Amerikaanse data: vier op een rij
Rentes incasseren stevige Paastik

Zowel het ISM-bedrijfsvertrouwen uit de Amerikaanse maakindustrie op maandag en het aantal openstaande vacatures dinsdag gingen stevig de mist in. In beide gevallen maakte dat een rentestijging in de aanloop naar de publicatie op overtuigende wijze ongedaan. Ten opzichte van het hoogste niveau van deze week (maandagvoormiddag) noteerden de Amerikaanse twee- en tienjaarsrente dinsdag bij de sluiting respectievelijk 32 en 20 bpn lager. En waar maandag de beurzen nog wel probeerden, begon de veer op Wall Street dinsdag toch wel wat te breken. Die rente- en aandelenbeweging wijst erop dat de markten een recessiescenario opnieuw meer kans toedichten.
Gisteren kreeg de markt een nieuwe kans om die mening te herzien met de publicatie van het ADP-tewerkstellingsrapport en de ISM uit de veel grotere en belangrijkere dienstensector. Helaas. Opnieuw stelden beide teleur. De jobcreatie volgens de private loonstrookjesverwerker was met 145k in maart allesbehalve dramatisch. Maar het haalde zelfs de onderkant van de verwachtingen niet. De gemiddelde analistenverwachting lag op 210k. De diensten-ISM voor de maand maart ging wat later onderuit. Het overkoepelende cijfer slonk met bijna 4 punten van 55.1 tot 51.2 terwijl er gerekend werd op een veel mildere afkoeling tot 54.4. Een cijfer boven 50 wijst nog altijd op sectorale groei maar die is dus een pak minder uitbundig dan verhoopt. De details tonen dat de activiteit op peil blijft dankzij het wegwerken van achterstallige jobs. Er komen nog nieuwe bestellingen binnen maar aan een aanzienlijk trager tempo dan in februari. De sector werft om die reden ook minder personeel aan. Tot slot milderde de prijsdruk fors. De deelreeks zakte van 65.6 tot 59.5 – het laagst sinds september 2020. De rentereactie was een kopie van maandag en dinsdag: een voorzichtige stijging werd geruild voor stevige verliezen die aan het korte eind van de curve (2j.) even opliepen tot 25 bpn. Voor de 10j.-rente spreken we over een tussentijdse beweging van meer dan 10 bpn. Voor sommigen ging dat meer dan ver genoeg. Geholpen door technische steunniveaus (bv. 3.30% zone voor de 10j.) beperkten de renteverliezen zich uiteindelijk tot 1.8 à 4.5 bpn over de volledige curve.
De uitgesproken marktreactie zegt vooral veel over het sentiment. Het idee (of is het hoop?) (her)leeft sterk dat de Fed de vertragende economie snel ter hulp komt met renteverlagingen. Voor eind dit jaar rekent de markt al ruwweg op 100 bpn. Minder dan vijf jaar geleden had dat misschien gekund. Maar vandaag bindt inflatie de handen van de centrale bank. De cijfers volgende week zullen dat bevestigen: algemene inflatie koelt naar verwachting af van 6% naar 5.2% maar de veel hardnekkigere kerninflatie stijgt mogelijk opnieuw van 5.5% naar 5.6%. Het is echter meer dan ooit afwachten of dat de markt op andere gedachten brengt, vooral omdat morgen nog het officiële arbeidsmarktrapport (payrolls) op de agenda staat.
Amerikaanse tienjaarsrente
