Omkering van de bewijslast op de markt…

(Markt)verwachtingen evolueren enorm snel. Vorige week was de vraag nog ‘of’, en zo ja, ‘wanneer’ de monetaire (en fiscale) autoriteiten ter hulp zouden komen om de gevolgen van het coronavirus te temperen. Ondertussen zijn de ‘of’ EN de ‘wanneer’ van de baan. De markt heeft haar conclusie getrokken. De hulp (in de eerste plaats van de Fed) komt er ‘onmiddellijk’ en zal ‘groot‘ zijn. De enige vraag blijft: ‘hoe groot’? Die analyse heeft niet meer het predicaat ‘speculatie’. De Fed, de Bank Japan (BoJ) en de Bank of England (BoE) hebben het met evenveel worden gezegd: we staan klaar. De ECB volgt de zaak ook op maar heeft natuurlijk amper nog pijlen op haar boog.
Even naar de feiten. Vrijdag voor het sluiten van de mark kwam Fed-voorzitter Powell met een perscommuniqué van vier korte lijntjes. Ja, het gaat nog steeds goed met de Amerikaanse economie, maar het coronavirus vormt een niet te negeren risico. De Fed houdt de gevolgen voor de economie scherp in het oog en zal de gepaste maatregelen nemen. Een tussentijds Fed-communiqué over het monetair beleid is uiterst zeldzaam. Powell deed ook geen enkele poging om de oplopende marktverwachtingen te temperen. Zwijgen/niet afremmen, is toestemmen, concludeerde de markt. Ook vanmorgen zakken de rentes in de VS verder weg. De markt gaat er vanuit dat de Fed de rente op (of voor ?!) 18 maart met 50 bpn verlaagt. Ze vreest dat (de aanpak van) het coronavirus wel eens het dominosteentje kan zijn dat de laat-cyclische (Amerikaanse & globale) economie ‘over de rand duwt’. In dat scenario kan de eerste forse rentestap van maart ook sneller dan verwacht een vervolg krijgen. Of het allemaal zo’n vaart loopt zal van de effectieve schade afhangen. Dat het ‘schokeffect’ voor de economie (in eerste instantie) fors kan zijn, bleek vanmorgen uit de Chinese PMI’s voor februari. De ‘officiële’ algemene (composite) PMI dook van 53 tot 28.9. Ook de deelindicatoren voor de verwerkende nijverheid (35.7) en de dienstensector (29.6) vielen terug tot de laagste niveaus ooit, zelfs beneden wat werd opgetekend tijdens de crisis in 2008/2009. In Europa en de VS zal het mogelijk zo’n vaart niet lopen, maar als de ISM’s in de VS (nu nog boven 50) de volgende maanden een duik nemen van de orde van grootte van 5 punten of meer, is er geen enkele reden voor de Fed om doortastende actie uit te stellen. De markt gaat er dan ook vanuit dat de Amerikaanse beleidsrente eind dit jaar richting 0.5%/0.75% zal zakken.
In die context wordt er mogelijk opnieuw nagedacht over alternatieve (monetaire) maatregelen. Zelfs voor de EMU, waar de renteverlaging om principiële en praktische redenen heel moeilijk ligt, gaat de markt er vanuit dat de ECB ‘niet anders kan’ dan ‘met pijn in het hart’ de rente verder te verlagen.
Het verhaal hierboven gaat over marktverwachtingen in het heetst van de strijd. Of en hoe groot de economische schade zal zijn in specifieke regio’s blijft koffiedik kijken. Vanuit marktoogpunt heeft er wel een soort ‘omkeer van de bewijslast’ plaatsgevonden. Het coronavirus is een verstorende factor van belang en de centrale banken zullen niet anders durven dan het voorzorgsprincipe zeer soepel toe te passen. De Fed, de enige die nog ruimte heeft, zal het voortouw nemen. De markt zal pas op haar ‘ultra-softe’ stappen terugkeren als uit de harde cijfers blijkt dat de schade van corona meevalt. Voor die ‘positieve duidelijkheid’ er komt, is 2020 mogelijk al ver gevorderd.
Nog even naar EUR/USD. Recent nog was de vraag wat de volatiliteit in het algemeen en in EUR/USD in het bijzonder zou ‘opkrikken’? Hier heeft het coronavirus onverwacht snel voor een antwoord gezorgd. Het herstel van EUR/USD is uiteraard geen positieve appreciatie van de euro, maar gevolg van een (permanente?) daling van de relatieve rentesteun voor de USD. Zolang de corona-onzekerheid woedt, kan de ‘by-default’ zwakkere USD nog even aanhouden.