Inflatie fluit Norges Bank terug

Het voelt misschien nog niet zo aan maar koning winter is in aantocht en dus schuiven we voor de gelegenheid vandaag eens op richting het hoge, koude noorden. We keren enkele dagen terug in de tijd en nemen eerst de Noorse inflatiecijfers onder de loep. Die kwamen als een verrassing, niet alleen voor de markt.
De prijzen stegen in september met 1,4% op maandbasis tot 6,9% j/j. Gezuiverd voor energie en belastingen, zet de kerninflatie dankzij een stevige 1% m/m zijn opmars verder richting 5,3%, een nieuw record. Deze graadmeter neemt de Noorse centrale bank (Norges Bank) in overweging bij haar monetair beleid. Op de meest recente beleidsvergadering in september trok ze de rente op tot 2,25%. Omdat ze de inflatiedynamiek systematisch onderschatte, is de omvang van de renteverhogingen al drie keer na elkaar dubbel zo groot dan normaal (50 bpn). Ze signaleerde toen wel dat ze er binnenkort misschien van afstapt. De economie koelt af en de al geleverde monetaire verstrakking werkt daar verder op in. Dit remt de inflatie geleidelijk aan af. Ze ging ervan uit dat een beleidsrente rond de 3% ergens deze winter zou volstaan. Zowel het terugschakelen als die 3% is waarschijnlijk te optimistisch. De septemberinflatiecijfers zijn een pak meer dan de Norges Bank in de voorspellingen opnam. Ze rekende op 6% algemene inflatie en 5% kerninflatie. Opnieuw bijstellen, dus. De Norges Bank krijgt ook weinig steun van de munt in haar strijd tegen de inflatie. De kroon profiteerde begin dit jaar slechts tijdelijk van de hoge olie- en gasprijzen. Het is eigenlijk opmerkelijk hoe moeilijk de munt het heeft tegen de zwakke euro. De Norges Bank hield de deur voor een hogere (dan 3%) beleidsrente open als de inflatievooruitzichten dat vereisen. Maar zelfs met de tegen de 4% leunende beleidsrente die de markt verdisconteert, kan de kroon geen vuist maken. EUR/NOK brak in maart met het twee jaar oude neerwaarts handelskanaal en hernam sindsdien de gestage, structurele opwaartse langetermijntrend van in het pre-coronadecennium.
De Noorse kroon heeft met olie en gas niettemin twee belangrijke, schadebeperkende troeven. De Zweedse oosterburen moeten het stellen met köttbullar en (weliswaar zeer praktische) Pax-kasten. Monetair trapt Zweden wel nog met de twee voeten op de rem. De Riksbank trok in september de rente met een vol procentpunt op (1,75%). Inflatie blijft de topprioriteit. Dat is terecht: inflatiecijfers (september) van deze morgen nestelen zich voor het eerst in vier decennia boven 10% j/j. De twee favoriete maatstaven van de Riksbank versnelden tot 9,7% en 7,4%. Ondanks die stevige renteverhoging (met nog meer in het verschiet), profiteerde de Zweedse munt niet. De andere centrale banken, in het bijzonder de ECB, zitten natuurlijk ook niet stil. Ondertussen noteert EUR/SEK aan de hoogste niveaus sinds de pandemie. Die zwakke SEK-prestatie komt in deze inflatoire tijden zeer ongelegen. Het is Riksbank-gouverneur Ingves niet ontgaan. Hij koppelde de facto de Zweedse beleidsrente aan de Europese plus een stevige premie. Met dat renteverschil hoopt hij het kortetermijn SEK-verval minstens te vertragen, voorlopig zonder succes. Hoe dan ook is SEK, meer nog dan NOK, op lange termijn een trendmatige verzwakker.
EUR/NOK pikt de draad na twee jaar weer op.
