Groene concurrentie én kansen voor vergroening nemen toe

Economische Opinie

Met de Green Deal maakt de EU duidelijk dat het wereldleider wil zijn inzake klimaatinitiatieven en groene technologie. De beslissing om 30% van het herstelfonds Next Generation EU in te zetten voor klimaatbescherming en uitstootreductie en de beslissing om groene obligaties uit te geven voor de financiering zullen die rol helpen te versterken. Maar ook andere wereldmachten voeren hun klimaatambities op. Zowel China als Japan streven ernaar om CO2-neutraal te zijn tegen respectievelijk 2060 en 2050. Ook de VS zullen de klimaatcrisis waarschijnlijk ernstiger aanpakken met Joe Biden als president. Die engagementen van de grote wereldmachten zijn ongetwijfeld goed nieuws voor de strijd tegen de klimaatverandering, maar ze maken het de EU allicht ook moeilijker om haar positie als groene leider te handhaven. Om concurrerend te blijven en te profiteren van de nieuwe kansen die zich wereldwijd aandienen, moeten zowel de EU als haar lidstaten vermijden slechts schijnbaar te vergroenen of de nieuwe Green Deal-regelgeving af te zwakken. 

Groene leiders 

Velen zullen aanvoeren dat Europa al de wereldleider is in de strijd tegen de klimaatverandering. Het in 2005 gelanceerde emissiehandelssysteem is bijvoorbeeld de grootste CO2-markt ter wereld, en de Green Deal heeft het ambitieuze doel om de netto CO2-uitstoot tegen 2050 tot nul te herleiden. De EU loopt ook voor in de ontwikkeling van hernieuwbare energie, met name van windenergie. Maar China haalt zijn achterstand snel in en heeft Europa overtroffen, zowel inzake opgewekte zonne-energie als geïnstalleerde windturbinecapaciteit (figuren 1 en 2). Bovendien is de EU niet de enige grootmacht die zich inzet voor een CO2-neutrale economie in de komende 30-40 jaar. Na de ondertekening van internationale klimaatverdragen zoals het Klimaatakkoord van Parijs, hebben ook Japan, Zuid-Korea en China de afgelopen maanden dergelijke engagementen aangekondigd. De VS hinken al enkele jaren duidelijk achterop, sinds president Trump de VS terugtrok uit het Akkoord van Parijs. De verkozen president Joe Biden heeft echter toegezegd dat het land zich weer zal aansluiten bij dat akkoord wanneer hij in januari aan de macht komt. Een van de punten in zijn campagne was trouwens het streven naar een netto CO2-uitstoot van nul tegen 2050. In welke mate hij die ambitieuze agenda zal kunnen uitvoeren, hangt af van wie in januari de meerderheid in de Senaat zal hebben: Republikeinen of Democraten. Maar ondanks die onzekerheid is de trend naar schone energie en een duurzamere wereldeconomie duidelijk.

Maar welk voordeel levert leiderschap in groene technologie op? Afgezien van de milieuvoordelen komt het grotendeels neer op het behoud van een concurrentievoordeel tijdens de belangrijke transitie van de wereldeconomie naar een duurzamere economie. Dat gaat niet alleen over losstaande vooruitgang op het gebied van duurzame energie1. Het idee is eerder dat goedkopere, meer overvloedige en schonere energie uiteindelijk zal worden geïntegreerd in de hele economie, inclusief de industriële activiteiten. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van windenergie voor de productie van waterstof, die vervolgens wordt gebruikt voor industriële activiteiten met een lagere emissievoetafdruk. Een recent rapport van het Internationaal Energieagentschap suggereert dat hernieuwbare energiebronnen in 2025 steenkool zullen inhalen als de grootste bron van elektriciteitsopwekking ter wereld, en dat in Europa, het Verenigd Koninkrijk en de VS de toename van hernieuwbare energiebronnen de vraag zal overstijgen. Dat zou uiteindelijk betekenen dat de prijzen zullen dalen2. Als we dus de CO2-prijzen (die waarschijnlijk zullen stijgen ingevolge de Green Deal), de grensbelastingen op CO2 (die gangbaarder kunnen worden naarmate meer landen de doelstelling aannemen om CO2-neutraal te worden) en de algemene vooruitgang in de technologie in aanmerking nemen, kunnen we ervan uitgaan dat groene processen in de niet al te verre toekomst goedkoper zullen worden en een concurrentievoordeel krijgen ten opzichte van vervuilende processen. Bovendien kunnen nieuwe producten, diensten en technologieën die de vergroening van de economie bevorderen, ook elders worden geëxporteerd. Wie de leiding heeft in de klimaattransitie zal dus een concurrentievoordeel hebben ten opzichte van wie achterblijft.

In het bijzonder voor Europa biedt het bevorderen van hernieuwbare energie het bijkomende voordeel dat het de afhankelijkheid van de invoer van fossiele brandstoffen vermindert. Uit een recent rapport van de Europese Commissie  (EC) over de concurrentiepositie inzake schone energie blijkt dat het risico om afhankelijker te worden van de invoer van grondstoffen verkleint doordat grondstoffen in een circulaire economie worden hergebruikt3. Uit datzelfde rapport blijkt echter ook dat de EU, in vergelijking met andere grote economieën en in verhouding tot het bbp momenteel het minst investeert in onderzoek en innovatie (O&I) inzake schone technologieën. Bovendien nemen zowel de private als de openbare O&I-investeringen in schone energie af. Dat strookt duidelijk niet met de doelstellingen van de Green Deal. Misschien kan de combinatie van toenemende concurrentie en politieke initiatieven die trend ombuigen.

Het herstelbeleid biedt een kans

De grootschalige economische transformatie die de Green Deal beoogt, vereist inderdaad aanzienlijke investeringen. De herstelmaatregelen in de strijd tegen de covid-19-crisis bieden een kans om de investeringen in groene technologie te verhogen. In vergelijking met andere landen,  zetten de Europese economieën nu al een groter deel van hun herstelplannen in voor duurzame inspanningen4. Toch vragen sommigen zich af of het EU-Herstelfonds wel ‘groen genoeg’ zal zijn, zelfs met het ‘do no harm’-principe en de toezegging dat 30% van de middelen naar groene projecten zal gaan. De uitvoering wordt aan de lidstaten overgelaten en de criteria waaraan de EC hun plannen zal toetsen, zijn niet geheel duidelijk. Bovendien zeggen critici dat het ‘do no harm’-principe onvoldoende bindend is en dat de middelen nog altijd kunnen worden gebruikt om sterk vervuilende activiteiten te ondersteunen. 

Dat betekent niet noodzakelijk dat de lidstaten de groene voorwaarden zullen omzeilen of slechts het absolute minimum aan herstelfondsen zullen inzetten voor groene activiteiten. Dat zou niet verstandig zijn. De groene concurrentie neemt toe en dat biedt opportuniteiten voor landen die investeren in groene technologie en streven naar een duurzamere economie. De EU heeft de kans om een wereldleider op het gebied van groene technologie te blijven. En die kans mag ze niet verspillen, zowel in het belang van het milieu als van de economie.

1https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/fs_20_1295

2https://www.iea.org/reports/renewables-2020/renewable-electricity-2#forecast-summary

3https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/PDF/?uri=CELEX:52020DC0953&from=EN

4De private onderzoeksgroep Rhodium schat dat in totaal 20% van de stimuleringsmaatregelen van de EU en de lidstaten gericht zullen zijn op groene uitgaven, tegenover 1-3% voor de VS, China en India. De bedragen verschillen tussen de lidstaten, waarbij Frankrijk een derde van zijn steunmaatregelen inzet voor groene initiatieven en Duitsland 11%. Zie: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/PDF/?uri=CELEX:52020DC0953&from=EN en https://rhg.com/research/green-stimulus-spending/

Disclaimer:

Alle meningen in deze KBC Economische Opinies vertegenwoordigen de persoonlijke mening van de auteur(s). Noch de mate waarin de voorgestelde scenario’s, risico’s en prognoses de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. Duurzaamheid maakt deel uit van de algemene bedrijfsstrategie van KBC Groep NV (zie https://www.kbc.com/nl/duurzaam-ondernemen.html). We houden rekening met deze strategie bij de keuze van de onderwerpen voor onze publicaties, maar een grondige analyse van de economische en financiële ontwikkelingen vereist het bespreken van een bredere waaier aan onderwerpen. Deze publicatie valt niet onder de noemer ‘onderzoek op beleggingsgebied’ zoals bedoeld in de wet- en regelgeving over de markten voor financiële instrumenten. Elke overdracht, verspreiding of reproductie, ongeacht de vorm of de middelen, van de informatie is verboden zonder de uitdrukkelijke, voorafgaande en schriftelijke toestemming van KBC Groep NV. KBC kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid of de volledigheid ervan.

Gerelateerde publicaties

CNB klaar om rentecyclus lager uit te doven

CNB klaar om rentecyclus lager uit te doven

Riksbank stelt lagere rente in het verschiet

Riksbank stelt lagere rente in het verschiet

De tweede naald in het Fed-kompas

De tweede naald in het Fed-kompas

ECB maakt de rekening op

ECB maakt de rekening op