Relanceplannen moeten focussen op verlaging regeldruk en paperasserij

Economische Opinie

Uit diverse indicatoren en rapporten blijkt dat de omvang en complexiteit van de wettelijke en administratieve verplichtingen voor ondernemingen en zelfstandigen in België groot blijven, ook in vergelijking met veel andere landen. Dat schaadt het ondernemingsklimaat en maakt België relatief minder aantrekkelijk voor investeringen. Gezien de penibele toestand van de overheidsfinanciën  hebben de diverse Belgische overheden weinig middelen om de economische groei sterk budgettair te sturen en moeten de relanceplannen ook inzetten op kwalitatieve maatregelen. Een drastische verlaging van de regeldruk en administratieve rompslomp moet daar een belangrijk deel van uitmaken. Laat ons hopen dat al aangekondigde ambities op dat vlak, zowel in het federaal regeerakkoord als in de Vlaamse Septemberverklaring, ook effectief in daden worden omgezet.         

Voldoen aan wettelijke en administratieve verplichtingen hoort bij het ondernemen. Overheidsingrijpen in het bedrijfsleven via wetten, regels en administratieve vereisten is immers noodzakelijk om marktfalen en externe effecten, zoals oneerlijke concurrentie, milieuvervuiling of geluidshinder, te vermijden of te corrigeren. Door de snel veranderende samenleving en de toenemende sociaaleconomische uitdagingen (bv. mobiliteit, klimaatsverandering, voedselveiligheid,...) zijn de wetgeving en regelgeving de voorbije decennia evenwel steeds uitgebreider en complexer geworden. Hierdoor is een belangrijk deel ervan in de praktijk vaak een bron van irritatie en hinder. Volgens een UNIZO-enquête uit 2019 ziet de helft van de bevraagde ondernemers administratieve rompslomp als één van de grootste bekommernissen. Bijna één op vijf zou niet meer opnieuw starten als ondernemer vanwege  de hoge mate van rompslomp. Ook de jongste Attractiveness Survey van Ernst & Young (2020) illustreert het probleem: 38% wijst ‘politieke, regulatoire en administratieve instabiliteit’ aan als grootste risico voor de attractiviteit van België. 

Omvang en economische impact

In België voert het Federaal Planbureau in samenwerking met de Dienst voor Administratieve Vereenvoudiging (DAV) om de twee jaar een raming uit van de administratieve lasten die wegen op ondernemingen en zelfstandigen. De laatste heeft betrekking op het jaar 2016 (gepubliceerd in 2018, die van 2020 met cijfers voor 2018 is nog niet beschikbaar). Uit de opeenvolgende ramingen blijkt dat de daling van de administratieve lasten sinds 2008 tot stilstand is gekomen. In euro’s liepen zij sindsdien lichtjes op, tot bijna 7 miljard euro in 2016, maar in procent van het bbp bleven zij nagenoeg stabiel rond 1,6% (figuur 1). De analyse stelt dat vooral kleinere ondernemingen en zelfstandigen nog veel hinder ondervinden van administratieve lasten. Dat komt doordat die vaak minder beschikken over gespecialiseerde staffuncties of juristen om de regelgeving en lasten te vertalen naar hun bedrijfscontext.  

Hoe groot de administratieve rompslomp precies is en of die groter is dan in andere landen, is moeilijk te becijferen. Dat komt doordat het begrip vele ladingen dekt, gaande van kwantitatieve en kwalitatieve regeldruk (bv. rapporteringsplichten en complexe procedures) tot een gebrekkige publieke dienstverlening (bv. te weinig e-government). Dat er in België nog op vele vlakken en meer dan in veel andere landen een probleem is, komt tot uiting in diverse indicatoren en rapporten van internationale organisaties (bv. landenrapporten van EC en OESO, World Competitiveness Report WEF, Ease of Doing Business indicator Wereldbank, Product Market Regulation indicator OESO). Daaruit blijkt meestal dat België niet alleen nog erg kampt met te veel en te complexe regels en procedures, maar ook met andere ermee verbonden hinder. De belangrijkste pijnpunten zijn: een te vaak wijzigende wetgeving, een te trage overheid (lange wachttijden en procedures), een veel te complex belastingstelsel, te weinig samenwerking tussen diverse overheden en te weinig impactanalyses van de beleidsvoering.

De nog altijd hoge administratieve lasten houden wellicht deels verband met een gebrek aan langetermijnvisie en systemische hervormingen in de Belgische beleidsvoering. Hierdoor worden maatregelen en regelgeving uit het verleden te weinig in vraag gesteld en betreft de administratieve vereenvoudiging nog te vaak veranderingen in de marge. Zo ook is de digitalisering bij de overheid nog te veel gericht op bestaande procedures zonder daarbij ook die procedures zelf in vraag te stellen. Meer algemeen schiet de publieke digitale dienstverlening nog altijd te kort, ondanks de vele geleverde inspanningen. Zo staat België in de Digital Economic and Social Index (DESI index) inzake de digitalisering van publieke diensten voor ondernemingen pas op de 20ste plaats van de EU-landen. 

Hoge administratieve lasten zorgen voor een ongunstig ondernemingsklimaat en zijn dus nefast voor de economische groei. In de praktijk uit zich dat in een lagere efficiëntie en productiviteit en in minder jobs, investeringen en nieuw ondernemerschap. Vooral de Universiteit van Hasselt (zie Kevin Poel e.a., 2014) deed in België onderzoek naar de mate waarin administratieve vereenvoudiging de macro-economische activiteit zou verhogen. Gebruik makend van de Doing Business-databank van de Wereldbank werd geschat dat een vermindering van de administratieve lasten met een kwart het Belgische bbp zou doen toenemen met 1,12% over een periode van vijf jaar. Anders gesteld betekent dit dat de potentiële bbp-groei gedurende meerdere jaren op rij met enkele tienden van een procentpunt zou kunnen worden opgekrikt.

Pijler van het relancebeleid

De huidige coronacrisis doet beleidsmakers nadenken over de vormgeving van een relancebeleid dat de economische groei in de komende jaren terug hoger moet tillen. Gezien de penibele overheidsfinanciën heeft België weinig financiële middelen om  de groei sterk budgettair te sturen en moet het heil ook worden gezocht in kwalitatieve beleidsingrepen. Inzetten op een drastische vermindering van de administratieve lasten voor ondernemers moet daartoe horen. De voorbije jaren werden er op dat vlak wel al inspanningen gedaan, maar die waren nog niet ambitieus genoeg en brachten nog te weinig op.  

Een goede samenwerking met werkgeversorganisaties is belangrijk om significante winsten te kunnen boeken bij de administratieve vereenvoudiging. Zij hebben immers goed zicht op hoe hun leden de overheidsregels en administratieve verplichtingen ervaren. Regels en verplichtingen moeten bovendien altijd worden getoetst aan kwaliteitsvereisten. Dit betekent in de eerste plaats dat zij noodzakelijk en doeltreffend moeten zijn voor het bereiken van het beoogde beleidsdoel, met een minimum een ongewenste neveneffecten. Verder is er nood aan eenvoud en samenhang van de regelgeving, zonder overlappingen en tegenstrijdigheden. Dat impliceert tevens een digitaalvriendelijke toepassing ervan. Ten slotte moeten regels en verplichtingen een voldoende ruime periode van toepassing zijn, maar tegelijk voortdurend worden geëvalueerd of ze nog actueel en relevant zijn. 

Nog harder inzetten op dit alles moet absoluut deel uitmaken van het relancebeleid dat de overheden in ons land de komende jaren zullen voeren. Laat ons hopen dat al aangekondigde ambities terzake, zowel in het federaal regeerakkoord als in de Vlaamse Septemberverklaring, ook effectief in daden worden omgezet. De beperkingen opgelegd in het kader van de bestrijding van covid-19 hebben de ondernemingen en zelfstandigen het voorbije halfjaar erg zwaar getroffen. Hopende dat het virus geen nieuw roet in het eten gooit, is nu de tijd gekomen om hen opnieuw vlot en zorgeloos te laten ondernemen.

Disclaimer:

Alle meningen in deze KBC Economische Opinies vertegenwoordigen de persoonlijke mening van de auteur(s). Noch de mate waarin de voorgestelde scenario’s, risico’s en prognoses de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. Duurzaamheid maakt deel uit van de algemene bedrijfsstrategie van KBC Groep NV (zie https://www.kbc.com/nl/duurzaam-ondernemen.html). We houden rekening met deze strategie bij de keuze van de onderwerpen voor onze publicaties, maar een grondige analyse van de economische en financiële ontwikkelingen vereist het bespreken van een bredere waaier aan onderwerpen. Deze publicatie valt niet onder de noemer ‘onderzoek op beleggingsgebied’ zoals bedoeld in de wet- en regelgeving over de markten voor financiële instrumenten. Elke overdracht, verspreiding of reproductie, ongeacht de vorm of de middelen, van de informatie is verboden zonder de uitdrukkelijke, voorafgaande en schriftelijke toestemming van KBC Groep NV. KBC kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid of de volledigheid ervan.

Gerelateerde publicaties

Ook de Bank of England is de Fed niet

Ook de Bank of England is de Fed niet

Riksbank nadert het eindspel

Riksbank nadert het eindspel

Een tocht door het donker

Een tocht door het donker

Hongaarse centrale bank predikt de stabiliteit

Hongaarse centrale bank predikt de stabiliteit