Fed: een milde, beheersbare stagflatie?

Zoals voor alle analisten is het voor de Fed ‘trial-and-error’ om de snel wijzigende parameters van het Trump-beleid in te schatten en een reactie voor te bereiden. De onzekerheidsdisclaimer figureerde dan ook prominent in het beleidscommuniqué gisteren. In deze tijd van onconventionele economische analyse vatten we de boodschap van de nieuwe voorspellingen en de commentaar van voorzitter Powell samen als ‘beheersbare stagflatie’. De markt kon er (voorlopig?) best mee leven. Of het zo geordend uitdraait is een andere vraag.
Eerst de beslissing. De Fed hield de beleidsrente onveranderd op 4.25%-4.50%, zoals verwacht. Er was een ‘technische wijziging’. De Fed laat haar portefeuille van overheidsobligaties trager afrollen (max $5 mld per maand in plaats van $25mld). Hier en daar wordt dit in verband gebracht met mogelijke verstoringen in de geldmarkt naar aanleiding van het al of niet verhogen/verlengen van het schuldplafond. Volgens Powell hanteert de Fed het voorzichtigheidsprincipe. In 2019 daalde de marktliquiditeit te snel en zorgde ze voor spanning op de geldmarkt.
In de harde data leest de Fed dat de economie nog steeds goed stand houdt, dat de werkloosheid laag blijft en dat de inflatie iets te hoog blijft ondanks een recente afkoeling. Powell en co hebben nog steeds de tijd om de onverwachte gevolgen van het nieuwe regeringsbeleid in te schatten. In de nieuwe voorspellingen schuift de Fed wel op in de richting van een stagflatiescenario dat zich recent ook aftekende in vertrouwensindicatoren. Vooral dit jaar koelt de groei mogelijk af tot 1.7% (was 2.1% in de decembervoorspelling). Voor 2026 en 2027 blijft de groeischade al bij al zeer beperkt (1.8% van 2.0% en 1.8. van 1.9%). De groei bevindt zich daarmee nog steeds op evenwichtstempo. De werkloosheidsgraad veert dit jaar naar verwachting op tot 4.4% (vs 4.1%). De inflatie-afkoeling stokt dit jaar (2.7% vs 2.5%) maar inflatie keert uiteindelijk wel nog terug tot de 2% doelstelling in 2027. Ondanks de combinatie van hogere inflatie, lagere groei en hogere werkloosheid blijft de mediaanverwachting van de Fed-gouverneurs op 50 bpn bijkomende renteverlagingen zowel voor dit als volgend jaar, al ziet een groeiende minderheid maar ruimte voor één verlaging dit jaar.
Na een moeilijke toelichting in december is Powell er deze keer goed in geslaagd om een in se moeilijke stagflatieboodschap goed aan de markt te ‘verkopen’. De inflatie-impact van tarieven is hopelijk tijdelijk en de Fed gaat er vanuit dat de beleidsonzekerheid/chaos hoogstens tot een groeivertraging leidt en niet tot een recessie. Optimisten kunnen het lezen als een soort uitgestelde zachte landing. Behalve de markt zou zelfs Trump hiermee moeten kunnen leven. Quod non. Hij wilde de rente uiteraard nu al lager om de ‘beleidstransitie’ te begeleiden. Hoe dan ook, Amerikaanse rentes corrigeerden tussen 6.7 bpn (2-j) en 3.5 bpn (30-j). De markt hoopt dat de Fed de economie alsnog een duwtje in de rug kan geven in een “tijdelijk” inflatieverhaal. De beurzen veerden op (Nasdaq +1.4%). De dollar leverde een eerdere beperkte dagwinst in de aanloop naar de beslissing terug in (DXY slot 103.4, EUR/USD 1.0905).
De positieve marktreactie op de Fed communicatie is op zich uiteraard goed nieuws. Toch gaat die markt wel heel vlot mee in de naar onze mening toch wat selectieve, zachte interpretatie van Powell. Toenemende onzekerheid, opwaartse inflatierisco’s, neerwaartse groei- en arbeidsmarktrisico’s. Wat is de kans dat al die dominosteentjes zo vallen dat de Fed een “milde stagflatie” alsnog kan begeleiden met een ‘Fed-put’ (geleidelijk verdere renteverlaging)? Wie leeft zal zien.
VS 2j rente: Powell stelt de markt gerust. Stagflatie blijft, hopelijk, mild en onder controle.
