De evenwichtsoefening van de ECB
De lente moet eigenlijk nog beginnen maar de gedachten van de markt zijn al een tijd bij de zomer. Dat is naar verwachting hét moment waarop de grote centrale banken een eerste keer het mes in de rente zullen zetten. Beleidsmakers rekenen er op dat er tegen dan afdoend bewijs is voor het behalen van de 2%-inflatiedoelstelling op de middellange termijn. Tot dan staan de beleidsvergaderingen vooral in het teken van tijd kopen. De voorbije weken aligneerde de markt zich min of meer op de verhaallijn van de Fed en ECB. Die eerste hoefde eigenlijk de data maar te laten spreken. Het ISM-bedrijfsvertrouwen uit de dienstensector en het arbeidsmarktrapport hebben deze week het potentieel om dat opnieuw te doen. De ECB wacht een moeilijkere evenwichtsoefening tussen een zwakke, traag herstellende economie en inflatie die in sommige belangrijke graadmeters nog ver boven 2% uitstijgen.
Frankfurt buigt zich aanstaande donderdag over het beleid. De Eurotoren kreeg vorige week nog finale input met de inflatiecijfers voor februari. Het jaarcijfer matigde minder dan gehoopt, van 2.8% tot 2.6%. De stevige maandgroei van 0.6% is meer dan reden genoeg voor een afwachtende i.p.v. een anticipatieve houding bij de ECB. Wie toch bijkomende argumenten zoekt, vindt die bij de onderliggende maatstaven. De voor voeding en energie gezuiverde kerninflatie houdt tegen de verwachtingen in stand boven 3%. Diensteninflatie kampeert zelfs in de buurt van 4%. Deze sterk aan lonen gelieerde variant toont meteen aan waarom de ECB uitsluitsel wil over de uitkomst van de loononderhandelingen vooraleer ze het woord “renteverlaging” in de mond neemt. In de nieuwe ECB-voorspellingen donderdag zullen deze stugge enge inflatiemaatstaven contrasteren met neerwaarts herziene prognoses (energie) voor het algemene cijfer. De ECB stelt de verwachte bbp-groei vermoedelijk ook neerwaarts bij. De Europese economie vermeed ternauwernood een recessie in de tweede jaarhelft van 2023 maar de motor overtuigt allerminst. Zwaargewicht Duitsland is een blok aan het been. Het land vecht tegen de heroplevende perceptie als de zieke man van Europa.
Waar ECB-voorzitster Lagarde de nadruk op legt tijdens de persconferentie is belangrijk voor de markt(reactie). In januari deed ze dat bijvoorbeeld onvoldoende op de te hoge inflatie en creëerde ze verwarring rond de timing - die ze zich nochtans zelf liet ontglippen - van een eerste renteverlaging. Dat opnieuw doen werkt het idee in de hand dat de ECB vóór de Fed de spits afbijt. Het is een ongebruikelijke sequentie maar de markt stapt er moeilijk van af, zelfs met de recente herwaardering. Zo veerden de Duitse rentes in februari weer stevig op. De euro profiteerde er per saldo niet van tegenover de dollar omdat zich in de VS een gelijkaardige rentebeweging ontspon. Bij de aanvang van de nieuwe maand zien we wel tekenen van vermoeidheid rond weerstanden in de buurt van 3% (2 jaar) en 2.5% (10 jaar). Bij een herhaling van januari riskeert Lagarde een korte maar krachtige correctie lager.