Centrale banken navigeren doorheen onzekerheid

De voorbije weken was er geen gebrek aan inspiratie voor ‘market watchers’ en ook deze week dienen zich opnieuw heel wat interessante topics aan. Economische data kregen recent minder gewicht in de marktreactiefunctie. In een snel veranderende wereld zijn ze al snel achterhaald. In geval van een markreactie zegt dat meer over het heersend sentiment dan over de data zelf. Met die disclaimer in het achterhoofd houden we deze week een oogje op onder meer de Amerikaanse kleinhandelsverkopen (straks) en regionale vertrouwensindicatoren doorheen de week. In Europa moet het ZEW economisch vertrouwen (woe) een illustratie zijn van het snel verbeterend vertrouwen in de Europese economie.
Meer nog dan data, drukt de geopolitieke verhaallijn haar stempel op het marktgebeuren. Dat is deze week niet anders. Amerikaans President Trump en zijn Russische collega Poetin spreken dinsdag over een bestand in Oekraïne. Morgen geeft het (uittredende) Duitse parlement zo goed als zeker groen licht voor het versoepelen van de constitutionele schuldenrem. Dat laat de volgende regering brede investeringen in defensie en infrastructuur toe. De Europese top donderdag en vrijdag bouwt verder op die verhaallijn. Markten hebben het signaal i.v.m.de Europese fiscale bocht ondertussen begrepen met fors hogere rentes en een remonte van de euro. Ondanks alle onzekerheid (o.a. over de impact van handelstarieven) verwachten we dat correcties in de euro of EMU-rentes beperkt blijven.
Er is ook een lange rist centrale banken die het beleid (her)evalueren met de Fed, de Bank of Japan en de Banco Do Brazil woensdag en de Zweedse Riksbank, de Zwitserse centrale bank (SNB) en de Bank of England donderdag. In het centrale-bank-landschap is minder dan ooit sprake van consistentie of synchronisatie. Het is ieder voor zich om te navigeren in een context met weinig visibiliteit.
Tot nader bericht is de Fed nog steeds een belangrijk monetair ijkpunt voor de globale markten, al zijn Powell en co op dit ogenblik niet per definitie de monetaire trendzetters. Normaal krijgt de maart Fed-vergadering extra gewicht door nieuwe economische voorspellingen en de renteverwachtingen van de individuele Fed-gouverneurs (dots). Vraag is of die ondertussen een duidelijker beeld hebben over de impact van het Trump-beleid op groei en inflatie. Is het nu al het moment om op te schuiven in de richting van groeionzekerheid? We betwijfelen het. Recente data waren verre van eenduidig. De activiteit en de arbeidsmarkt bleven tot nader bericht goed overeind. Vooruitkijkende vertrouwensindicatoren toonden dikwijls een voor de Fed moeilijke combinatie van groeionzekerheid en hogere inflatieverwachtingen. In die context is de kat uit de boom kijken de meest logische/veilige optie (weinig verandering in de dots).
Bij de ‘kleinere’ Europese centrale banken zal de Riksbank zich gesteund voelen door de versteviging van de kroon om het einde van de versoepelingscyclus verder in de markt te zetten. De Zwitserse centrale bank krijgt ook wat ruimte, zij het van een iets zwakkere munt. De Europese reflatie-trade nam de frank wat wind uit de zeilen. Na een nieuwe verlaging tot 0.25% kan de SNB een afwachtende houding aannemen. Voor de Bank of England blijft het schipperen tussen te hoge inflatie, zwakke groei en een regering die steeds minder fiscale armslag heeft door hogere rentekosten en zwakke inkomsten. Voor deze week wordt niets verwacht, maar als het enigszins kan, staan Bailey & co later dit jaar waarschijnlijk klaar om de groei te stutten.
VS 2-j rente consolideert. Waarschijnlijk te vroeg voor een duidelijk signaal vanuit de Fed
