RBNZ roeit tegen de stroom in
Recent was wat ’anti-inflatievermoeidheid’ in de markten geslopen. Investeerders zagen goede redenen voor minder agressieve renteverhogingen. Ze trokken een iets lager tempo door naar een minder hoge cyclische piekrente, tegen de boodschap de centrale bankiers in. Vanmorgen was de Reserve Bank of New Zealand (RBNZ) heel duidelijk over haar intenties, met of zonder ‘toestemming’ van de markt.
De RBNZ verhoogde de beleidsrente met 75 bpn tot 4.25%. Dat brengt de cumulatieve verhoging sinds de start in oktober vorig jaar op 4.0%. De stap van 75 bpn was geen verrassing, al ‘hoopte’ een minderheid op 50 bpn. Het sentiment binnen de RBNZ lag duidelijk anders. Een stap met 100 bpn werd besproken, maar niet weerhouden. De echte verrassing kwam van het nieuwe beleidsrapport. Voorzitter Orr en co willen de beleidsrente volgend jaar optrekken tot 5.5%. In augustus leefde het idee dat een top rond 4% zou volstaan om de inflatie terug tot de 1-3% doelstelling te brengen. De RBNZ ziet de beleidsrente ministens tot eind 2024 boven 5%.
De verantwoording voor deze toch wel forse intenties zijn sterk in hun eenvoud. De inflatie (2.2% kw/kw en 7.2% j/j) blijft te hoog en hoger dan verwacht. Ondanks de reeds doorgevoerde renteverhogingen bleef de groei sterk (1.7% kw/kw in kw2) en dat houdt waarschijnlijk aan in de tweede jaarhelft. De gezinsbestedingen blijven sterk ondanks hogere rentes, hoge inflatie en dalende huizenprijzen. De sterke arbeidsmarkt (werkloosheidsgraad 3.3%, met hogere participatiegraad), steunmaatregelen van de overheid, een sneller dan verwacht herstel van de toeristische sector en een goede spaarbuffer ondersteunen de vraag. Laat nu juist het temperen van de vraag een belangrijke voorwaarde zijn om de inflatie terug onder controle te brengen. De conclusie van de RBNZ komt vrij hard over. Door het strakke anti-inflatiebeleid verwacht de RBNZ nauwelijks groei in de fiscale jaren 2023/24 en 2024/25 (telkens 0.1%). De werkloosheidsgraad loopt op tot 5.7%. Dan keert de activiteit terug beneden de maximumcapaciteit, wat de basis legt voor een meer evenwichtige, niet-inflatoire groei later.
De RBNZ heeft niet de dominante positie/voorbeeldfunctie van de Fed of andere grote centrale banken. Toch is haar inschatting een herinnering dat het recente sentiment zowel inzake inflatie als i.v.m. de reactiefunctie van de centrale banken uitgaan van een gunstig scenario dat volgend jaar tegen het licht moet worden gehouden. Mogelijk moet de rente hoger en vooral langer restrictief blijven dan momenteel verdisconteerd.
Nog even naar de marktreactie in Nieuw-Zeeland. Die was verdeeld. De korte rentes stegen tot 25 bpn (2j). De geldmarkten accepteren dat de beleidsrente in de zomer volgend jaar richting 5.5% kan gaan. Zoals in veel andere landen verwacht de markt wel al relatief snel renteverlagingen (eind 2023). De winst van de kiwi dollar was zeer beperkt, zeker tegen de Amerikaanse dollar (NZD/USD 0.6180). Binnen de regio deed de kiwi dollar het de voorbije twee maanden wel opvallend beter dan zijn Australische buur en die trend zet zich vanmorgen door. NZD/AUD steeg van 0.87 in september tot bijna 0.93 nu, wat voor die combinatie een significante beweging is. De kiwi dollar versterkt ook geleidelijk verder tegen de euro (EUR/NZD 1.67).