Het bbp-concept, niet overboord gooien maar aanpassen
Het bruto binnenlands product (bbp) is de koning van de economische meting. Economen, analisten en beleidsmakers kunnen zich baseren op frequenter beschikbare data om een vroegtijdig beeld te krijgen van de economische toestand van een land, maar het bbp heeft uiteindelijk het laatste woord. Het concept wordt niet alleen gebruikt om te becijferen hoe snel de economie groeit (of krimpt), maar ook om economieën te rangschikken of om hun aandeel in de mondiale economische taart te meten. Het bbp tracht de economie te vatten in één, vergelijkbaar getal, maar is niet de enige manier om de economie te meten en al zeker geen goede maatstaf voor het welzijn van de bevolking. Oproepen om alternatieven voor het bbp te vinden zijn daarom niet nieuw. De actuele context van de covid-19-pandemie, waarbij overheden over de hele wereld ervoor kozen om delen van de economie stil te leggen om levens te redden, laat nu wel scherp zien dat het bbp tekortschiet in het tegemoetkomen aan de doelstellingen van een land. Meerdere alternatieven bestaan al, maar elk echte vervanging voor het bbp zal wel nog altijd de toestand van de economie moeten meten.
Wat wel en niet in het bbp zit
Kritiek op het gebruik van het bbp als bepalende factor voor het welzijn in een land bestaat al lang. In 1968 zei de Amerikaanse senator Robert Kennedy, die sprak over het bruto nationaal product (bnp, een verwante metriek van het bbp), hierover het volgende: "[bnp] telt luchtvervuiling en reclame voor sigaretten en de ambulances die op de snelwegen verkeersslachtoffers weghalen. Het rekent de speciale sloten voor onze deuren mee en ook de gevangenissen voor de mensen die ze stukmaken. Het omvat de vernietiging van de cederwouden en het verlies van natuurlijke schoonheid (…) het houdt geen rekening met de gezondheid van onze kinderen, de kwaliteit van hun onderwijs of het genoegen dat ze aan hun spelen beleven (…) het meet noch ons verstand, noch onze moed, noch onze wijsheid, noch ons leren (…) kortom, het meet alles behalve datgene wat het leven de moeite waard maakt.”
Het bbp meet veel, maar niet alles. Het is de monetaire waarde van alle finale goederen en diensten die binnen de grenzen van een land in een periode (meestal een kwartaal of jaar) worden geproduceerd. De twee meest voorkomende manieren om dit te meten zijn: (1) het optellen van alle bestedingen in een land (consumptie, investeringen en uitvoer min invoer; de zgn. bestedingsbenadering), en (2) het optellen van alle toegevoegde waardes (alles wat wordt geproduceerd min de waarde van intermediaire inputs; de zgn. productiebenadering). Dit impliceert dat niet alles wat zo in het bbp wordt geteld noodzakelijkerwijs gepaard gaat met een positieve toegevoegde waarde voor het welzijn van de burgers. Zo stijgt het bbp soms na een natuurramp of bij extreme weerstoestanden omwille van de vereiste bestedingen voor noodhulp. Ook bestedingen in het kader van een oorlog of binnen maatschappelijk omstreden sectoren worden in het bbp opgenomen.
Tegelijkertijd merken critici vaak op dat het bbp vele zaken niet mee opneemt. De uitsluiting van de toegevoegde waarde gecreëerd door onbetaalde huishoudelijke arbeid of vrijwilligerswerk is een veel geciteerd voorbeeld. Het bbp houdt ook geen rekening met veranderingen in de kwaliteit van producten of in het gebruiksgemak voor kopers. Verder brengt het ook de negatieve externe effecten van alles wat wordt geproduceerd niet in rekening (bijv. vervuiling, verlies van biodiversiteit, uitputting van grondstoffen en alle kosten die de klimaatcrisis zal veroorzaken). Tot slot is het bbp een geaggregeerd cijfer dat de mate van ongelijkheid binnen een land niet weerspiegelt. Economen proberen een aantal van deze beperkingen aan te pakken door het bbp uit te drukken per hoofd van de bevolking of door een correctie door te voeren voor de verschillende kosten inzake levensonderhoud tussen landen (koopkrachtpariteiten bbp). Toch blijven veel tekortkomingen overeind.
Welzijn versus productie
De kritieken op het bbp wijzen alle op hetzelfde gekende, maar vaak over het hoofd geziene, feit: het bbp is geen maatstaf voor welzijn. Toch wordt het vaak gebruikt als een ultieme indicator voor het succes van een land, wat kan zorgen voor misleidende inzichten inzake beleidsbeslissingen. Dit is bijvoorbeeld allang het geval in debatten over de klimaatverandering. Mocht de maatstaf voor economisch succes rekening houden met negatieve externe effecten, dan zou het veel duidelijker zijn dat er geen sprake is van een strikte afweging (tenminste op aggregatief niveau) tussen economie en duurzaam beleid. De covid-19-crisis is een ander belangrijk voorbeeld. De maatregelen die in de eerste helft van 2020 werden genomen om de crisis in te dammen, werden vaak gekaderd als een afweging tussen de economie en de gezondheid van de bevolking. Het bbp is in het kwartaal dat er strikte lockdowns werden opgelegd (Q1 2020 voor China en Q2 2020 voor de VS en Europa) wel aanzienlijk gedaald. Maar de extra sterfgevallen die zich zonder dergelijke maatregelen zouden hebben voorgedaan, kunnen niet worden genegeerd. Met andere woorden, het bbp is niet de ultieme scheidsrechter voor het welzijn in een land.
Vergeet de economie niet
Maar het vermogen om de gezondheid van de economie zelf te beoordelen blijft cruciaal. In de twee vermelde voorbeelden kunnen ook economische overwegingen niet worden genegeerd. De stijgende werkloosheid en het loonverlies als gevolg van de door covid-19 veroorzaakte lockdowns hebben hun eigen sociale tol geëist. En in de toekomst kijkend zal de ecologische transitie om de klimaatverandering tegen te gaan, voor sommige landen, sectoren en individuen waarschijnlijk een grotere economische impact hebben dan voor andere. In die zin hebben beleidsmakers enig gevoel voor de toestand van de economie nodig om goed beleid te kunnen voeren. Ook bedrijven moeten de economie en de huidige toestand van de conjunctuur kunnen beoordelen om goede zakelijke beslissingen te kunnen nemen. Kortom, het bbp mag dan wel geen substituut zijn voor welzijn, het maakt er wel een deel van uit.
Daarom kunnen alternatieven voor het bbp die de toestand van de economie niet meten, interessante, aanvullende indicatoren zijn, maar ze kunnen niet dezelfde rol vervullen. De Gross National Happiness Index van het Koninkrijk Bhutan, die later door de VN is overgenomen, is misschien wel het meest opvallende van dergelijke alternatieven. De indicator is gebaseerd op negen thema’s: psychologisch welzijn, gezondheid, onderwijs, tijdsbesteding, culturele diversiteit en veerkracht, goed bestuur, vitaliteit van de gemeenschap, ecologische diversiteit en veerkracht, en levensstandaard. Een uitloper van deze indicator, het jaarlijkse World Happiness Report (figuur 1), gebruikt wel het bbp om het relatieve geluksgevoel te helpen verklaren, maar baseert zich op subjectieve onderzoeksgegevens om de ranglijst daadwerkelijk op te stellen. Hoewel geluksindices dus belangrijke indicatoren zijn voor het succes van een land, meten ze niet de economische ontwikkeling.
Externe factoren aftrekken
Er zijn echter veel alternatieve maatstaven voor het bbp die de economie wel degelijk weerspiegelen. Een voorbeeld is de Inclusive Development Index van het Wereld Economisch Forum. Die bestaat uit twaalf sleutelindicatoren, waaronder het bbp per hoofd van de bevolking, de werkgelegenheid, de arbeidsproductiviteit, de gezonde levensverwachting, het mediaan gezinsinkomen, de armoedegraad, de GINI-coëfficiënt, de afhankelijkheidsgraad en de koolstofintensiteit van het bbp. Hoewel deze index aantoonbaar beter is dan het bbp om de economie te kwantificeren op een manier die voor de meeste individuen van belang is, vertrouwt hij wel nog altijd op het bbp als één van de inputs (wat er overigens nog maar eens op wijst hoe centraal het concept staat).
Het alternatief bestaat er dus in om het bbp zelf te hervormen en er zijn effectief heel wat voorstellen voor de manier waarop dat kan gebeuren. Zo stellen de onderzoekers Mohan, Thyagarajan en Muller voor om de monetaire schade als gevolg van emissies en vervuiling af te trekken van het bbp om zo een indicator te schatten die rekening houdt met duurzaamheid.1 Theoretisch zou een dergelijke aanpassing ook voor andere welvaartsdomeinen kunnen worden gedaan, zolang er maar een monetaire kostenpost kan worden afgeleid (bijv. monetaire kosten van ongelijkheid, slechte gezondheidsresultaten, enz.). Een dergelijk aangepast bbp-cijfer zou de welvaart en het relatieve succes van een land beter weergeven en het zou een nuttig instrument blijven voor beleidsmakers en bedrijven.
1. https://voxeu.org/article/growth-sustainability-and-measurement-global-gross-product