NBP is blind voor inflatie

Wat hebben centrale banken vandaag de dag met elkaar gemeen? Juist, de visie op (tijdelijke) inflatie. Zo’n breed gedragen consensus lokt, of zou dat toch moeten, gezonde scepsis uit. Dat is met name zo wanneer inflatie onverwacht en ver boven de doelstelling uitstijgt. Dat is het geval in Polen.
De Poolse centrale bank (NBP) streeft naar 2,5% inflatie met een tolerantie van 1 ppt langs weerszijden. In april bedroeg de gemiddelde prijsstijging maar liefst 4,3% j/j. Toch maakte de NBP zich tijdens de beleidsvergadering maar weinig zorgen. Veel, zoniet alle stuwende factoren zijn namelijk van voorbijgaande aard. Ze verwijst onder meer naar de verstoorde logistieke kettingen maar ook naar basiseffecten van de olie-, voedsel- en elektriciteitsprijzen. Bovendien kijken centrale banken voornamelijk naar inflatie gecorrigeerd voor die componenten. Maar dat wringt een beetje in het geval van Polen waar de drie grosso modo 40% van het consumptiemandje uitmaken. De NBP verwacht dat inflatie de komende maanden boven de maximaal toegelaten 3,5% blijft om in de loop van volgend jaar opnieuw af te koelen. Tegen dan zijn de economie en arbeidsmarkt (en looninflatie) verantwoordelijk voor het verdere prijsverloop. De toekomst oogt alvast goed maar onzeker. Polen slaagde erin om een volledig ontspoorde derde golf in te dijken dankzij strenge maatregelen. Binnenkort zal de economie flink aantrekken dankzij een sterk binnenlands én globaal vraagherstel, maar niet zonder een uiterst accomoderend beleid van 0,1% beleidsrente en kwantitatieve versoepeling.
De NBP behoudt haar recent aangenomen neutrale appreciatie van de zloty. Ze vindt de Poolse munt voorlopig zwak genoeg. Aan 4,57 noteert EUR/PLN niet zo gek ver van de pandemische hoogtepunten (dieptepunt voor de zloty). Het koppel kan nog wel even in die buurt vertoeven zolang de NBP de oogkleppen voor inflatie aan houdt. Het is wel zaak om die tijdig af te nemen en enige beleidsnormalisatie in het vooruitzicht te stellen. Anders dreigt een vicieuze cirkel van hogere (verwachte) inflatie, negatieve(re) reële rentes en een zwakke(re) zloty. Vraag maar aan Hongarije.
Norges Bank
We gaan nog even naar Oslo. Daar zorgde de Norges Bank tijdens een tussentijdse beleidsvergadering vanmorgen voor een status quo van het nulrentebeleid. “En wat met de obligatie-aankopen?” De Norges Bank heeft geen dergelijke programma’s lopen. In maart liet ze zich economisch optimistischer uit. Noorwegen zal de pandemie sneller dan verwacht verteren met een groei van 3,8% dit jaar, 3,4% in 2022 en ongeveer 1% in de twee jaren daarna. Dat blijft min of meer overeind, al voegt de centrale bank er aan toe dat de coronamaatregelen de afgelopen maanden wat verstrengden. Noorse (kern)inflatie bleef in maart relatief hoog maar zal omwille van de versteviging van de Noorse kroon en gematigde loondruk convergeren richting de 2%-doelstelling. De centrale bank houdt vast aan het voornemen om de beleidsrente diep in de tweede jaarhelft te verhogen. Die nakende rentesteun samen met een door het globaal herstel geschraagde olieprijs houdt volgens ons de wind in de zeilen van de Noorse kroon. EUR/NOK 10 is voorlopig iets te hoog gegrepen maar waarschijnlijk slechts een kwestie van tijd. EUR/NOK 9,83 is dan de eerstvolgende technische referentie.
EUR/PLN: een voor inflatie blinde NBP houdt zloty zwak
