Oost-Europese economieën zijn groeikampioenen van Europa
Het afgelopen jaar hebben de Oost-Europese economieën een opvallende veerkracht getoond in schril contrast met de groeivertraging in de eurozone. In 2020 wordt in Oost-Europa enige vertraging van de reële bbp-groei verwacht, maar in vergelijking met de rest van de EU zullen de Oost-Europese landen evenwel de economische groeikampioenen blijven. Hun economische convergentietraject zal dus worden voortgezet.
Opmerkelijke veerkracht
Terwijl de economische groei in de eurozone in 2019 vertraagde, is de expansie in Oost-Europa solide gebleven. De reële bbp-groei is in sommige landen weliswaar vertraagd, maar ligt nog altijd boven de potentiële groei. Deze veerkracht is opmerkelijk, zeker gegeven de uitgesproken vertraging in de Duitse economie, die via handel en financiële kanalen sterk is geïntegreerd met de regio.
De belangrijkste reden voor de opmerkelijke veerkracht van de regio is de sterkte van de particuliere consumptie en het consumentenvertrouwen, die op hun beurt worden ondersteund door gunstige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. De lage werkloosheidscijfers en het groot aantal vacatures - d.w.z. de krapte op de arbeidsmarkt - dreven de loongroei op. Ondanks de relatief hoge inflatie in de regio ten opzichte van de eurozone, zorgde de sterke loonstijging toch voor een aanzienlijke verbetering van de koopkracht van de huishoudens. Bovendien waren ook de overheidsuitgaven in Polen en Hongarije een belangrijke groeimotor. Door het naderende einde van het meerjarig financieel kader van de EU (2014-2020) werden de EU-fondsen er intensiever gebruikt.
De vooruitzichten voor de bbp-reële groei in de Oost-Europese regio zijn positief. Toch zal veel afhangen van de economische dynamiek in de eurozone, met name in Duitsland. Ondanks de spectaculaire veerkracht tot nu toe is het naïef te denken dat de regio, die zo sterk is geïntegreerd in de Duitse productieketens, volledig immuun kan blijven voor een langdurige zwakte bij zijn belangrijkste handelspartner. De Duitse economische activiteit zou in 2020 echter geleidelijk opnieuw moeten aantrekken. Indien er geen bijkomende belangrijke externe schokken zijn, zoals een harde brexit, zou de economische groei in de hele regio gezond moeten blijven en slechts beperkt mogen terugvallen in 2020. Ook in de toekomst zal de particuliere consumptie waarschijnlijk de belangrijkste groeimotor zijn.
Europese groeikampioenen
De reële bbp-groei in de regio zal dus naar verwachting aanzienlijk boven de verwachte groeipercentages in West-Europa blijven, ondanks de verwachte vertraging. De Oost-Europese economieën zullen in 2020 dan ook de centrale pijler van de Europese groei blijven, zoals nu al enkele jaren het geval is. De absolute koplopers zullen naar verwachting Polen, Hongarije, Bulgarije en Roemenië zijn.
Convergentie gaat door
De sterkere groei van de landen in de regio ten opzichte van de andere EU-landen zal zorgen voor een voortzetting van de macro-economische convergentie van de regio naar het gemiddeld Europees inkomensniveau. Na correctie voor verschillen in koopkracht tussen de landen ligt het bbp per hoofd van de bevolking in alle Oost-Europese landen nog steeds onder het gemiddelde van de EU15. Er zijn echter grote verschillen binnen de regio. Tsjechië is het meest geconvergeerd, terwijl Bulgarije de grootste achterblijver is. Door een snellere groei dan de EU15-landen zullen de Oost-Europese economieën hun achterstand verder kunnen inhalen.