Markten rekenen op ECB als wapen tegen onzekerheid
Europese rentes ontsnapten de voorbije maand maar niet aan de krachtige wet van de zwaartekracht. Europese swaprentes verloren sinds eind oktober 20 tot 25 basispunten over de volledige lengte van de curve. Die curve is quasi volledig vlak rond 2.15%, met nieuwe jaardieptepunten van 2j tot 30j.
Onzekerheid is het centrale thema. Geopolitieke onzekerheid over de escalerende oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Geopolitieke onzekerheid over toekomstig Amerikaans president Trump’s favoriete onderhandelingshefboom, invoerheffingen. Politieke onzekerheid in Duitsland, waar de regering viel over de schuldrem. Economische onzekerheid in Duitsland, waar de teloorgang van de (zware) industrie in volle gang is. Politieke onzekerheid in Frankrijk, waar de minderheidsregering in het begrotingsvoorstel voor volgend jaar mogelijk al snel haar Waterloo vindt. Economische onzekerheid in Europa tout court, waar met man en macht geprobeerd wordt slapend kapitaal om te zetten in toekomstgerichte investeringen. Make Europe Competitive Again.
Voor financiële markten neigt dit onzekerheidsopbod naar een Europese recessie. Het helpt mee de lagere lange rentes te verklaren. Bovendien vrezen ze dat een al dan niet gezamenlijke budgettair antwoord zal uitblijven. En dan wordt opnieuw in de richting van de Europese Centrale Bank gekeken als Messias, getuige de verdere daling aan het korte eind van de curve. U kent ondertussen ons riedeltje: in de hoge (>2%) inflatiecontext zijn de handen van het monetaire beleid gebonden, zeker als overheden de begrotingsteugels vieren. De scherpe marktherprijzing in het VS en het VK zijn twee recente voorbeelden.
De Europese geldmarkt verdisconteert voor de volgende drie beleidsvergaderingen cumulatief 100 basispunten aan renteverlagingen (minstens 1x50) en legt de rentebodem eind volgend jaar stilaan op 1.5%. We houden vast aan onze visie dat zo’n scenario te agressief is, maar vechten op korte termijn niet tegen het marktmomentum. Het eerstvolgende ankerpunt is de laatste ECB-meeting van het jaar. Met de Europese inflatiecijfers voor de maand november is de datapuzzel sinds de oktobervergadering volledig gelegd.
Inflatie was een tikkeltje hoger in oktober en in lijn met verwachting in november (2.3% j/j van 2%). Degelijke activiteitsdata (3e kwartaal BBP-groei +0.4% kw/kw) stonden in schril contrast met (nog steeds) pessimistische PMI-enquêtes die het onzekerheidsgevoel uitvergroten. Lonen stegen in het 3e kwartaal aan het sterkste niveau sinds de start van de euro zone (5.4% j/j) en inflatieverwachtingen uit de consumentenbevraging van de ECB lopen vooral op korte termijn opnieuw op (1j: 2.5%). De kredietenquête bij de financiële sector leert dat het ECB-beleid niet langer remmend werkt op de kredietvraag en dat de huizenmarkt herstelt. In die context denken we niet dat de ECB de weinige beleidsruimte die ze heeft al wil opsouperen (vb via een renteknip met 50 bpn). Duits ECB-bestuurdslid Schnabel en Frans ECB-lid Villeroy toonden deze week openlijke verdeeldheid over de te volgen ECB-koers. De ene hamert op de graduele aanpak en fluit markten terug. De andere wil alle optionaliteit behouden. Zwakke groei houdt als tweede afgeleide structureel lagere inflatie in dus heiligt het doel de middelen. ECB-voorzitster Lagarde drong zich sinds de start in haar rol op als compromisfiguur. Die quid pro quo ligt volgens ons in een renteverlaging met 25 bpn in combinatie met een aangepaste toon in de beleidsverklaring. De referentie naar het zo lang mogelijk aanhouden van een restrictief beleid kan sneuvelen.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal