Geen nationale of Europese kampioenen, maar wereldkampioenen voor Europa

Economische Opinie

Vrije concurrentie op de Europese markt is voor de EU een economisch basisprincipe. In een wereld met toenemend protectionisme en strategische ingrepen door buitenlandse overheden moet ook Europa actiever inzetten op het creëren van sterke, internationale ondernemingen. De creatie van Europese kampioenen is niet de beste manier om deze doelstelling te bereiken, omdat dit de vrije concurrentie binnen de EU ondermijnt. Strategische allianties tussen Europese en niet-Europese ondernemingen zijn economisch een zinvollere strategie. Europa moet dringend de creatie van dergelijke wereldkampioenen politiek en beleidsmatig ondersteunen.

Alstom-Siemens

De Europese Commissie blokkeerde onlangs de overname van treinbouwer Alstom door sectorgenoot Siemens. Op basis van de Europese concurrentieregels is de Commissie van oordeel dat deze fusie zou leiden tot een te dominante positie op de Europese markt voor treinsignaal-systemen en hogesnelheidstreinen. Te weinig concurrentie leidt tot hogere prijzen en minder kwalitatieve producten en diensten. Vrije en voldoende concurrentie is een basisprincipe van de Europese interne markt. Gegeven het beperkte aantal spelers op de markt van treinbouwers is de recente beslissing van de Europese Commissie vanuit economisch oogpunt dan ook begrijpelijk en correct. Europese spoorwegmaatschappijen en passagiers zouden het slachtoffer kunnen worden van een te sterke marktconcentratie.

Het is heel uitzonderlijk dat de Europese Commissie fusies of overnames (M&A) verbiedt. Algemeen stijgt het aantal fusies en overnames met een Europese dimensie (Figuur 1). Dat is logisch, aangezien bedrijven zich meer en meer oriënteren op de ganse Europese markt. Een ruimere geografische aanwezigheid laat bedrijven ook toe om te profiteren van schaalvoordelen. Historisch zijn vele bedrijven in Europa sterk verankerd in hun thuismarkt. Door de geleidelijke verdieping van de Europese interne markt is een toename in grensoverschrijdende fusies en overnames dan ook niet verwonderlijk. Kostenvoordelen, toegenomen efficiëntie en een hogere winstgevendheid ondersteunen bovendien innovatie. Dat vormt een bijkomend argument om vele fusies en overnames toe te laten. In elk dossier moet de Europese Commissie een afweging maken tussen de potentiële concurrentieverstoring en de economische winsten. Veelal wegen de economische voordelen door in de beslissing. Uit Figuur 1 blijkt dat het aantal geweigerde fusies en overnames bijzonder laag ligt. Bovendien kan de Commissie een fusie of overname voorwaardelijk goedkeuren. Mits een aantal specifieke aanpassingen, zoals het afstoten van bepaalde activiteiten of het openstellen van technologie, zijn zelfs relatief ingrijpende fusies en overnames mogelijk.
 

Figuur 1 - Evolutie in M&A notificaties en weigeringen in EU, 1990-2018

Bron: KBC Economics gebaseerd op Europese Commissie

Principes veilig stellen

Het Europese concurrentiebeleid, en meer in het bijzonder de ‘EU merger regulation’, heeft een hele weg afgelegd. De basis van het huidige beleid werd gelegd begin jaren 90, maar enkele hervormingen hebben sindsdien ervoor gezorgd dat de Europese procedures efficiënt en transparant zijn. Bovendien stemt de Europese Commissie haar beleid af op internationale trends, in het bijzonder het Amerikaanse beleid. Er zijn ook duidelijke regels over de bevoegdheidsverdeling tussen de Europese Commissie en de nationale concurrentie-autoriteiten. Op het eerste zicht is er weinig behoefte aan drastische wijzigingen in het huidige beleid.

Naar aanleiding van de recente weigering in het Siemens-Alstomdossier gaan stemmen op om nog flexibeler om te springen met de huidige regels. De creatie van grote pan-Europese groepen zou immers de positie van die bedrijven versterken op de wereldmarkt waar vooral grote Amerikaanse en Chinese spelers heer en meester zijn. Al dan niet geruggesteund door hun regeringen zijn dergelijke bedrijven nu vaak een onoverkomelijke belemmering voor kleinere Europese bedrijven om door te breken en sterk te staan in de internationale markten. Door Europese schaalvergroting kan Europa in principe makkelijker een plaats opeisen op de wereldmarkt. Velen pleiten voor dergelijke Europese kampioenen, zelfs als dit ten koste gaat van de vrije concurrentie binnen Europa. We beseffen al langer in Europa dat nationale kampioenen tegen de geest van de Europese markt ingaan en in het verleden vaak verantwoordelijk waren voor te hoge prijzen voor de consumenten, inflatieverstoringen, gebrek aan innovatie e.d. Een pleidooi voor Europese kampioenen zou echter dezelfde problemen veroorzaken, maar dan op Europese schaal. In vele sectoren blijft er vanuit economisch perspectief ruimte voor verdere consolidatie binnen de Europese grenzen, maar het blijft essentieel om het principe van voldoende concurrentie op de Europese markt te bewaken.
 

Wereldperspectief

Om toch tegemoet te komen aan de oproep om Europa’s positie op de wereldmarkt te versterken is een andere strategie nodig. In plaats van exclusief Europese kampioenen te creëren, die marktverstorend werken binnen de Europese markt, moeten we de wereldwijde concurrentie aangaan door over de Europese buitengrenzen heen allianties te sluiten. If you can’t beat them, join them zou een beter motto zijn. Op zich is dergelijke strategie perfect mogelijk binnen het Europese concurrentiebeleid. Maar het uitrollen van dergelijke strategie vergt samenwerking vanuit diverse beleidsdomeinen, zoals concurrentiebeleid, handelsbeleid en industrieel beleid. Op Europees niveau zijn die beleidsthema’s gescheiden en institutioneel verdeeld over diverse directoraten-generaal en Europese commissarissen. Op nationaal niveau kunnen in het beste geval enkel de grootste EU-lidstaten dergelijke strategie uitbouwen, maar dat gaat opnieuw in tegen een gezamenlijke Europese visie.

In een wereld met toenemend protectionisme is het belangrijk dat Europa actief op zoek gaat naar internationale partners om samen wereldkampioenen te creëren. Uiteraard is dit in eerste instantie de taak van Europese bedrijfsleiders, maar politieke en beleidsmatige ruggensteun vanuit Europa zou welkom zijn in het huidige klimaat van toenemende overheidsinterventies. Dergelijke aanpak laat een verzoening tussen een vrije, competitieve markt in Europa en een versterkte internationale positionering toe. Het is hoog tijd dat Europa meer voor zichzelf opkomt.
 

Disclaimer:

Alle meningen in deze KBC Economische Opinies vertegenwoordigen de persoonlijke mening van de auteur(s). Noch de mate waarin de voorgestelde scenario’s, risico’s en prognoses de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. Duurzaamheid maakt deel uit van de algemene bedrijfsstrategie van KBC Groep NV (zie https://www.kbc.com/nl/duurzaam-ondernemen.html). We houden rekening met deze strategie bij de keuze van de onderwerpen voor onze publicaties, maar een grondige analyse van de economische en financiële ontwikkelingen vereist het bespreken van een bredere waaier aan onderwerpen. Deze publicatie valt niet onder de noemer ‘onderzoek op beleggingsgebied’ zoals bedoeld in de wet- en regelgeving over de markten voor financiële instrumenten. Elke overdracht, verspreiding of reproductie, ongeacht de vorm of de middelen, van de informatie is verboden zonder de uitdrukkelijke, voorafgaande en schriftelijke toestemming van KBC Groep NV. KBC kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid of de volledigheid ervan.

Gerelateerde publicaties