Tijd voor een schaderapport

Dag één in het nieuwe handelstijdperk. De financiële markten stonden gisteren in lichterlaaie. De grootste vlammen gingen ondertussen liggen. Maar het vuur is smeulende, zeker niet gedoofd. In de verte reiken donkere rookpluimen nog tot in de hemel. We lopen vandaag door het as. Tijd voor een schaderapport.
De Trump-administratie heeft een duidelijk doel: komaf maken met de systematische handelstekorten die het boekt. Ze beschouwt dat onevenwicht als het gevolg van een oneerlijke concurrentie. Het middel: disruptief hoge invoerheffingen die een complete reset betekenen van diepgewortelde handels- en kapitaalstromen. Dat kan niet anders dan sporen nalaten in zowat elke uithoek van de markt. Investeerders vrezen voor een schok van ongekende (en dat is het probleem) grootte. We trappen af met aandelen. Beurzen op Wall Street waren het epicentrum van een bloederige handelsdag. De Dow Jones liet 4%, de technologiebeurs Nasdaq kelderde met 6%. De S&P500 (-4.8%) verloor een belangrijke steunzone in de buurt van 550. Het technisch beeld oogt zwak. Europese beurzen baadden in een zee van rood. De EuroStoxx50 diept de verliezen van gisteren (3.6%) vandaag uit met 2% en bevestigt zo de technische breuk beneden het 2024-dieptepunt. De sterindex staat op een zucht van wat officieel “een correctie” heeft (10% verlies van de recente top).
Overheidsobligaties boden onderdak aan groeivrezende zoekers van veiligheid. Amerikaanse rentes kelderen tussen 3 (30 jaar) en 18 basispunten (2 jaar). Ook in Duitsland voltrok zich een steilere curve met een dagbeweging tussen -3 en -10 bpn. Die beweging leert dat de markt de eieren eens te meer in het mandje van de Fed en ECB legt. Ze riskeert een koude douche. Rentes gaan vandaag opnieuw tot 10 bpn onderuit, deze keer onder leiding van het lange eind van de curve.
Wie risicoaversie zegt, zegt dollarsterkte. Deze keer is anders. De markt vreest in eerste instantie een Amerikaanse recessie en prijst dat ook zo in. Op een meer fundamentele basis doet de Trump-administratie de poten onder de VS als instituut wankelen. De term “de-dollarisatie” duikt op en speelt een belangrijke, toegegeven langeretermijn, rol. EUR/USD spurtte van de 1.08 regio tot een dagtop boven 1.11. Daar gaat vandaag wat van verloren (1.10) maar we houden vast aan een terugkeer richting de 2024-top (1.1214). In de wandelgangen van de Europese Commissie gonst het ondertussen van de geruchten over fiscale stimulering om de potentiële tarievenklap op te vangen. Spanje talmt niet en stelde gisteren al een nationaal pakket voor. Wie risicoaversie zegt, zegt ook Japanse yen en Zwitserse frank. Zij namen hun rol als veilige haven wél ten harte. Munten zoals de Australische en Nieuw-Zeelandse dollar wonnen gisteren enkel tegen hun nog zwakkere Amerikaanse naamgenoot en gaan vandaag opnieuw onderuit. Hun cyclische gevoeligheid maakt ze uiterst kwetsbaar. Die vloeit voort uit hun open economie die onder meer steunt op export naar het hard getroffen China (tot 54% invoerheffingen) van hard getroffen grondstoffen.
De prijs van een vat ruwe Brentolie duikt vanmorgen naar $67.5, het laagste peil sinds 2021 en een daling van net geen 10% t.o.v. de niveaus voor “Liberation Day”. Dat OPEC+ net gisteren besliste om de productie versneld op peil te brengen is hoogst ongelukkig. Ook metalen zoals koper en aluminium vielen de afgelopen dagen fors terug. Goud als ultieme veilige haven trapte na een verschroeiende rit hoger op zijn adem maar blijft wel kortbij recordniveaus.
Amerikaanse rentecurve op 2 april (groen), 3 april (oranje) en vandaag (blauw).
