Teleurstellende COP27
COP27, de 27ste editie van de klimaatconferentie van de Verenigde Naties, richtte de blik op het wereldwijde klimaatbeleid. Hoewel klimaatambities steeds vlotter uitgesproken worden, hadden veel landen voorafgaand aan de top nog steeds geen duidelijke en concrete actieplannen, noch een noodzakelijk wetgevend kader. Reden genoeg dus om de resultaten van deze klimaatconferentie te evalueren.
Nood is hoog maar actie blijft achter
Natuurrampen dwingen de wereld steeds meer om na tot nadenken over het klimaat. Bosbranden in Zuid-Europa, nooit geziene overstromingen in Centraal-Italië en droogte in veel Europese landen; de voorbije zomer in Europa maakt het moeilijk om te ontkennen dat ons klimaat verandert. Bovendien zal de situatie nog verergeren in de komende jaren en decennia , zeker als er geen actie ondernomen wordt.
De roep om actie was dan ook luid in aanloop naar de klimaatconferentie maar de klimaatzorgen werden in veel landen overstemd door meer acute problemen zoals de energiecrisis, de hoge inflatie en de oorlog in Oekraïne. De al-bij-al teleurstellende uitkomst van de COP27 klimaatconferentie is dan ook geen verrassing.
Doekje voor het bloeden
Een belangrijk punt waarover geen consensus bereikt werd is de geleidelijke uitstap uit alle fossiele brandstoffen. De slotverklaring bleef op dat punt dus onveranderd ten opzichte van vorig jaar. Een stevige tegenvaller, al moet gezegd worden dat meer ambitieuze doelstellingen alleen niet zaligmakend zijn. Tijdens de vorige klimaattop in 2021 spraken meer dan 140 landen, samen goed voor bijna 90% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen, de ambitie uit om hun netto-uitstoot tegen 2050 naar nul te reduceren. De concrete actieplannen die daarvoor nodig zijn ontbreken, ook na de nieuwe klimaattop, evenwel nog steeds in de meeste landen.
De deelnemers van de COP-27 slaagden er wel in een akkoord te vinden over een verlies- en schadefonds voor de meest kwetsbare landen. Ook hierbij zijn er evenwel kanttekeningen te maken. Door vast te houden aan zijn status als ontwikkelingsland in de klimaatgesprekken zal China, ’s werelds grootste uitstoter van nieuwe broeikasgassen, niet bijdragen aan dit fonds. Bovendien ontbreekt er een daadwerkelijke toezegging voor middelen. Het is dus onduidelijk wie wat zal betalen. Dit houdt het risico in dat het fonds een lege doos zal worden. Dit terwijl de doelstelling om vanaf 2020 jaarlijks 100 miljard dollar aan klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden te voorzien ook al niet gehaald werd de voorbije jaren.
Samenvattend kunnen we stellen dat er op de klimaatconferentie een doekje voor het bloeden overeengekomen is maar geen oplossing om het bloeden te stelpen. Eerder de gevolgen aanpakken in plaats van problemen vermijden dus.
Lichtpunten
In de kantlijn van de top zijn er wel enkele stappen vooruit gezet. Zo kondigde de EU aan dat het tegen 2030 netto niet 55 maar wel 57 procent minder broeikasgassen uit zal stoten in vergelijking met 1990. Er is discussie of die 2 procent aanzien mag worden als een extra inspanning omdat deze het gevolg is van een technische aanpassing in de manier waarop er omgegaan wordt met zogenoemde land sinks, waaronder de oceaan en vegetatie. Het Europese parlement besliste recent dat land sinks niet gebruikt mogen worden om de 55 procent emissiereductiedoelstelling te halen. Daarom worden ze nu apart weergegeven en komt de EU aan een doelstelling van 57 procent. Toch kan deze aanpassing gezien worden als een stap vooruit. De 2 procent komt bovenop de 55 procent die voorheen gold en bovendien zorgt de nieuwe regelgeving ervoor dat er een plafond staat op de uitstoot die via land sinks afgetrokken mag worden van de bruto uitstoot van broeikasgassen.
Ook uit de VS kwam er goed nieuws want president Joe Biden hernieuwde het engagement van de Verenigde Staten om de klimaatdoelstellingen te halen. Een positief signaal nadat president Trump eerder uit het akkoord van Parijs gestapt was.
Ondanks deze positieve lichtpuntjes blijft het overheersende gevoel na de klimaattop in Egypte toch teleurstelling. Er zijn enkele stappen in de goede richting gezet maar de vooruitgang gaat traag. Intussen wordt de klimaatproblematiek steeds urgenter en dat voornamelijk in de armste landen.