Norges Bank terug naar het oude draaiboek
Uit het departement: “Omschakeling naar een “omzichtige strategie” is een feit”
De Noorse centrale bank trapte vanmorgen als eerste van de geavanceerde economieën het monetaire jaar 2023 af. De Norges Bank startte de verstrakkingscyclus in september 2021. Op de tussentijdse januarivergadering liet de Norges Bank de rente echter onveranderd op 2.75%. Die unanieme beslissing was min of meer verwacht, weet ook KBC Economics.
De Noorse centrale bank trapte vanmorgen als eerste van de geavanceerde economieën het monetaire jaar 2023 af. De Norges Bank (NB) startte de verstrakkingscyclus in september 2021. Dat gebeurde aanvankelijk volgens het traditionele script: met 25 basispunten en enkel op vergaderingen voorzien van nieuwe vooruitzichten. Vanaf juni vorig jaar ging het een versnelling hoger. De Noren schakelden op élke bijeenkomst en tot drie maal toe was dat met 50 basispunten. Frontloading, in het jargon. Op de laatste twee vergaderingen van 2022 deed ze het opnieuw wat rustiger aan (25 bpn) en bij de start van 2023 keert de NB weer helemaal terug naar het oude draaiboek.
Op de tussentijdse januarivergadering liet de Norges Bank de rente onveranderd op 2.75%. Die unanieme beslissing was min of meer verwacht, zowel door de markt als door de gepeilde analisten. In december bracht de NB een meer evenwichtigere analyse en dat deed een en ander vermoeden. Ze zou de rente in de toekomst nog wel een beetje optrekken, maar wil daarbij omzichtig te werk gaan. Die analyse blijft overeind. Ja, met 5.9% (5.8%) is de (kern)inflatie op vandaag nog steeds veel te hoog terwijl de economie en vooral de arbeidsmarkt het goed doen. Maar informeel bedrijfscontact leert de NB dat veel ondernemingen zich aan een afkoeling verwachten, onder meer door de al eerder geleverde renteverhogingen van een gecumuleerde 275 bpn. Bovendien ziet het ernaar uit dat de energieprijzen wat lager zullen uitkomen dan gedacht toen de Norges Bank in december haar nieuwe vooruitzichten de wereld instuurde. Ze verduidelijkt dat de eerstvolgende renteverhoging in maart plaatsvindt. Dat biedt het voordeel van bijgewerkte prognoses. De NB weet op dat moment ook of de door haar verhoopte uittopping van inflatie zich effectief materialiseert. Op basis van de communicatie in december, is het meteen ook de laatste van deze cyclus. De Noorse geldmarkt is het daar niet mee eens. Ze rekent op een beleidsrente van 3.25% tegen midden dit jaar.
De marktbeweging van de Noorse kroon op de monetaire beslissing is verwaarloosbaar. De uitgezoomde grafiek toont hoe lastig de munt het al een tijdje heeft. EUR/NOK handelt in de buurt van 10.75. Uitgezonderd voor de eerste (maart-mei 2020) en tweede (september-november 2020) Covidgolf handelde de munt nooit zwakker. Daar zijn een aantal goede redenen voor; de naar internationale normen voorzichtige aanpak van de Norges Bank is daar zeker een van. Zelfs als de centrale bank het verwachte rentepad in maart optrekt, blijft ze een monetaire volger eerder dan leider. Bovendien verdisconteert de markt dit scenario al volledig. De kroon worstelt verder met de langgerekte daling van de olie- en gasprijzen – de belangrijkste inkomstenbronnen van Noorwegen. Waar een vat ruwe Brentolie midden vorig jaar nog ruim boven $100 noteerde, fluctueert dat vandaag tussen ruwweg $75 en $85. Het valt op dat de NOK zelfs geen munt slaat uit de indrukwekkende, vooral Europese, beursstijging sinds de start van het jaar. Nu het algemeen enthousiasme dreigt te bezwijken onder opflakkerende recessievrees, verwachten we voor de Noorse kroon op korte termijn weinig beterschap. Na EUR/NOK 10.86 (38.2% herstelbeweging op de 2020-2022 EUR/NOK-daling), duikt de zone rond 11.20 op de technische grafieken op.