Laat de Fed en de ECB maar komen
Het startschot voor de typische, minder liquide zomerhandel is gisteren gegeven. Verhandelde volumes lagen voor het eerst beduidend lager, zelfs voor een maandag. In de eerste helft van de maand juli was er zeker op de rentemarkt nog uitzonderlijk veel volatiliteit. Touwtjetrek tussen twee visies.
Zoals eerder in deze monetaire verstrakkingscyclus is de markt verdeeld in twee kampen. In het begin was het dispuut het startpunt van rentecyclus, daarna ging het over de snelheid en de grootte van de renteverhogingen, nu over het al dan niet nakende einde van het snelle normalisatieproces. Tot nu toe haalde steeds dezelfde groep bakzeil. De argumentatie van beiden is intussen gekend. Kamp noord gelooft in een nieuw tijdperk waarin centrale bankiers enkel oog hebben voor te hoge inflatie. Zeker zolang de arbeidsmarkt krap en de economie drijvende blijft. Nog hoger voor nog langer is hun slogan. Kamp zuid zit vast geworteld in het “recente” verleden. Een verleden waarin centrale bankiers meer dan 10 jaar lang markten dopeerden via een (te) soepel monetair beleid. Het zit in hun DNA. Groei boven alles, met dank aan een lage inflatie context. Deze groep neemt vrede met een sluitstuk in de rentecyclus. Ze dweept met de forse terugval in (hoofd)inflatie, maar vergeet dat het makkelijke werk (negatieve basiseffecten) erop zit. Recessiescenario’s liggen in de bovenste schuif.
Over één ding is iedereen het eens. Van zowel de Amerikaanse Federal Reserve als van de Europese centrale bank verwachten ze een renteverhoging met 25 basispunten volgende week. Woensdag voor de Fed, donderdag voor de ECB. Hoe het daarna verder moet is voer voor discussie. Wat opvalt: de centrale bank die vocaal het luidst is over de nood tot nog meer actie, wordt door de markt het minste geloofd. De Fed sloeg in juni een beurt over, maar 2/3e van de leden sprak over nog minstens twee extra renteverhogingen. Notulen van die vergadering legden de overweging van een juni-verhoging bloot, terwijl de invloedrijke Fed-staf haar recessiewaarschijnlijkheid verlaagde. Arbeidsmarkt- en activiteitsdata lieten nadien vooral opwaartse verrassingen optekenen terwijl het disinflatieproces zich zoals verwacht voltrok. Ondanks die evoluties zet de Amerikaanse geldmarktrente in op een beleidsrentetop na volgende week en op renteverlagingen vanaf het eerste kwartaal van volgend jaar. Don’t fight the Fed, they said… It’s a widow-maker, they said…
Voor de ECB zijn de kaarten iets anders geschud. ECB-voorzitster Lagarde houdt de rangen gesloten. Zelfs de voorstaanders in de inflatiestrijd prediken de partijlijn van data-afhankelijkheid voor september. Nieuwe groei- en inflatievoorspellingen zullen het ECB-traject in het najaar bepalen. De Europese geldmarkt zet ondanks die voorzichtigheid nu al met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid in op nog een extra renteverhoging in september of oktober. Terecht, als u het ons vraagt. De relatieve marktpositionering betekent dat de kans op een (stevige) reactie groter is na de Fed-meeting dan na het ECB-conclaaf.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal