteit uit te breiden met betaalbare Chinese turbines voordat er tarieven van kracht worden.
De dreiging is reëel
We zijn erg op onze hoede en zien de komst van Chinese fabrikanten als een enorme bedreiging voor Europese turbinefabrikanten. Jarenlang beweerden industrie-experts dat Chinese windturbinefabrikanten weinig kans maakten om een significant aandeel in de Europese markt te veroveren. Ze noemden hoge transportkosten, achterblijvende technologie en inferieure kwaliteit als de grootste struikelblokken.
Europese ontwikkelaars waren ook lang sceptisch over Chinese windturbines omdat ze politieke druk vanuit Europa vreesden en de voorkeur gaven aan Europese fabrikanten vanwege hun lange staat van dienst en langlopende service- en reparatiecontracten. Maar hetzelfde werd gezegd over Chinese zonnepanelen en elektrische auto's en kijk wat er nu gebeurt.
Chinese producenten hebben hun achterstand op het gebied van kwaliteit en technologie aanzienlijk ingehaald. De turbines die ze vandaag de dag produceren kunnen gemakkelijk concurreren met westerse equivalenten, sterker nog, sommige van de recent uitgebrachte Chinese turbines zijn krachtiger en weerbestendiger dan wat Europese fabrikanten kunnen produceren. Deze maand nog kwam de Chinese fabrikant Sany met het nieuws dat het een onshore windturbine van 15 MW had geïnstalleerd, en minder dan een week later kondigde Dongfang Electric Corporation aan dat het een prototype van een offshore windturbine van 26 MW had gelanceerd. Hiermee heeft China momenteel de grootste en meest effectieve turbines op de markt, zowel onshore als offshore.
Conclusie
Het lijkt er dus op dat de Chinese fabrikanten erin geslaagd zijn om de kloof in kwaliteit en prestaties te dichten. Zonder steun van Europa zal het dus vooral aankomen op de prijs, en het is duidelijk dat dat een strijd is die Europese producenten niet kunnen winnen.
Het is ook opmerkelijk dat Europese bedrijven steeds meer openstaan voor samenwerking met Chinese turbinefabrikanten. Onlangs kondigde het Noorse energiebedrijf Statkraft aan dat het zou overwegen Chinese windturbines te gebruiken "als die voldoen aan de criteria voor kwaliteit, veiligheid en transparantie". Grote windparkontwikkelaars Orsted en Eurowind hebben ook verklaard dat ze open zouden staan voor de aankoop van Chinese turbines als dat de rendabiliteit van hun toekomstige projecten zou kunnen verbeteren.