Verkiezingskoorts overschaduwt payrolls
We bevinden ons in de laatste rechte lijn richting wat de “meest ingrijpende Amerikaanse verkiezingen in een generatie” worden genoemd. Trump of Harris. Een blauw Congress, rood of paars. De gevolgen zullen voelbaar zijn tot ver buiten de Verenigde Staten. De markt is hypersensitief. Harris nam afgelopen weekend de leiding in de peilingen voor strijdstaat Iowa. De “Hawkeye State” stemde sinds 2016 nochtans voor Trump. Het lokt vanmorgen een renteval van bijna 10 basispunten en een zwakkere dollar uit, ook al is er in Iowa – laat staan nationaal – nog helemaal niets beslist. De stijgende verkiezingskoorts uitte zich vorige week nog ergens anders: in het arbeidsmarktrapport voor de maand oktober.
Het was een misser van stevig formaat. De lat voor de tewerkstellingsgroei lag op 100k. Psychologisch was dat na het sterke (officieuze) ADP-jobrapport, 233k vs 111k verwacht, misschien nog iets hoger. De maar matig verwachte jobgroei weerspiegelde de impact van langdurige stakingen bij vliegtuigbouwer Boeing en orkanen Helene en Milton die het land begin oktober doorkruisten. Uiteindelijk kwamen er niet meer dan 12k betrekkingen bij. Dat was ruim onvoldoende om de neerwaartse bijstelling van 112k voor de twee vorige rapporten te compenseren. Noem het een mentale tewerkstellingskrimp. De werkloosheidsgraad stabiliseerde op 4.1% ondanks het toegenomen aantal werklozen (de teller van de breuk) én een lichte terugval in de bevolking op beroepsactieve leeftijd (noemer). Het gaat vooral over een gunstige afronding. Cijferfetisjisten merken op dat de werkloosheidsgraad klom van 4.05% tot 4.15%. Het gemiddelde uurloon van de werkende Amerikaan steeg dan weer iets meer dan verwacht, met 0.4% op maandbasis tot 4% jaar-op-jaar maar dat kreeg in de initiële marktreactie amper gewicht. De Amerikaanse tweejaarsrente en proxy voor de toekomstige Fed-beleidsrente kelderde met 15 basispunten van de dagtop. De dollar werd koud gepakt. EUR/USD tikte 1.09. Twee uur later was het alsof er niks gebeurd was. Bij de sluiting en niet gehinderd door een zwakke ISM (Amerikaanse equivalent van de Europese PMI’s) van de verwerkende nijverheid, noteerden zowel de rentes als de greenback hoger. Die laatste redde er zijn dominantie in de technische grafieken mee, voorlopig althans. Het korte eind scoorde bijna een symbolische overwinning. De tweejaarsrente klokte net boven 4.2% af. Het wiste daarmee op vijf basispunten na de vrije val van afgelopen zomer uit. Die was het product van … een zwak arbeidsmarktrapport.
Het arbeidsmarktrapport van oktober heeft weinig informatiewaarde. Het is een negatieve uitschieter, vertekend door allerlei factoren. Maar had de markt dit in een niet-verkiezingsjaar ook zo snel geklasseerd? De tweejaarsrente scheurde op één maand tijd meer dan 70 bpn hoger vanuit het jaardal. De dollar recupereerde over diezelfde periode 450 punten t.o.v. de euro. Bij zo’n stevige herpositionering bood elke tegenvallende (deel)reeks in het recente verleden het ideale excuus voor minstens een pauze in maar zeker geen verderzetting van de heersende markttrends. De prioriteit van de markt ligt elders. En dat is terecht.