RBA als eerste minder hard op de rem
De Australische centrale bank (RBA) zorgde vanmorgen voor een monetaire verrassing. Na vier opeenvolgende renteverhogingen met 50 basispunten, halveerde ze dat tempo. De beleidsrente gaat van 2,35% naar 2,6%. De RBA voegt er wel aan toe dat dit niet het einde is. Maar waar de markt tot gisteren dacht dat de rentecyclus tot vlot boven 4% kon gaan, is dat vandaag nog 3,5%. Rentes op korte looptijden tuimelen meer dan 30 basispunten als gevolg. Lange rentes (-10 tot -15 bpn) houden iets beter stand. De Australische dollar, die recent al niet in beste doen was, dook even tot AUD/USD 0.645. Het paar herstelde vervolgens wel snel. De reden is de dollar. Die krijgt zelf ook een tik omwille van dalende rentes op Amerikaanse bodem. Markten extrapoleren de Australische beleidsnuance nogal (volgens ons té) makkelijk naar de rest van de wereld.
Het beleidscommuniqué van de RBA wijzigde amper in vergelijking met dat van september. Inflatie, 6,1% in het tweede kwartaal, is te hoog en zal de komende maanden allicht nog oplopen. Voor 2022 verwacht de centrale bank een prijsstijging van iets onder de 8% die volgend jaar halveert tot 4%. Dat is meer dan de 2-3%-doelstelling. Een belangrijk deel van die inflatie volgt uit factoren waar de RBA geen vat op heeft, zoals een verstoord aanbod en grondstofprijzen. Maar een sterke binnenlandse vraag, met de krappe arbeidsmarkt en loongroei als de ruggengraat, speelt zeker ook een rol. Vandaar de stelselmatige verhoging van de beleidsrente. De RBA vindt wel dat ze op relatief korte tijd behoorlijk wat werk verrichtte. Exact een half jaar geleden stond de rente nog op 0,1%. Gegeven de grote onzekerheid, gaande van de globale economie tot de reactiefunctie van met schulden overladen Australische gezinnen op de hogere rentes, vond de centrale bank het gepast het verstrakkingstempo te matigen.
Ondertussen rolden de brede rentemarkten een periode van consolidatie in. De aanleiding was de noodingreep van de Bank of England vorige week. Die schoffelde de twee maand lange opwaartse rentetrend onderuit. Gisteren kreeg de markt ook teleurstellende Amerikaanse data voorgeschoteld. Die doen sommigen twijfelen aan de volharding van de Fed. De conclusie van de RBA trekt vandaag het debat over een vertraging in de rentecyclus van haar collega’s al helemaal open. Het is de perfecte cocktail die de huidige rentecorrectie nog even in stand kan houden, zeker indien Amerikaanse cijfers later deze week (o.a. het banenrapport op vrijdag) een steek(je) laten vallen. Maar een correctie is ook exact wat het is, niet de start van een nieuwe trend. De Australische beleidsnuance creëert een “begin van het einde”-sfeertje. Dat kan, maar dan wel enkel Down Under. Kijk in dit verband zeker uit naar de beleidsvergadering van de Nieuw-Zeelandse centrale bank morgen. Voor de Verenigde Staten of Europa is het echter te vroeg om het Australisch voorbeeld te volgen. Dat laat de inflatoire context gewoon niet toe. Vanuit technisch oogpunt treedt in de Amerikaanse tienjaarsrente eerste steun op bij 3,46%-3,5%. De Europese swaprente (10 jaar) mag rekenen op hulp tussen 2,62%-2,72%.