Monetaire gevolgen van fiscale stimulus

Uit het departement: “Activisme wordt voorzichtigheid”

Fiscaal beleid speelde de voorbije weken een prominente rol, maar de impact daarvan op het monetaire beleid bleef onderbelicht. KBC zoomt in op vier landen in een andere fase van de ontplooiing van fiscale stimulusplannen en dus ook op een ander punt in de monetaire reactiecurve. Kijk vooral mee naar Brazilië, waar de centrale bank het proces van renteverlaging veel sneller dan gedacht, en boven het neutrale niveau, moet staken.

Fiscaal beleid speelde de voorbije weken een prominente rol in deze katern. De impact daarvan op het monetaire beleid bleef onderbelicht. Vorige week kregen we vier voorbeelden van landen in een andere fase van de ontplooiing van fiscale stimulusplannen en dus ook op een ander punt in de monetaire reactiecurve.

We beginnen in Duitsland. Vervroegde verkiezingen op 23 februari luiden volgens ons de start van een Duitse/Europese Schuldenwende in. De markt gaat nog niet volledig mee in het verhaal. Los van de hogere Duitse kredietrisicopremie, verdisconteert ze vooral een lagere bodem in de ECB-beleidsrente. Eenvoudig gesteld gelooft ze niet dat er op Europees niveau voldoende cohesie is om de fiscale hefboom verder te gebruiken en dat het monetair beleid willens nillens een deel van het groei-ondersteunend/stimulerend werk moet leveren. De verwachte rente van 1.75% eind 2025 ligt beneden neutraal, maar blijft natuurlijk significant hoger dan het nulrentebeleid pre-Covid. De inflatiecontext is anders (>2%) en het groeipessimisme piekt. Het cyclische Duitse ZEW-investeerdersvertrouwen daalde gisteren bijvoorbeeld tot -91.4. Op het hoogtepunt van de financiële crisis (april-mei 2009) en van de Covid-pandemie (april-mei 2020) verbleef de indicator telkens maar twee maanden op nog lagere niveaus.

In de Verenigde Staten slaat de fiscale slinger al verder door. Implementatie van de Trump’s agenda na zijn republikeinse hattrick duwen begrotingstekorten en schuldgraad de atmosfeer in. Fed-voorzitter Powell gaf vorige week aan dat de centrale bank mogelijk pas in maart de verwachte impact op groei en inflatie kan doorrekenen. De Amerikaanse geldmarkt trekt al conclusies. Een soepel fiscaal beleid bindt de handen van het monetair beleid. Net als in Europa in een context van koppig hoge inflatie. Maar vooral omdat de groei vanuit cyclisch oogpunt nu al een streepje voor heeft. Tot eind 2025 ziet de markt amper ruimte voor een verdere verlaging van de beleidsrente: van de huidige 4.5%-4.75% tot 3.75%-4%. In tegenstelling tot Europa, ligt die bodem een pak boven “neutraal” en dus in restrictief gebied.

De Bank of England becijferde vorige week al de impact van de eerste Labour-begroting. Eén van de meest expansieve van de voorbije decennia, aldus de Britse begrotingswaakhond. De verwachte groei- en inflatiepiek liggen volgend jaar zo’n 0.5 procentpunt boven de augustusprognoses en inflatie duikt nu pas in 2027 beneden de 2%-doelstelling. BoE-voorzitter Bailey ruilde zijn activisme in voor voorzichtigheid. “Niet te veel en niet te snel” is de richtlijn voor het beleidsrentepad lager. De Britse geldmarkt twijfelt of er voor eind 2025 nog meer dan een cumulatieve 50 basispunten zullen komen. De rentebodem ligt volgens de markt rond 4.25%. Opnieuw boven neutraal, in restrictief terrein.

De lens voor de toekomst vinden we mogelijk in Brazilië. De Braziliaanse centrale bank (BCB) was in de covid-nasleep bij de eersten om de rente op te trekken. Met een jaar voorsprong knabbelde ze aan de beleidsrente als het grootste inflatiegevaar was geweken. Maar ze moest het proces veel sneller dan gedacht, en boven neutraal, al staken (pre-Covid, 2%, piek 13.75%, landing 10.50%). De fiscale booster wakkert groei en inflatie opnieuw aan en zorgde voor een complete u-bocht in het monetaire beleid. Na een eerste renteVERHOGING in september (+25 bpn), trok de BCB de beleidsrente vorige week met 50 bpn op tot 11.25%. De Braziliaanse kanarie in de koolmijn?

Beleidsrente EMU (groen), VS (rood), VK (blauw) en Brazilië (zwart)

Bron: Bloomberg

Disclaimer:
Dit document is opgesteld door de KBC Economics - Markets desk en is niet opgesteld door de afdeling Research.  De desk bestaat uit Mathias Van der Jeugt, Peter Wuyts en Mathias Janssens, analisten bij KBC Bank N.V., die gereguleerd wordt door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA). Deze marktadviezen zijn het resultaat van een kwalitatieve analyse, waarin ruimte is voor ervaringen uit het verleden en persoonlijke beoordelingen. De standpunten zijn gebaseerd op de huidige marktomstandigheden en kunnen elk moment veranderen. De meest prominente input komt van publiek beschikbare gegevens, financieel nieuws, economisch en monetair beleid en courante technische analyses. De KBC Economics - Markets desk heeft redelijke inspanningen geleverd om deze informatie te verkrijgen uit bronnen die zij betrouwbaar acht, maar de inhoud van dit document is opgesteld zonder dat er een inhoudelijke analyse is gemaakt van deze bronnen. Er is niet beoordeeld of deze inzichten al dan niet geschikt zijn voor een bepaalde belegger. De meningen zijn onze huidige meningen op de datum die op dit materiaal staat en kunnen tegengesteld zijn aan eerdere aanbevelingen als gevolg van veranderde marktomstandigheden. De auteurs staan niet in voor de nauwkeurigheid, volledigheid of waarde (commerciële of andere) van dit document. Evenmin zijn de auteurs aansprakelijk jegens degenen die dit overzicht ontvangen voor de inhoud ervan of voor enig verlies of schade (hetzij uit onrechtmatige daad (inclusief nalatigheid), contractbreuk, schending van wettelijke of andere verplichtingen ) als gevolg van enig handelen of nalaten op basis van deze inhoud, evenmin voor enige vordering  tegen de auteurs met betrekking tot de inhoud van of de informatie in dit document. Eventuele meningen die hierin worden geuit, weerspiegelen het oordeel ten tijde van het opstellen van het overzicht en kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Gezien de aard van dit advies (gekoppeld aan valuta en rente) is het advies over het algemeen niet specifiek van aard.   Als zodanig is er geen verwijzing naar enig corporate finance contract en als zodanig is er geen 12 maanden overzicht op basis van de verschillende adviezen. Dit document is slechts geldig gedurende een zeer beperkte periode, als gevolg van de snel veranderende marktomstandigheden.