halfgeleider-processor

Wereldwijde chipverkoop plafonneert in afwachting van CHIPS act

Uit het departement: “Nancyke, Nancyke, Nancyke, wat doe je nu?”

De Semiconductor Industry Association (SIA) maakte gisteren bekend dat de wereldwijde halfgeleiderindustrie in juli 2022 zo’n 152,5 miljard dollar kon omzetten. Dat markeert alweer een historisch kwartaalrecord, zo’n 13,3% meer dan in het tweede kwartaal van 2021 en 0,5% meer dan in het eerste kwartaal van 2022. Op jaarbasis viel het cijfer met 1,9% terug, ondanks het aangevuurd werd door prijsverhogingen. Dat wil zeggen dat het plafond bereikt lijkt, meer nog in volumes dan in omzet. Dat is opnieuw een teken dat het chiptekort lijkt af te nemen.

chipverkoop juli

Groei op jaarbasis

De World Semiconductor Trade Statistics (WSTS) vertegenwoordigt een driemaandelijks voortschrijdend gemiddelde en is opgemaakt door SIA. Die vertegenwoordigt 99% van de omzet van de Amerikaanse halfgeleiderindustrie en bijna twee derde van de niet-Amerikaanse chipbedrijven. Het is dus een relevant instituut, met dito cijfers en conclusies. En die cijfers spreken voor zich: de groeistijging op jaarbasis hield aan in juli en dat in alle belangrijke regionale markten en productcategorieën.

Krimp op kwartaalbasis

Maar de marktgroei vertraagde, ondanks dat de verkoop in Noord- en Zuid-Amerika nog steeds op recordkoers bleef. De omzet steeg in beide markten met 29% op jaarbasis, waarmee de groei met 16% in Japan en 12,4% in Europa overvleugeld werd.

Belangrijker dan de groei op jaarbasis is de dynamiek op kwartaalbasis. De cijfers laten er immers geen twijfel over bestaan dat de omzet zijn piek voorbij is, althans voorlopig. De verkoop op maandbasis daalde in alle regio's: Japan (-0,7%), Noord- en Zuid-Amerika (-0,9%), Europa (-1,1%), Azië/Oceanië/Alle overige (-2,3%), en China (-2,8%).

chipindex

Amerikaanse CHIPS-act zet de sector op zijn kop

In het kader van de handelsoorlog met China zijn de VS al enige tijd aan het werken om enerzijds de afhankelijkheid van buitenlandse toeleveranciers te beperken, en anderzijds om de leveringen van productiemateriaal en halfgeleiders aan het buitenland (met name China) in te perken.

Op 28 juli keurde het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden het wetsvoorstel “Creating Helpful Incentives to Produce Semiconductors (CHIPS) and Science Bill” goed. De nu al befaamde CHIPS-act, dus, dat voorziet in bijstand en subsidies ter waarde van 280 miljard dollar aan de Amerikaanse halfgeleiderindustrie. Het wetsvoorstel wacht nog enkele groene lichten af, onder meer dat van Joe Biden, maar omvat wel zo’n 52 miljard dollar aan subsidies en extra belastingkredieten aan bedrijven die chips produceren in de VS. Nog eens 200 miljard dollar wordt uitgetrokken voor wetenschappelijk onderzoek, met name op het gebied van kunstmatige intelligentie en andere nieuwe technologieën. Het spreekt voor zich dat Intel één van de voornaamste begunstigden is.

De wortels van de CHIPS-act liggen in het wereldwijd tekort aan halfgeleiders, waardoor een groot aantal Amerikaanse bedrijven niet werd beleverd. En de VS is niet de enige met dit probleem, want naar schatting wordt ongeveer 75% van de wereldwijde vraag naar halfgeleiders gedekt door Oost-Azië. Taiwan en Zuid-Korea tekenen voor het leeuwendeel van deze productie, terwijl China recent ook de productie substantieel heeft opgevoerd. De VS produceert slechts 12% van de benodigde chips in eigen land, vergeleken met 37% in de jaren 1990, op een moment dat zowat alle buitenlandse concurrenten, waaronder China, zwaar investeerden om de industrie te domineren. Dat creëerde de noodzaak voor een substantiële productie op eigen bodem, onder meer omdat de vraag naar elektronisch materiaal sinds de covid-uitbraak exponentieel gestegen is.

Wat met China?

Dat China niet bepaald opgetogen is over de CHIPS-act spreekt vanzelf. Het wetsvoorstel verbiedt onder meer elk halfgeleiderbedrijf dat financiële steun ontvangt via CHIPS om de productie van geavanceerde chips in China te ondersteunen. Zhao Lijian, de woordvoerder van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken, opperde al dat de VS “geen obstakels mogen opwerpen voor normale uitwisselingen en samenwerking op het gebied van wetenschap, technologie en intermenselijke contacten”. Zware kritiek, dus, omdat Amerikaanse bedrijven gestraft kunnen worden als ze zaken doen met China. Die riposteerde – niet onterecht – dat de CHIPS-act daarmee de internationale handelsregels overtreedt en China op die manier dreigt uit te sluiten van de wereldwijde toeleveringsketens.

Dit alles verklaart waarom de spanning tussen China en de VS dezer dagen héél erg opgelopen is: het al dan niet bezoek van senaatsvoorzitter Nancy Pelosi aan Taiwan, de naar Chinese normen afvallige Chinese provincie, zet de geopolitieke relaties eens te meer op scherp, met de voor iedereen broodnodige halfgeleiders als inzet. Vergeet immers niet dat het Taiwanese TSMC de wereldfabriek is voor high-end chips, waarin het een marktaandeel heeft van 80% en meer. Elke verstoring zou wel eens kunnen leiden tot hernieuwde wereldwijde problemen, iets dat het label “te vermijden” krijgt in het licht van de economische groeivertraging en blijvend hoge inflatie. Wordt vervolgd, zonder meer.