Italië moet unieke kans op versterking economie grijpen

Economische Opinie

Het coronavirus heeft veel, maar niet alle zekerheden onderuit gehaald: Italiaanse regeringen blijven balanceren op een slappe koord. Midden januari namen de ministers van Viva Italia, de nieuwe partij van voormalig premier Renzi, ontslag. De resterende minderheidsregering kreeg nog wel het vertrouwen in het Parlement, maar nam nadien toch ontslag. Italië zit zo in een politieke impasse op het moment dat het herstelplan voor na de coronacrisis moet worden opgesteld. Met dat plan kan het financiële steun uit het Europees herstelfonds (Next Generation EU) krijgen voor investeringen die de economie structureel versterken. Dat is waar Italië bij uitstek nood aan heeft om zijn kwetsbare overheidsfinanciën beheersbaar te houden. Het moet die unieke kans grijpen. 

Hard getroffen, maar veerkrachtig

Zowat een jaar geleden kwam Italië in het nieuws als het land waarlangs de covid-19-pandemie Europa binnenkwam. De schokkende beelden van overvolle Noord-Italiaanse ziekenhuizen maakten de ernst van de pandemie pijnlijk duidelijk. Volgens de maatstaf van de universiteit van Oxford kende het land in de periode februari-april 2020 met voorsprong de strengste lockdown in Europa. De economische terugval was gigantisch, al was die in het tweede kwartaal in Frankrijk en vooral in Spanje nog groter. De Italiaanse economie kende in het derde kwartaal bovendien een opmerkelijk sterker herstel dan Spanje. De economische schade was toen vergelijkbaar met die in minder getroffen landen, zoals Duitsland en Nederland (figuur 1). 

Behalve van de dynamiek van de pandemie en van de reactie daarop van beleidsmakers, gezinnen en bedrijven, hangt de economische impact van de pandemie ook af van de sectorsamenstelling van de economie. De Italiaanse economie is extra kwetsbaar door het relatief grote gewicht van de horeca, al is het belang daarvan in Spanje nog de helft groter (figuur 2). Ook de kleinhandel, die vooral door de lockdownmaatregelen tijdens de eerste golf werd getroffen, heeft in Italië een groter economisch gewicht dan in de andere grote eurolanden, met uitzondering van Spanje. Het aandeel van de eveneens zwaar getroffen sectoren kunst, entertainment en recreatie is er daarentegen relatief beperkt. Bovendien heeft in Italië de verwerkende nijverheid een relatief groot economisch belang. Daardoor kan het land meer dan Spanje of Frankrijk profijt trekken uit de wereldwijde opleving van de industrie, die sinds de zomer van 2020 op gang kwam (zie KBC Economische Opinie van 10 december 2020). Dat droeg bij tot het krachtig economisch herstel in het derde kwartaal van 2020 en kan de veerkracht van de economie tijdens de tweede coronagolf ten goede komen.

Torenhoge overheidsschuld... 

Zoals overal in de wereld, trekt de coronacrisis een diep spoor door de overheidsfinanciën. Figuur 3 vat voor de belangrijkste eurolanden de begrotingsmaatregelen samen die in 2020 naar aanleiding van de coronacrisis werden genomen, ingedeeld naargelang van hun impact op de overheidsbegroting. De figuur illustreert dat maatregelen met een onmiddellijke impact, zoals het verhogen of vervroegen van de uitgaven en allerlei lastenverlagingen, in Italië ten belope van 7% van het bbp weliswaar beduidend waren, maar in vergelijking met de meeste andere getoonde landen relatief bescheiden bleven. 

Dat is bemoedigend tegen de achtergrond van de precaire Italiaanse overheidsfinanciën. Volgens de prognoses van de Europese Commissie zou het structurele primaire begrotingstekort van de Italiaanse overheid in 2022 dalen tot ‘slechts’ 1,2% van het potentiële bbp. Het zou net iets kleiner zijn dan in Duitsland en drie keer lager dan in België. Het totale tekort zou evenwel nog 6% van het bbp bedragen. De Italiaanse overheidsschuld - na de Griekse de hoogste in de eurozone - zou oplopen tot bijna 160% van het bbp, zonder een daling in ‘t verschiet. 

Dat is zorgwekkender, temeer daar figuur 3 ook toont dat de Italiaanse regering gul is met maatregelen die de overheidsfinanciën in de toekomst nog verder zouden kunnen belasten, zoals de mogelijkheid om private schuld te waarborgen. Als die waarborgen zouden moeten worden aangesproken, jagen zij het tekort en de schuld verder omhoog. 

... schreeuwt om versterking economie

Het vooruitzicht van fors verslechterende overheidsfinanciën maakte onmiddellijk na het uitbreken van de coronapandemie in februari 2020 beleggers in Italiaans overheidspapier nerveus. Het renteverschil met Duitse Bunds, een maatstaf voor de risicopremie, liep fors op, zeker nadat ECB-voorzitter Lagarde zich liet ontvallen dat de ECB er niet is om renteverschillen laag te houden. Met de lancering door de ECB van het Pandemic Emergency Purchase Programme (PEPP), onmiddellijk na die uitspraak, keerde de rust op de financiële markt weer. De recente crisis had nauwelijks invloed op de risicopremie. 

Zolang de pandemie woedt, is de impliciete steun van centrale banken aan het begrotingsbeleid door te zorgen voor goedkope financieringsvoorwaarden verdedigbaar. Maar dat blijft niet duren. Er komt een tijd, waarin de markten de overheden weer op de houdbaarheid van hun schuld zullen aanspreken. 

Het probleem van de Italiaanse overheidsschuld is al decennialang vooral een probleem van zwakke economische groei (zie KBC Economische Opinie van 12 mei 2020). Met de financiële steun van het herstelfonds van Next Generation EU krijgt Italië een unieke kans om werk te maken van de versterking van zijn economisch groeipotentieel. De goedkeuring van dat fonds had heel wat voeten in de aarde, onder meer wegens de vrees van sommige lidstaten over de gebrekkige discipline van andere lidstaten bij de besteding van het geld. Dat de Italiaanse regering struikelde, onder meer over het opstellen van het herstelplan dat Europa eist om de steun uit te keren, illustreert hoe moeilijk het is om de geboden kans te benutten. Italië mag niet naast die kans grijpen. 

Disclaimer:

Alle meningen in deze KBC Economische Opinies vertegenwoordigen de persoonlijke mening van de auteur(s). Noch de mate waarin de voorgestelde scenario’s, risico’s en prognoses de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. Duurzaamheid maakt deel uit van de algemene bedrijfsstrategie van KBC Groep NV (zie https://www.kbc.com/nl/duurzaam-ondernemen.html). We houden rekening met deze strategie bij de keuze van de onderwerpen voor onze publicaties, maar een grondige analyse van de economische en financiële ontwikkelingen vereist het bespreken van een bredere waaier aan onderwerpen. Deze publicatie valt niet onder de noemer ‘onderzoek op beleggingsgebied’ zoals bedoeld in de wet- en regelgeving over de markten voor financiële instrumenten. Elke overdracht, verspreiding of reproductie, ongeacht de vorm of de middelen, van de informatie is verboden zonder de uitdrukkelijke, voorafgaande en schriftelijke toestemming van KBC Groep NV. KBC kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid of de volledigheid ervan.

Gerelateerde publicaties

PMI’s: terug naar af

PMI’s: terug naar af

BoE technisch werkloos

BoE technisch werkloos

MNB gedwongen tot langere pauze

MNB gedwongen tot langere pauze

Een slordige overgangsperiode

Een slordige overgangsperiode