Gevaar is nog niet geweken

We hielden eind vorige week ons hart vast voor het lange eind van de (Amerikaanse) rentecurve. Vrijdag volgde een tweede test van de psychologische 5%-grens voor de 30-j rente. Tot een breuk hoger en gevreesde chaotische verkopen kwam het voorlopig niet, maar het evenwicht (4.9%) is en blijft bijzonder precair.
De nieuwe test volgde na de publicatie van de consumentenenquête van de universiteit van Michigan voor de maand april. De survey wint al enkele maanden aan belang omwille van de peiling naar inflatieverwachtingen. Sinds Trump’s aantreden vrezen Amerikaanse gezinnen hogere en permanentere prijsdruk. Het globale tarievenopbod georkestreerd vanuit Washington lanceerde korte termijn inflatieverwachtingen van 2.6% in november van vorig jaar tot 6.7% (!) in april. Ter vergelijking: inflatieverwachtingen piekten op 5.4% in maart 2022 in de nasleep van de covid-aanbodschokken en energiecrisis. We moeten terug gaan tot 1981 (!!) voor nog meer inflatievrees. Op lange termijn (5-10 jaar), en nog verontrustender, stegen inflatieverwachtingen van 3.2% in november tot 4.4% in april. Ter vergelijking: consumenten behielden gedurende de volledige afwikkeling van inflatie-opstoot in 2021-2022 het vertrouwen dat inflatie op termijn terug zou vallen richting 3%. In de rijke geschiedenis van de bevraging is 4.4% het hoogste niveaus sinds 1991 (!!!).
De voorzitster van de Boston Fed-branche, Collins, hielp in een interview met de Britse zakenkrant Financial Times om de orde tijdelijk te herstellen. Ze laat er geen twijfel over bestaan dat de Fed de liquiditeitskraan opent als het lange eind in crashmodus gaat. In 2008 en in maart 2020 kroop de centrale bank ook in haar loodgietersrol. Toen liet de (lage) inflatiecontext ook renteverlagingen toe. Collins’ collega van de Minneapolis Fed, Kashkari, maakte dit weekend het onderscheid. Hij legt de nadruk op het verankeren van inflatieverwachtingen en pleit voor een stabiele beleidskoers om inflatierisico’s in te perken. Groei-ondersteunende renteverlagingen zijn voor hem niet aan de orde. Amerikaanse geldmarkten spelen sinds de paniek begin deze maand, ons inziens onterecht, met de idee van renteknippen in juni, september en december. We verwachten dat Fed-voorzitter Powell in een toespraak voor de Economic Club of Chicago de anti-inflatieretoriek op woensdag zal aanhouden.
Op donderdag is ECB-voorzitster Lagarde aan de beurt. De geldmarkt beende ons scenario van een 25 bpn renteknip bij, maar snelt zichzelf volgens ons voorbij wat betreft de rest van het jaar met een verwachte ECB-rentebodem rond 1.5%. Hoewel het risico op vervolgactie in juni stijgt, houden we vast aan de idee van een langere ECB-pauze. Een lagere olieprijs en sterkere euro kunnen de inflatoire impact van invoerheffingen en fiscale stimulus afvlakken, maar per saldo zetten we in op een opwaartse revisie van inflatieprognoses in juni (2.3% voor dit jaar in maartvooruitzichten). Op economisch vlak liggen het tarievenverhaal en de budgettaire expansie met elkaar in evenwicht. Het lage startpunt (0.9% groei dit jaar), zorgt voor asymmetrische risico’s (hoger).
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal
Amerikaanse 30j-rente: een precair evenwicht
