RBA: stop, go, en terug stop…
De analistenverwachtingen waren uiterst verdeeld, maar de Reserve bank of Australia (RBA) hield de rente vanmorgen onveranderd op 4.1%. In april pauzeerde ze al eens op 3.6% om in mei en juni vast te stellen dat ze toch een tandje moest bijsteken om ‘zekerheid’ te verschaffen dat inflatie relatief snel tot de 2-3%-doelstelling zou terugkeren. Het inflatieglas was een maand geleden halfvol eerder dan halfleeg.
Vandaag trok de RBA opnieuw zoals in april de ‘halfleeg’ kaart. De argumenten voor de pauze zijn op zijn minst voor discussie vatbaar. De RBA neemt terecht akte van de inflatieafkoeling in mei (5.6% van 6.8%). Die daling kwam wel vooral van volatiele componenten waaronder autobrandstoffen. Onderliggende indicatoren daalden minder of nauwelijks. De RBA ziet ook tragere afnemende spanning in de arbeidsmarkt. We willen niet polemiseren, maar ook dat kan je zien als een selectieve ‘halfleeg’ redenering. De mei-arbeidsmarktdata waren alvast ijzersterk, met stevige jobcreatie en een werkloosheidsgraad die daalde tot 3.6%, een zucht van het historisch dieptepunt. Verdere verstrakking is mogelijk, maar de RBA wil even tijd om de ontwikkelingen grondig te bestuderen.
Er zijn ondertussen heel wat termen om het stop-and-gobeleid van de centrale banken te typeren. De Fed nam geen pauze maar sloeg een beurt over (skip) ondanks het optrekken van de verwachte beleidsrentepiek. Er zijn ook ‘dovish hikes’ zoals bij de Zweedse Riksbank (bescheiden 25 bpn verhoging vorige week, met een terughoudend engagement om de rente verder op te trekken. In de analyses op financiële nieuwsagentschappen krijgt de RBA-beslissing vanmorgen het label van een ‘hawkish pause’. De markt gaat er vanuit dat ze de rente deze zomer of dit najaar nog minstens één keer zal (moeten) optrekken. De 2-j rente, die wat opliep in de aanloop naar de beslissing, noteert ondertussen quasi onveranderd (4.06%).
Zoals bij de Fed, en zeker bij de Riksbank en de Bank of England (voor juni) blijft de vraag waarom centrale banken met een data-afhankelijke aanpak, toch eerder voor een terughoudende dan een doortastende strategie kiezen. De obligatiecrash in het VK of de aanhoudende (ongewenste) druk op munten zoals de Zweedse (en ook de Noorse) kroon illustreren dat de kostprijs van achter de feiten aan lopen groter is dan van een preventieve aanpak die de rente snel op een geloofwaardig niveau brengt. De RBA heeft misschien iets meer reden om kort op de bal te spelen gezien de hoge frequentie van beleidsvergaderingen (volgende vergadering vindt al plaats op 1 augustus), maar het punt blijft.
Ook de reactie van de Aussie dollar op het RBA-rentenieuws is beperkt. De marktinschatting van de reactiefunctie van zowat alle grote centrale banken is onzeker. We blijven eerder voorzichtig over de Aussie dollar. Een ‘stagflatie-achtig’ scenario waarbij het globale monetaire beleid prioriteit blijft geven aan inflatie ten koste van groei is ongunstig voor een cyclisch gevoelig munt zoals de Aussie dollar. Dat geldt ook voor de kwakkelende groei bij grote grondstoffenklant China. Risico-activa doen het tot nu opvallend goed, maar een eventueel minder uitbundig risicosentiment op termijn zet de Aussie dollar waarschijnlijk in het defensief tegen de dollar en de euro. We zien de AUD/USD combinatie (nu 0.6680) dan ook eerder evolueren naar de onderste helft van de 0.6450/0.69 handelsband.