Frankrijk en Duitsland stoffen tandem af
Het is momenteel een periode van afwachten. We kijken toe hoe het bedrijfsleven stilaan de draad terug oppikt. En welke de impact is op de verspreiding – die tot nader bericht min of meer onder controle is – van het coronavirus. De monetaire autoriteiten deden ondertussen zowat alles wat van hen verwacht werd. Vanuit fiscale hoek regende het steunpakketten. Alleen de Europese Unie viel wat dat betreft uit de toon. Maar als het van Frankrijk en Duitsland afhangt, hoeft dat niet langer.
De Frans-Duitse as nam in het verleden vaak het voortouw in de Europese besluitvorming. Op die tandem kwam sinds het aftreden van Frans president Sarkozy in 2012 wel serieus wat stof te liggen. De huidige coronacrisis dwingt de twee grootste Europese economieën echter terug op het zadel en dat leverde zowaar een compromis voor een Europees herstelfonds op. Frankrijk is samen met Zuid-Europa voorstander van zogenaamde corona-obligaties: op Europees niveau schuld ophalen en die onder de vorm van subsidies/transfers onder de lidstaten verdelen. Duitsland is met veel landen van Noord-Europa tegen elke vorm van gemeenschappelijke schuldopbouw. Het Frans-Duitse initiatief kiest voor een middenweg via de Europese begroting.
Voor de financiering van het fonds, zo’n dikke €500 miljard, rekent het voorstel op de Europese Commissie. Het zou zo de huidige openstaande schuld van de EU (ongeveer €52 miljard) wel stevig verhogen. De aangetrokken middelen worden uitgekeerd – niet uitgeleend – aan de landen het hardst in nood, in casu Zuid-Europa. De terugbetaling van de Europese schuld gebeurt via het Europees budget. Dat wordt op haar beurt proportioneel gefinancierd door de individuele lidstaten. Duitsland levert daartoe al jaren de grootste bijdrage (bijna 21% in 2018). Europese (noord-zuid) solidariteit: check. De weg naar het herstelfonds is wel nog lang. Elke lidstaat moet het voorstel goedkeuren en dat is geen evidentie. Landen als Oostenrijk en Nederland staan erop dat de middelen als leningen verstrekt worden. Een principekwestie. De kanselier bevestigde dat gisteren nogmaals. En in welke mate is het Frans-Duits initiatief écht nog verschillend van gezamenlijke schuld? Nog zo’n “no-go” voor het orthodoxe noorden.
Het voorstel in z’n huidige vorm zal misschien niet geheel de toets van alle lidstaten doorstaan maar de basis is gelegd. Voor de markt was dat in elk geval een stap in de juiste richting. De sfeer zat gisteren eigenlijk al bijzonder goed dankzij de veelbelovende resultaten van een Covid-19-vaccin. De mogelijke doorbraak in het Europees herstelfonds was de spreekwoordelijke kers op de taart. Aandelen gingen meer dan 5% hoger in Europa, Duitse rentes stegen 8 bpn aan het lange eind en kredietrisicopremies van landen zoals Italië gingen met 25 basispunten onderuit. De euro was in goede doen en nestelde zich voorbij de EUR/USD-weerstand nabij 1,0875 tot in de lage 1,09. Nu nog de Europese daad bij het woord, liever vandaag dan morgen.