Op investeringen gebaseerde groei van China is een tweesnijdend zwaard...

Economische Opinie

De Chinese economie lijkt zich op een opmerkelijk post corona-herstelpad te bevinden. Meer nog, waarschijnlijk zal China het enige grote land zijn met een positieve bbp-groei dit jaar. Het land kent evenwel een herstel met twee snelheden, waarbij de vraagzijde van de economie achterblijft op de productiezijde. Dit is een terugkerend probleem in China en het roept vraagtekens op bij de duurzaamheid van de Chinese economische groei op de lange termijn. Hoewel we verwachten dat de vraagzijde zich uiteindelijk volledig zal herstellen, wijst de relatieve zwakte van de vraag erop dat de broodnodige overgang naar een meer consumentgerichte economie vrij langzaam is verlopen, terwijl de schuldratio’s zijn blijven stijgen. Toch is de door investeringen geleide industriële opleving in China niet helemaal slecht te noemen, vooral omdat investeringen in technologie er het voortouw in nemen. Dit ondersteunt immers de overgang van een ‘snel’ groeimodel naar een ‘hoogwaardig’ groeimodel. Als de recente belofte van China om tegen 2060 klimaatneutraliteit te bereiken wordt opgevolgd door concrete maatregelen om de overgang eerder vroeg dan laat te beginnen, zullen er bovendien volop mogelijkheden zijn voor productieve investeringen. 

Op het eerste zicht laten de meeste Chinese economische indicatoren een duidelijk, V-vormig herstel zien. Na een krimp van 10% in het eerste kwartaal van 2020 is de reële bbp-groei opnieuw gestegen naar 11,5% in het tweede kwartaal van 2020. Dit wil zeggen dat de Chinese economie het bbp-niveau van het vierde kwartaal van 2019 reeds heeft bereikt. China is dan ook op weg om een van de enige grote economieën te worden met een positief bbp-groeicijfer in 2020. De meeste andere grote economieën zullen het bbp-niveau van het vierde kwartaal van 2019 pas veel later bereiken. Bekijken we de details van de laatste Chinese bbp-cijfer, dan zien we dat het herstel niet overal in de hele economie heeft plaatsgevonden. De investeringen, die in het eerste kwartaal een negatieve groeibijdrage van 1,4 procentpunt leverden, zorgden in het tweede kwartaal voor een positieve bijdrage van 5,0 procentpunt. De bijdrage van de consumptie was daarentegen negatief, zowel in het eerste kwartaal (-5,5 procentpunt) als in het tweede kwartaal (-3,2 procentpunt).

Dit herstel met twee snelheden komt ook tot uiting in meer recente gegevens over de detailhandel en de industriële productie. De industriële productie groeide van april tot en met augustus, en het groeitempo nam toe van 4,8% jaar-op-jaar in juli naar 5,6% jaar-op-jaar in augustus. Ter vergelijking: de detailhandel kende pas in augustus zijn eerste jaar-op-jaar stijging van 2020. Deze was bovendien beperkt (0,5% jaar-op-jaar) en kwam er na een daling in juli van 1,1% . Dit staat in schril contrast met de ontwikkelingen in Europa en de VS, waar net de industriële sector is achtergebleven in het post corona-herstel.

Hoewel het herstel van de Chinese bbp-groei indrukwekkend te noemen is en aantoont dat de autoriteiten over het algemeen zeer goed in staat zijn om de economie door een crisis te leiden, laat de aard van het herstel zien waarom er al geruime tijd bezorgdheid bestaat over China’s herstelaanpak. China’s overmatige afhankelijkheid van schuldgeleide groei, die doorgaans georkestreerd wordt door staatsbedrijven en lokale overheden, voedt de vrees dat China de groei niet voldoende hoog zal kunnen houden op de lange termijn. De bbp-groei in China is de afgelopen tien jaar gestaag vertraagd omwille van structurele problemen en ondanks een enorme investeringshausse. Bovendien creëert het grote belang van staatsbedrijven in de economie een ongelijk speelveld voor de particuliere sector en buitenlandse bedrijven. Het pad van de investeringen in vaste activa sinds het begin van het jaar toont aan dat het herstel van de investeringen duidelijk geleid wordt door staatsbedrijven (3,2% op jaarbasis ten opzichte van 2019), terwijl de investeringen van de particuliere sector zijn achtergebleven (-2,8% op jaarbasis ten opzichte van 2019). Ondanks de voortdurende inspanningen om de staatsbedrijven te hervormen en hun schuldenlast te verminderen, koos de regering voor investeringen onder leiding van staatsbedrijven als reactie op de vertragende groei in 2018 en 2019, en het lijkt erop dat de regering dit opnieuw doet in haar reactie op de coronacrisis.

De focus van China op investeringen en infrastructuur, als belangrijkste stuwende krachten achter het herstel, doet weinig voor de consumentenkant van de economie en voedt de bezorgdheid over de groei op lange termijn. Toch zijn investeringen vaak helemaal niet slecht voor een economie. Het wordt pas problematisch wanneer de investeringen niet langer productief zijn en leiden tot stijgende schuldratio’s die uiteindelijk een rem zetten op de groei. Hoewel velen beweren dat dit het geval is voor China, blijkt uit nader onderzoek van de investeringsgegevens van China dat een aanzienlijk deel van de investeringen plaatsvindt in het hightechsegment van de maakindustrie. In totaal is de maakindustrie dit jaar goed voor meer dan 43% van de totale investeringen in vaste activa, en binnen deze groep nemen communicatie, computers en andere elektronische apparatuur het grootste deel (14,5%) van deze investeringen voor hun rekening. Bovendien is de investeringsgroei in die subgroep van de maakindustrie (11,7% op jaarbasis ten opzichte van het voorgaande jaar) veel groter dan die van de maakindustrie als geheel (-8,1% op jaarbasis ten opzichte van het voorgaande jaar) (figuur 2). Dit is in overeenstemming met de overgang die China wil maken naar een hogere kwaliteit van de groei en een hogere toegevoegde waarde van de export, en met zijn toenemende rol als technologische krachtpatser.

Bovendien zal er een grote rol weggelegd zijn voor productieve investeringen in China indien de autoriteiten hun recente belofte nakomen om China tegen 2060 koolstofneutraal te maken. Natuurlijk zijn er redenen om te betwijfelen of China zijn belofte zal nakomen. Ten eerste is de nieuwe klimaatdoelstelling waarschijnlijk deels een geopolitieke zet om de geïsoleerde positie van de Verenigde Staten te benadrukken, aangezien deze laatste uit het Akkoord van Parijs stapt. Ten tweede heeft China eerdere klimaat-gerelateerde initiatieven, zoals het opzetten van een emissiehandelssysteem, nooit geïmplementeerd. Ten derde heeft China zijn kortetermijndoelstellingen voor het bereiken van koolstofneutraliteit in 2060 nog niet gespecificeerd, wat betekent dat echte actie nog enkele jaren op zich kan laten wachten. Ter vergelijking: het huidige initiatief van de Europese Commissie om haar doelstelling voor 2030 opnieuw te definiëren, namelijk een vermindering van de uitstoot met 55% ten opzichte van 1990, is er op gericht de inspanningen om naar koolstofneutraliteit te gaan tegen 2050 in evenwicht te brengen, zodat de aanpassing na 2030 minder ingrijpend zal zijn.

Indien China effectief een ambitieuzer klimaatplan doorvoert (dit zal waarschijnlijk duidelijk worden als China in het voorjaar zijn volgende vijfjarenplan aankondigt), dan zal dit aanzienlijke investeringen vergen in hernieuwbare energie en andere initiatieven voor het opvangen of compenseren van de koolstofuitstoot. Het is dus te eenvoudig om te zeggen dat China’s investeringsgericht herstel een probleem is. Hoewel China de consumptie wel zal moeten stimuleren op de lange termijn als het hoge groeicijfers wil blijven halen, en er veel hindernissen zijn om dit doel te bereiken, zal er toch ook een belangrijke rol weggelegd blijven voor investeringen. Bovendien zal de huidige focus op innovatieve investeringen bijdragen aan de overgang naar een meer kwalitatieve groei. Hoewel er dus zeker risico’s verbonden zijn aan het opmerkelijke herstel van China na de 19e eeuw, zijn er momenteel weinig redenen om aan de alarmbel te trekken.

Disclaimer:

Alle meningen in deze KBC Economische Opinies vertegenwoordigen de persoonlijke mening van de auteur(s). Noch de mate waarin de voorgestelde scenario’s, risico’s en prognoses de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. Duurzaamheid maakt deel uit van de algemene bedrijfsstrategie van KBC Groep NV (zie https://www.kbc.com/nl/duurzaam-ondernemen.html). We houden rekening met deze strategie bij de keuze van de onderwerpen voor onze publicaties, maar een grondige analyse van de economische en financiële ontwikkelingen vereist het bespreken van een bredere waaier aan onderwerpen. Deze publicatie valt niet onder de noemer ‘onderzoek op beleggingsgebied’ zoals bedoeld in de wet- en regelgeving over de markten voor financiële instrumenten. Elke overdracht, verspreiding of reproductie, ongeacht de vorm of de middelen, van de informatie is verboden zonder de uitdrukkelijke, voorafgaande en schriftelijke toestemming van KBC Groep NV. KBC kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid of de volledigheid ervan.

Gerelateerde publicaties

Economie en duurzaamheid botsen op de Nijl

Economie en duurzaamheid botsen op de Nijl

Europa in de frontlinie van de economische impact van het coronavirus

Europa in de frontlinie van de economische impact van het coronavirus

Opnieuw een negatieve schok voor Azië

Opnieuw een negatieve schok voor Azië

Iran: economische parel van het Midden-Oosten schittert niet door politiek conflict

Iran: economische parel van het Midden-Oosten schittert niet door politiek conflict