Zwitsers huwelijk kan niet volledig overtuigen

Het gedwongen huwelijk tussen de Zwitserse banken UBS en Credit Suisse laat vanochtend zijn sporen na. Hoewel het faillissement van Credit Suisse daarmee is vermeden, zijn investeerders nog steeds wantrouwig wat betreft financiële stabiliteit. Om te beginnen blijft het systeemrisico bestaan na het bijeenvoegen van de balanstotalen van beide banken. Credit Suisse opsplitsen was vermoedelijk beter onthaald geweest. Daarnaast besliste de Zwitserse regelgever dat obligatiehouders van de meest risicovolle obligaties (“AT1”; CHF & USD-gedenomineerd) de volledige tol betalen, terwijl de aandeelhouder wel nog een (beperkte) restwaarde krijgt. Het omkeren van die natuurlijke ondergeschiktheid (aandeelhouder < obligatiehouder) is naar de letter van de Zwitserse wet dus mogelijk en zorgt op globaal niveau voor een nieuwe inschatting van het AT1-risico. In de Verenigde Staten is het voorbije weekend een kans verkeken om een oplossing te vinden voor een volgende regionale bank in de problemen, First Republic.
Risicoaversie was troef tijdens de Aziatische handel en bij de start van de Europese handel. Europese rentes doken 15 tot 20 basispunten lager en beurzen openden met verliezen tot 2%. We zeggen er wel bij dat de situatie sinds de openingsbel niet verslechterde. Op de wisselmarkt handels EUR/USD stoïcijns. Geen euforie om de redding van Credit Suisse en geen dysforie omwille van de risicoaversie. De EUR/USD-koers van 1.0650 is perfect in het midden van de handelsband sinds begin februari (1.0550-1.0750).
Fed aan zet
De volgende dagen zal de marktvolatiliteit hoog blijven. Het is moeilijk navigeren in zo’n markt. De Fed-beleidsvergadering van woensdag is het volgende ijkpunt. Zonder de turbulentie van de voorbije week, was de Amerikaanse centrale bank op weg om opnieuw te schakelen naar een renteverhoging met 50 basispunten tov 25 bpn begin februari. Twee sterke arbeidsmarktrapporten en koppig hoge inflatiecijfers liggen nu in de balans met de recente vraagtekens rond financiële stabiliteit. In die context verwachten we dat de Fed de rente opnieuw met 25 bpn zal verhogen, van 4.5-4.75% tot 4.75-5%. Op de persconferentie achteraf en in de nieuwe voorspellingen denken we dat de Amerikaanse centrale bank naar analogie met de ECB onderscheid zal maken tussen enerzijds liquiditeit verschaffen voor stabiliteitsrisico’s en anderzijds extra renteverhogingen om te hoge inflatie terug te schroeven. Amerikaanse geldmarktrentes staan gepositioneerd voor een volledig ander scenario. Misschien nog wel een laatste renteverhoging, maar vanaf de tweede jaarhelft renteverlagingen richting niveaus beneden 4%. Die divergentie zagen we eerder in het najaar van 2022 en in januari van dit jaar. Op donderdag worden de Noorse, Zwitserse en Britse centrale bank met hetzelfde beleidsdilemma geconfronteerd. Voor het volgende blik belangrijke economische cijfers is het wachten tot vrijdag met PMI-vertrouwensindicatoren voor de maand maart van Tokio tot Washington.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal
EuroStoxx50 test 4000-niveau, maar voorlopig geen vervolgverliezen
