Financieel vermogen herstelt van coronaschok
Op 12 januari 2021 publiceerde de Nationale Bank van België de financiële rekeningen voor het derde kwartaal van 2020. Die rekeningen bieden een gedetailleerd beeld (per financieel instrument: bankdeposito’s, vastrentende effecten, beleggingsfondsen, aandelen…) van de financiële activa en schulden tussen de nationale institutionele sectoren (bedrijven, financiële instellingen, overheid, huishoudens) en tussen de nationale economie en het buitenland. Zij geven dus een goed inzicht in het verloop van de financiële positie van de verschillende sectoren in de economie alsook van de impact van economische schokken op het financieel vermogen.
Uit die financiële statistieken blijkt dat het netto financieel vermogen van de Belgische huishoudens snel herstelt van de initiële klap door de uitbraak van het coronavirus. Het netto financieel vermogen van die huishoudens bedroeg in het derde kwartaal van 2020 zo’n €1101,8 miljard (brutovermogen van €1418,7 miljard en €316,9 miljard schulden) en bereikte daarmee opnieuw het pre-crisisniveau van €1101,6 miljard. Dit herstel verbergt echter wel de stevige verliezen die de coronacrisis veroorzaakte, in het bijzonder voor de meer risicovolle activaklassen. In het eerste kwartaal van 2020 – toen de impact van de crisis op de financiële markten het sterkst was – daalde het netto financieel vermogen van de Belgische huishoudens met ruim €63 miljard, een daling van 5,7%. Ter vergelijking: de verliezen tijdens de financiële crisis en de Dot-com crisis bedroegen respectievelijk 6,2% en 7,9%. Het snelle herstel van de financiële markten tijdens de coronacrisis – en in het bijzonder de aandelenmarkten – vanaf het tweede kwartaal van 2020 heeft sterk bijgedragen aan het herstel van het financieel vermogen en de uiteindelijke verliezen beperkt.
De samenstelling van de financiële activa van de Belgische huishoudens toont ook het grote en stijgende belang van deposito’s in de portefeuille van de Belgische huishoudens. Ongeveer een derde van de financiële activa – ruim €460 miljard – wordt nu aangehouden in de vorm van deposito’s of chartaal geld. Dit is een duidelijke stijging ten opzichte van het aandeel van deposito’s in 2000, toen het ongeveer 24% vertegenwoordigde. Tijdens de coronacrisis werd die depositopositie verder versterkt toen de huishoudens, als gevolg van het voorzorgs- en gedwongen sparen, om en bij €20 miljard aan deposito’s spaarden. Het belang van aandelen, en verzekerings- en pensioenproducten, en meer recent ook beleggingsfondsen, steeg ook merkelijk doorheen de tijd, terwijl dat van schuldinstrumenten daalde. In de meest recente data voor het derde kwartaal zien we opnieuw een sterke stijging in de meer risicovollere activa: beleggingen in aandelen en/of fondsen stegen met meer dan €4 miljard.
De samenstelling van het Belgisch vermogen – met een belangrijke component aan deposito’s – impliceert ook dat gemiddeld genomen niet alleen de groei van dat vermogen (om en bij 3% per jaar in 2000-2020), maar ook de volatiliteit en crisisgevoeligheid ervan relatief beperkt zijn gebleven. Dat was ook tijdens de huidige crisis nog het geval.