Trumps beleid zal botsen op grenzen van Amerikaanse arbeidsmarkt
De Amerikaanse economie zit in een laat-cyclische fase. Daarmee gepaard gaat een steeds krapper wordende arbeidsmarkt en een oplopende loongroei. Zo staat de werkloosheidsgraad op een erg laag niveau en steeg onlangs voor het eerst sinds de start van de metingen het aantal openstaande vacatures uit boven het aantal werklozen. Eén van de belangrijkste doelstellingen van president Trumps budgettair en handelsbeleid is om jobs vanuit het buitenland terug te brengen naar de VS. Gegeven de toenemende krapte is de kans groot dat hij daarbij op de grenzen van de Amerikaanse arbeidsmarkt zal botsen. Zeker indien Trump zijn restrictief immigratiebeleid verderzet.
De Amerikaanse economische cyclus bevindt zich in één van de langste expansiefases in de geschiedenis. Het stimulerende budgettair beleid van president Trump zal waarschijnlijk leiden tot een laatste groeispurtje dit jaar. Toch zijn er stilaan tekenen aan de wand dat de huidige situatie een laat-cyclisch karakter heeft. Een groeivertraging op middellange termijn is dus niet onwaarschijnlijk en zit bijgevolg in ons basisscenario voor 2019-2020. Eén van de symptomen hiervan is te vinden op de Amerikaanse arbeidsmarkt. Sinds zijn hoogtepunt van 10% in 2009 is de werkloosheidsgraad gedaald naar 3,8%. In historisch perspectief is dat niveau uitzonderlijk laag en beduidend lager dan het langetermijngemiddelde van 5,8%. Bovendien staat de huidige werkloosheidsgraad aanzienlijk lager dan de evenwichtswerkloosheid of NAIRU, die door de Amerikaanse centrale bank op 4,5% wordt geschat. Wanneer de werkloosheidsgraad onder deze NAIRU - afkorting van non-accelerating inflation rate of unemployment – zakt, zal de inflatie per definitie stijgen. Dat is ook in de praktijk te zien. De Amerikaanse inflatie, gemeten aan de hand van de jaar-op-jaar stijging van consumptieprijsindex (CPI), bereikte 2,8% in mei. Ook andere arbeidsmarktindicatoren tonen aan dat de krapte toeneemt. Zo steeg onlangs voor het eerst sinds de start van de metingen het aantal openstaande vacatures uit boven het aantal werklozen (figuur 1). Peilingen bij Amerikaanse ondernemers tonen daarenboven aan dat ze het steeds moeilijker hebben om hun vacatures in te vullen.
Figuur 1 - Krapte op de Amerikaanse arbeidsmarkt (in miljoenen)
Bron: KBC Economic Research gebaseerd op US Bureau of Labor Statistics (2018)
De participatiegraad in de VS is nog niet volledig hersteld sinds de dip na de Grote Recessie in 2008 (Economische Opinie 29 nov. 2017). De sterke toename van mensen die terug gaan werken of zich opnieuw beschikbaar stellen voor werk tijdens de laatste jaren, doet wel vermoeden dat de participatiegraad nog zal toenemen. Toch zullen andere factoren zoals de veroudering van de (beroeps)bevolking een blijvende neerwaartse druk zetten op de participatiegraad. Er is bijgevolg nog wat ruimte voor extra werkwilligen om nieuwe vacatures in te vullen, maar bovenstaande cijfers bewijzen dat die ruimte eerder beperkt is. We kunnen dus stilaan spreken van een oververhitting van de Amerikaanse arbeidsmarkt.
Niet enkel in VS
De VS is niet de enige economie die met dit fenomeen wordt geconfronteerd. Eerder in onze opiniereeks wezen we al op het gebrek aan geschoolde arbeid in Europa (Economische Opinie 5 sep. 2017) en de toenemende war for talent (Economische Opinie 7 sep. 2017). Figuur 2 bevestigt dat een toenemende krapte op de arbeidsmarkt wijder verspreid is dan enkel in de VS. In Japan is de situatie, in termen van de vacaturegraad, vergelijkbaar. Voor elke honderd jobs, zowel ingevulde als openstaande, zijn er zo’n vier vacatures die niet zijn ingevuld. Op basis van andere indicatoren is de krapte op de Amerikaanse arbeidsmarkt evenwel minder erg dan in Japan. Volgens Japanse nationale cijfers waren er in april 2018 voor elke werkzoekende zelfs bijna 1,6 vacatures, terwijl deze ratio ongeveer 1 is in de VS. Een nuance hierbij is wel dat een groot deel van de Japanse vacatures betrekking heeft op onzekere deeltijdse banen voor onbepaalde duur. De verhouding tussen het aantal banen en het aantal sollicitanten voor reguliere, voltijdse werknemers schommelt er rond 1. Voor de EU en het VK is de arbeidsmarktkrapte volgens de indicator in figuur 2 iets minder nijpend. Toch zien we ook daar de voorbije jaren een duidelijk stijgende trend. Bovendien verhult het gemiddelde voor de EU de grote verschillen tussen de lidstaten. In Griekenland, Spanje, Portugal en Ierland is het minst sprake van krapte met een vacaturegraad van 1% of minder in het eerste kwartaal van 2018. Aan het andere uiteinde van de vergelijkende trap staan Tsjechië en België, waar de vacaturegraad ligt op respectievelijk 4,8% en 3,5%. Moeilijkheden bij het vinden van geschikte kandidaten om vacatures in te vullen is in de huidige fase van de economische cyclus dus een probleem in meerdere ontwikkelde economieën.
Figuur 2 - Vacaturegraad in ontwikkelde economieën (aantal vacatures als % van totale tewerkstelling plus vacatures)
Bron: KBC Economic Research gebaseerd op Eurostat, BLS, JILPT, ONS (2018)
Beleid vs. arbeidsmarkt
Eén van de belangrijkste doelstellingen van president Trumps budgettair en handelsbeleid is om jobs vanuit het buitenland terug te brengen naar de VS (“bring back jobs to the US”). Sinds zijn inauguratie is het aantal jobs in de VS inderdaad fors toegenomen. Al was dit niet helemaal Trumps verdienste. De positieve arbeidsmarkttrends vonden hun oorsprong immers lang voor Trump aantrad als president. Of het Trump gaat lukken om effectief jobs ‘terug te brengen’ naar de VS is onzeker. De recent ingevoerde en aangekondigde importtarieven kunnen immers voor extra jobs zorgen als bedrijven hun productie verhuizen naar de VS. Anderzijds maken de tarieven ook de invoer van productiemiddelen voor Amerikaanse bedrijven duurder, wat een negatieve impact op de jobcreatie kan hebben. Als het netto-effect toch positief zou zijn, blijft het twijfelachtig of bedrijven die jobs ook zullen kunnen invullen gegeven de huidige krapte op de arbeidsmarkt. Als president Trump er in slaagt om met zijn beleid extra jobs te creëren zal hij dus voor een bijkomende uitdaging staan: de geschikte mensen vinden om die openstaande jobs uit te voeren. Ook zijn strikte anti-immigratiebeleid zal allerminst zorgen voor een grote toestroom van nieuwe werkkrachten. Een immigratiestop betekent immers een beperking van het potentiële arbeidsaanbod. De kans is dus groot dat president Trump op de grenzen van de Amerikaanse arbeidsmarkt zal botsen.