EU als regelgevende supermacht… maar met limieten
Steeds vaker wordt de EU afgedaan als een economische macht die over haar hoogtepunt heen is. De economische groei in het blok hinkt al jaren achter op de groei in de Verenigde Staten, en zeker op die in de opkomende markten. Bovendien blijft het een oud zeer dat de EU vaak moeite heeft om met één stem te spreken op het internationale toneel. Desondanks blijft de EU een kracht om rekening mee te houden. De economische omvang van het blok mag dan wel relatief gezien minder groot worden, toch reikt de invloed van de EU nog steeds tot ver buiten de grenzen. De EU slaagt er namelijk in veel van de wereldwijd gevolgde regels voor producten en diensten unilateraal te bepalen en dit zonder een agressieve of theatrale strategie te hanteren. Dit wordt het Brussels effect genoemd. Zelfs nu het een grote lidstaat, het Verenigd Koninkrijk, armer is zal de EU haar rol als internationale superregulator waarschijnlijk niet meteen verliezen. Een goed akkoord tussen de EU en het VK over de afstemming van hun regelgeving kan hiertoe bijdragen, zeker in een wereld waarin Europa technologisch niet de eerste viool speelt.
Wereldwijde impact ondanks afnemende economische macht
Met de opkomst van ontwikkelende economieën zoals China, India en Brazilië, neemt elk jaar de relatieve economische voorsprong van de EU, de VS en Japan af (figuur 1). Daarenboven zag de EU met de brexit ook nog een economisch omvangrijke lidstaat vertrekken. Het Britse economie vertegenwoordigde immers ongeveer 15% van het totale bbp van de EU.
Toch staat de EU al jaren met stip bovenaan de ranglijst van succesvolle verspreiders van economische regelgeving. Begin 2020 publiceerde professor Anu Bradford hierover een boek met als titel ‘The Brussels Effect: How the European Union Rules the World’. In haar boek beschrijft ze hoe de EU, een landengroep die vaak overschaduwd wordt door andere grootmachten zoals de VS en China, erin geslaagd is veel economische sectoren te domineren op het vlak van regelgeving.
Opvallend is dat de EU deze rol vooral waarmaakt op een ongedwongen manier, zonder sancties en machtsvertoon. De EU reguleert haar interne markt voor de goederen en diensten die bedrijven in deze markt verhandelen. Voor veel niet-Europese bedrijven is de EU nog steeds een te grote en interessante afzetmarkt, met relatief welvarende consumenten, om links te laten liggen. Vervolgens passen deze niet-Europese bedrijven de regels die ze opgelegd krijgen in de EU veelal ook toe op hun andere afzetmarkten omdat het vanuit een efficiëntieoogpunt interessanter is om wereldwijd dezelfde regels te volgen om zo te kunnen genieten van schaalvoordelen. Dit zorgt ervoor dat de EU er zeer goed in slaagt om haar normen en waarden via de interne regelgeving, goed en slecht, op te leggen aan de rest van de wereld. Belangrijke voorbeelden hiervan vinden we op het vlak van consumentenbescherming en milieubehoud.
Brexit kan regels doen toenemen
Voor veel gewone Britten was de EU vele jaren een doorn in het oog, onder meer omwille van de vele regels die het blok oplegde aan het VK. Over deze regels deden de gekste verhalen de ronde. Zo zou de EU volgens de Britse media bijvoorbeeld verlanglijstje voor kerstmis en kleurpotloden verboden hebben en opgelegd hebben dat alle bananen recht moeten zijn.
Zoals eerder aangegeven verliest de EU door de uittrede van het VK wat aan economische slagkracht in de wereld. Toch zal de brexit er niet voor zorgen dat het VK volledig ontsnapt aan de regelgevende greep van de EU. Ook na de uittrede zullen veel Britse bedrijven immers de EU-regels moeten blijven volgen, aangezien ongeveer de helft van de Britse goederenuitvoer in de EU terecht komt (figuur 2). Ook als het VK een handelsakkoord sluit met de VS in de komende jaren, dan nog is de kans klein dat de Britse bedrijven een groot, welvarend en dichtbij gelegen handelsblok zoals de EU volledig links zullen laten liggen.
Met het vertrek van het VK uit de EU is ook meteen een belangrijke kracht tegen verdere regelgeving en voor liberalisering verdwenen. Ondanks traditioneel Brits verzet tegen de Europese regeldrift dreigt het vertrek van het VK uit de EU de wereldwijde relevantie van Europese regelgeving te verlagen. Niet alleen komt dit doordat de EU27 minder doorweegt op het internationale toneel, maar ook om de EU27 dreigt ten prooi te vallen aan een enorme regeldrift, waarbij niet het algemeen belang, maar eerder nationale en strategische belangen voorop staan. Vooral Frankrijk en Duitsland vinden elkaar in dergelijke aanpak op Europese schaal, die internationaal allicht als protectionisme zal worden beschouwd. Toch kan het VK een tegengewicht blijven bieden, mits een goed akkoord tussen het VK en de EU27 omtrent blijvende regelgevende samenwerking. Ook uitgebreidere internationale samenwerking, onder meer met de VS, is aangeraden voor alle westerse economieën in een wereld waarin de opkomende economieën aan kracht winnen. Het uitwerken van toonaangevende regelgeving is een waardevol en positief alternatief voor handelsconflicten.
Limieten
Een van de redenen waarom de EU erin slaagt de wereldwijde regelgeving te domineren, is dat die andere grootmacht, de VS, al vele jaren richting deregulering neigt. Dit zorgde voor een vacuüm dat vlot opgevuld werd door de strengere EU. De macht die volgt uit de mogelijkheid om de eigen waarden en normen over de wereld te verspreiden mag niet onderschat worden. Dit is een besef dat over de jaren heen gegroeid is binnen de EU. Daar waar het Brussels effect initieel een ongepland neveneffect was van inspanningen om de interne markt te reguleren, wordt het recent steeds vaker actief ingezet als geopolitiek instrument om de externe agenda te verwezenlijken. Zo wil de EU bijvoorbeeld via de European Green Deal een voortrekkersrol spelen in de transitie naar een duurzamere economisch model op het internationale toneel.
Toch mag de EU niet overmoedig worden. Niet alle EU-regels worden immers wereldwijd gevolgd en te veel regulering, vooral op het vlak van belangrijke technologische innovaties zoals 5G, zou ervoor kunnen zorgen dat de Europese bedrijven een concurrentieel nadeel krijgen en hopeloos achterop geraken ten opzichte van hun concurrenten in het buitenland. Op langere termijn kan dit het groeipotentieel van de economie aantasten waardoor de economische macht van de EU verder en sneller zou uithollen. Samenwerking, ook op het vlak van regelgeving, zal daarom steeds belangrijker worden voor de EU als de unie relevant wil blijven in de toekomst.