Langzame én vertragende groei primeert op inflatie

Uit het departement: “Update”

De strijd tegen de inflatie in de eurozone is nog lang niet gestreden, terwijl de inflatie in de VS in mei afkoelde. Niettemin slaan de belangrijkste centrale banken de jongste tijd een restrictievere toon aan, niet in minst omdat de Europese economie slechts langzaam herstelt en de Amerikaanse economie de eerste tekenen van verzwakking vertoont. De macro-economische situatie en vooruitzichten in China blijven grotendeels ongewijzigd. Een update van het economische scenario vindt u hier.

Blikvangers

  • Omdat de geopolitieke zorgen in het Midden-Oosten naar de achtergrond verdwenen, daalden de olieprijzen vorige maand. De aankondiging van OPEC+ om de leveringsbeperkingen tot het einde van volgend jaar te verlengen, deed weinig om die ontwikkeling te keren. Aangezien de vrijwillige leveringsbeperkingen vanaf oktober afgebouwd zullen worden en het aanbod van niet-OPEC+-landen snel blijft groeien, zal de markt goed van olie voorzien blijven. In tegenstelling tot de olieprijzen stegen de Europese aardgasprijzen in mei en dit omwille van operationele problemen in Noorwegen, Europa's grootste leverancier.
  • De strijd tegen de inflatie in de eurozone is nog lang niet gestreden. In mei steeg de totale inflatie van 2,4% naar 2,6%, met dank aan de energie-inflatie, die weer positief werd, en ondanks de licht gedaalde voedingsprijsinflatie. De kerninflatie steeg ook, van 2,7% naar 2,9%, vooral door een sterke stijging van de diensteninflatie. De goedereninflatie blijft gematigd. We verhogen onze inflatieprognose voor 2024 van 2,5% naar 2,6% en die voor 2025 van 2,0% naar 2,3%.
  • De inflatie in de VS koelde af in mei. De algemene inflatie daalde meer dan verwacht tot 3,3%, terwijl de kerninflatie uitkwam op 3,4%. Binnen de kerncomponenten was de voedingsprijsinflatie gematigd, terwijl de energieprijzen met 2% daalden. De goederenprijzen (excl. voeding en energie) bleven onveranderd, net als de dienstenprijzen (excl. huisvesting). Alleen de inflatie voor huisvesting bleef hoog en star. We verlagen onze prognose voor 2024 van 3,3% naar 3,1% en die voor 2025 van 2,5% naar 2,4%.
  • De belangrijkste centrale banken slaan de jongste tijd een restrictievere toon aan. De ECB ging weliswaar van start met haar renteverlagingscyclus in juni maar door haar inflatieprognose te verhogen, suggereerde ze dat het tempo van de renteverlagingscyclus traag zou kunnen zijn. Wij verwachten dit jaar nog twee bijkomende renteverlagingen. De Fed was nog ‘havikser’ dan de ECB. Ondanks een gunstig CPI-rapport in mei verhoogde de Fed haar inflatieverwachting en gaf ze te kennen dit jaar slechts één renteverlaging te zullen doorvoeren. Omwille van de gunstigere cijfers verwachten we dat de Fed toch iets sneller zal gaan en de rente dit jaar twee keer zal verlagen.
  • De economie van de eurozone herstelt zich langzaam. Zo was de bbp-groei in het eerste kwartaal relatief sterk en dit vooral dankzij de hogere netto-uitvoer. We zagen ook een verbetering in de indicatoren voor het producentenvertrouwen, voornamelijk in de dienstensector, en een herstel in het consumentenvertrouwen, al is de spaarquote nog steeds te hoog voor een snel herstel. De bruto-investeringen in vaste activa blijven laag. De politieke risico's doken weer op toen president Macron onverwacht nieuwe parlementsverkiezingen aankondigde in Frankrijk, wat de spreads opdreef. We handhaven onze groeiprognoses voor 2024 en 2025 van respectievelijk 0,7% en 1,3%.
  • De Amerikaanse economie vertoont de eerste tekenen van verzwakking. De kwartaalgroei van het bbp in het eerste kwartaal werd neerwaarts bijgesteld van 0,4% naar 0,3%, vooral door lagere consumentenbestedingen. Ook in april waren de consumentenbestedingen zwak en dit omdat de spaarbuffers geleidelijk uitgeput raken. Er waren ook tekenen van zwakte op de arbeidsmarkt: de werkloosheid steeg en de participatiegraad en het aantal vacatures daalden. We verlagen onze groeiprognoses voor 2024 en 2025 met 0,1 procentpunt naar respectievelijk 2,2% en 1,7%.
  • De macro-economische situatie en vooruitzichten in China blijven grotendeels ongewijzigd. Recente cijfers over de industriële productie, de kleinhandelsverkopen en de vastgoedsector wijzen niet op grote verbeteringen, noch op een verdere verslechtering van het momentum. We handhaven onze groeivooruitzichten voor China van 5,1% voor 2024.

Lees de volledige publicatie hier