EMU PMI’s wijzen op groei- en inflatieversnelling
De maandelijkse vinger aan de economische pols geeft vertrouwen. PMI-enquêtes bij Europese aankoopdirecteurs wijzen op een goede start voor het tweede kwartaal. Op overkoepelend niveau steeg de PMI verder van 50.3 tot 51.4, het hoogste niveau sinds mei vorig jaar en vooral de tweede maand van groei (>50) na negen maanden onder water. We trekken enkele conclusies.
De spreidstand tussen de binnenlandse diensteneconomie in Europa, veruit de grootste, en de exportgerichte verwerkende nijverheid blijft groot. De diensten-PMI versnelde van 51.5 tot 52.9, ook al het beste niveau sinds mei. Nieuwe bestellingen zetten evengoed een quasi-jaartop waardoor tewerkstelling aan het snelste niveau steeg in 10 maanden tijd. De enige “smet” op het blazoen kwam van een marginale daling in de verwachtingscomponent, al noteerde die in maart wel aan het hoogste niveau in 14 maanden tijd. De PMI voor de maakindustrie viel terug van 46.1 tot 45.6. De malaise in deze sector sleept al aan sinds juni 2022. Het aantal nieuwe bestellingen daalt nu al twee jaar onafgebroken. Toch waren er een aantal positieve kanttekeningen. Het terugschroeven van de productie gebeurde net als voor het schrappen van jobs aan het traagste tempo in een jaar tijd. De toekomst ziet er stilaan positiever uit. Hoewel de aankoop van nieuwe grondstoffen opnieuw daalt, hoopt de sector via de heropbouw van inventarissen stilaan licht aan het einde van de tunnel te zien.
Duitsland en Frankrijk zetten een rem om het Europese herstel. De samenvattende PMI’s voor de grootste landen uit de eurozone blijven beneden het gemiddelde. Duitsland tekent wel voor het eerst sinds juni groei op (50.5). Voor Frankrijk is stil staan (49.9) vooruit gaan. Toch zien we deze maand een forse versnelling in vooral de dienstensector van beide landen. Dankzij die relatieve inhaalbeweging van beide grootmachten schat IHS Markit, verantwoordelijk voor de afname van de PMI’s, de tweedekwartaalgroei in de euro zone voorlopig in op een degelijke 0.3% kw/kw.
Prijsdruk neemt opnieuw toe. Zowel de gemiddelde productiekost als verkoopprijs steeg. In de diensteneconomie is de sterke arbeidsmarkt en looninflatie verantwoordelijk. Tegelijkertijd suggereert het prijszettingsgedrag bij bedrijven dat het disinflatieproces voorlopig gelopen is. Ze gaan ervan uit dat de consument de prijsverhogingen dankzij de comfortabele positie op de arbeidsmarkt kan/zal slikken. Tot slot wakkeren energie- en brandstofprijzen het inflatievuur ook opnieuw aan. De inflatieparagraaf uit het PMI-rapport sterkt in de verwachting dat de ECB na een renteverlaging in juni niet zomaar een versoepelingscyclus kan/zal starten.
Europese swaprentes stijgen vanochtend marginaal, maar botsen voorlopig tegen technische weerstand aan (vorige jaartoppen). De euro veerde initieel op tot tegen de vorige jaarbodem, en eerste weerstand, op EUR/USD 1.0694. Die overwinnen wordt moeilijk tegen een nog steeds sterke dollar. Belangrijkste Europese beursindices herstellen 0.5% tot 1%.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal