Rentecorrectie nog niet aan rust toe
China mag dan wel de deuren gesloten houden (zelfs vrij letterlijk), de rest van de wereld draait deze week gewoon verder. Los van de negatieve ontwikkelingen i.v.m. almaar uitbreidende coronavirus, heeft ook de economische kalender in de laatste week van januari de markten heel wat te bieden. Een kort overzicht.
We richten de ogen in eerste instantie op de VS. De Fed houdt woensdag de eerste beleidsvergadering van het jaar. De verwachtingen liggen laag. De Fed signaleerde in december een status quo tenzij de inflatie hard van stapel loopt of de economische vooruitzichten fors verslechteren. Quod non. Bovendien suggereerden heel wat Fed-leden tijdens recente optredens dat ze zich in deze omstandigheden wel kunnen vinden met de huidige beleidsrente van 1.50-1.75%. Interessanter is daarom de publicatie van de vierdekwartaalgroei. In het derde kwartaal van 2019 groeide de VS met 2.1% kw/kw (geannualiseerd). De markt anticipeert een evenaring in Q4. We vrezen echter een teleurstellende bijdrage van de investeringen en de consument, de sterkhouder van de Amerikaanse economie. Het fors gekrompen handelstekort legt wellicht onvoldoende tegengewicht in de schaal. Volgens de klassieke economische theorie volgt inflatie op groei. We kijken daarom uit of de PCE-deflator vrijdag de 0.6%-punt achterstand op de CPI inhaalt. Het belang ervan neemt in geval van teleurstellende groei mogelijk wel af. Ook de eurozone komt in de schijnwerpers. De Europese economie klimt uit een dal maar echt overtuigend zijn de data voorlopig niet. Zo belandde de Duitse Ifo-indicator belandde vanmorgen nog onder de lat. En de verwachte Q4-groei van 0.2% kw/kw (vrijdag) kan je bezwaarlijk een economische renaissance noemen. We zoeken dan ook niet veel meer dan een energie-gedreven opstoot(je) in de inflatiecijfers (1.4% j/j) op vrijdag.
Wat met de wissel- en rentemarkten? Het coronavirus stuurt beleggers vandaag richting veilige havens. De Amerikaanse tienjaarsrente valt onder een eerste steunzone nabij 1.7%. In het Duitse equivalent sneuvelde de -0.34%-steun. Opmerkelijk: ook de Europese periferie presteert uitzonderlijk sterk. De Italiaanse kredietrisicopremie keldert bijna 20 basispunten en neemt landen als Griekenland en Spanje op sleeptouw. De reden? Salvini’s Lega delfde zondag het onderspit tegen de regerende linkse coalitie tijdens regionale verkiezingen in Emilia-Romagna. Het staartrisico van vervroegde Italiaanse federale verkiezingen (en de controversiële Lega aan het roer) neemt af. Maar daar is in de euro bitter weinig van te merken. Sinds de breuk van EUR/USD beneden 1.1066 verslechterde het technisch plaatje. Het paar houdt momenteel het hoofd maar net boven de 1.10. In een context van onzekerheid en weinig overtuigende data kan de huidige neerwaartse rentecorrectie aanhouden en behoudt de dollar waarschijnlijk het voordeel van de twijfel.
Nog kort een Britse uitsmijter. Vrijdag 31 januari is het verzamelen geblazen op de Vlaamse kust om het Verenigd Koninkrijk de EU officieel vaarwel te zwaaien. Afspraak om 23u59 aan ’t Ostends Café. In de aanloop daar naartoe pikken we nog de Bank of England mee. Britse data waren recent (zeer) zwak. Speculatie voor een renteverlaging groeide en werd zelfs door diverse BoE-leden in de hand gewerkt. Het onverwacht sterk herstel in het voorlopende Brits PMI-bedrijfsvertrouwen zaaide vrijdag opnieuw twijfel. Het blijft op dit moment een dubbeltje op zijn kant. We denken hoe dan ook dat het herstel van sterling tot EUR/GBP 0.84 voorlopig ver genoeg gaat.