Deflatie in de voedingssector
Uit het departement: “Einde aan een lange reeks prijsverhogingen”
De Britse supermarkt Morrisons voert alweer een kortingsronde door. Dat is in normale omstandigheden niet geweldig bijzonder, maar het gaat ondertussen wel al om de zesde verlaging in 2023, en dat overheen alle supermarkten en met de focus op zomerfavorieten, kastvullers en verse benodigdheden. Denk aan rundergehakt, ham, tomaten, spinazie en volkoren pittas. De vijfde grootste supermarktgroep van het VK met een marktaandeel van 9,1% voegt op die manier opnieuw neerwaartse prijsdruk aan de debatten toe. Morrisons is en wil de nieuwe prijzen ten minste acht weken handhaven. Dat gaat zo’n 26 miljoen pond kosten, maar zou vooral de concurrentie moeten aanscherpen in het voordeel van de consument. Goed voor de portemonnee én voor de voedingsinflatie in het VK, dus. Mogen we ons daar ook in België aan verwachten?
Alles goedkoper
Vrijdag zei marktleider Tesco dat de voedselinflatie in Groot-Brittannië een hoogtepunt heeft bereikt. En vorige week bevroor Asda, de nummer 3, de prijzen van meer dan 500 producten tot eind augustus, terwijl Sainsbury's, de nummer 2 in het VK, de prijs van onder meer toiletpapier verlaagd. Waitrose, tenslotte, verlaagde de prijs van meer dan 200 producten. Morrisons verlaagde in mei nog de prijs van ontbijtbenodigdheden met meer dan de helft. Daarmee trapte het de start van zijn vierde reeks prijsverlagingen sinds begin 2023 af. CEO Potts kadert die ingraag in “de eerste van vele deflatiedividenden”. Na al die acties is het erg uitkijken naar een update van de data van marktonderzoeker Kantar over de voedingsinflatie in het VK.
Dat Morrisons de prijzen van 47 producten gemiddeld meer dan 25% gaat verlagen is opnieuw een teken is dat de aanhoudend hoge voedselinflatie aan het afnemen is. Die bedroeg volgens de meest recente data meer dan 19% op jaarbasis in april, een doorn in het oog van de premier Rishi Sunak. Die heeft zich tot doel gezet om de inflatie in 2023 te halveren, maar dat wordt ondermijnd door de aanhoudend hoge voedselinflatie. Die bedroeg volgens de meest recente officiële gegevens meer dan 19% in april, hoewel de sector zelf spreekt van 17,2%. Maar goed, details zijn minder belangrijk dan de algemene hoogte: veel. Té veel.
Voedingsinflatie in België
De Britse inflatie ligt zelfs hoger dan de Belgische voedingsinflatie, die in mei weliswaar voor de tweede opeenvolgende maand terugviel (van 16,64% op jaarbasis in april, tot 15,51% in mei).
Dat de voedingsprijzen pas recent een hele hoge vlucht zijn beginnen nemen, blijkt uit het feit dat in mei 2022 nog 6,32% hoger lagen dan in mei 2021. Maar dat niveau steeg sindsdien met nog eens 15,51%. Niettemin daalden sommige producten zoals koffie, thee en cacao in prijs, terwijl ook brood en graan gemiddeld 1,4% goedkoper werden in mei. Mooi, maar niet genoeg, want bijvoorbeeld chocolade en brood zijn nog altijd vlot 15,9% en 31,8% duurder dan een jaar geleden. Te onthouden is dat de cijfers over mei goed nieuws opleveren omdat voeding de facto een beetje goedkoper werd. Zonder alcohol bedroeg de terugval 0,3%, al is het cijfer inclusief alcohol 0,1% gestegen. Expert Stijn Baert stipte daardoor al aan dat dit een scherp contrast is met de vorige maanden! De voedingsprijzen stegen immers 7 opeenvolgende maanden en dat vaak met grote sprongen.
Waarom wordt voeding zoveel duurder?
Naast extreme droogte zijn de Russische inval in Oekraïne en de bijhorende energiecrisis de hoofdschuldige, zo blijkt uit dit rapport van KBC Economics. Energie is immers een essentiële input in de landbouw en voedingsverwerkingsindustrie. Het gebruik van brandstoffen en elektriciteit is nodig voor irrigatie, verwarming, mechanisatie, transport, opslag, koeling en verwerking van gewassen. Wanneer energieprijzen stijgen, nemen de productiekosten voor landbouwers en voedingsproducenten toe. Kunstmest en pesticiden waren hier een extreem voorbeeld van. Deze middelen worden immers vaak geproduceerd met behulp van energie-intensieve processen. Ten slotte zijn er de stijgende winstmarges van bedrijven, zoals KBC Economics eerder al aangaf.
Maar al in de eerste maanden van dit jaar was de inflatie van de landbouwprijzen in de eurozone negatief Opvallende uitschieter zijn de graanprijzen die het sterkst beïnvloed werden door de Russische inval. Oekraïne is immers de graanschuur van Europa. Graanprijzen schoten begin 2022 de hoogte in om vervolgens na het afsluiten van de graandeal sterk te zakken. De vraag stelt zich hoe sterk en hoe snel de dalende landbouwprijzen zich vertalen in dalende producenten- en consumentenprijzen.
Het vergt tijd alvorens prijsveranderingen van landbouwproducten worden doorgerekend aan de consument. Er is immers een uitgebreid netwerk van tussenpersonen betrokken bij het transport en verhandelen van landbouwproducten van de boerderij naar de consument. Dit omvat groothandelaren, verwerkers, distributeurs en retailers.
Elke tussenschakel voegt zijn eigen kosten en marges toe aan het product. Deze tussenstappen in de distributieketen vereisen tijd en kunnen de prijsverandering tot bij de consument vertragen. Bovendien dienen contractuele verplichtingen in oogschouw worden genomen.
België is duurder dan Europa
De prijzen van veel consumptiegoederen liggen in België trouwens veel hoger dan in de buurlanden. De prijsverschillen zijn vooral groot voor producten die traditioneel in supermarkten worden gekocht en deels te wijten aan de consumentenvoorkeur (denk aan goede service of gespecialiseerde winkels-. Daar is op zich niets mis mee. Er zijn echter ook andere verklaringen voor de hoge prijzen, met name hoge belastingen, strenge regelgeving en de prijsstrategie van detailhandelaren. Meer details daaromtrent kunt u in deze nota terugvinden:
Voor prijsgevoelige consumenten gaan de hoge prijzen in België gepaard met het veelvuldig gebruik van kortingsbonnen. Als deze in de vergelijking zouden worden meegenomen, zou het prijsverschil met de buurlanden waarschijnlijk iets lager uitvallen. Prijsgevoelige consumenten winkelen ook steeds vaker over de grens. Macro-economisch gezien betekent grensoverschrijdende consumptie een aanzienlijk verlies aan bedrijvigheid en werkgelegenheid voor België.
Grensoverschrijdend gewinkel
De hoge prijzen hebben een aantal negatieve gevolgen. Voor huishoudens betekenen ze een daling van hun koopkracht (merk op dat het prijsverschil met de buurlanden ook in koopkrachtpariteiten blijft bestaan). Voor kleinhandelaars ondersteunen ze hun marges, maar dit voordeel wordt steeds meer tenietgedaan door een omzetdaling als gevolg van toenemende aankopen in het buitenland. Grensoverschrijdend winkelen in België is eenvoudig omdat de helft van de burgers op minder dan 50 km van een grens van een van de buurlanden woont. Volgens het onderzoeksbureau GfK doet een derde van de Belgische huishoudens regelmatig aankopen in het buitenland. In 80% van de gevallen is de prijs de belangrijkste reden. In 2018 zouden Belgen bijna 5% meer hebben uitgegeven in supermarkten over de grens. Naast lokale aankopen, kopen ze ook steeds meer bij online retailers in het buitenland.
Volgens Eurostat kocht 39% van de Belgen in 2018 bij een buitenlandse online retailer, tegenover 33% van de Nederlanders, 18% van de Duitsers en 27% van de Fransen. Macro-economisch gezien zorgt deze vlucht van consumptie over de grens voor een aanzienlijk verlies aan bedrijvigheid en werkgelegenheid.
Bedrijfsmarges onder druk
Voor wie op zoek gaat naar de koers van Morrisons is er aan voor de moeite. De supermarkt noteert niet langer op de London Stock Exchange na een felle biedingsstrijd. De Amerikaanse participatiemaatschappij Clayton, Dubilier & Rice CD&R) trok daarbij aan het langste eind met een bod van bijna 7 miljard pond.
Tijd om er enkele supermarkten op na te slaan om te bekijken in welke mate de voedingsinflatie de marges impacteert. Dat is zeker zo bij Colruyt, wiens verhaal ondertussen alleszins bekend is: door de lage prijzen politiek kunnen de hogere prijzen niet (gemakkelijk) worden doorberekend naar de eindklant, terwijl de operationale kosten (denk daarbij vooral aan energie- en loonkosten) door de inflatie wel degelijk snel moeten worden doorgeteld.
Bijgaande grafiek toont aan dat Colruyt geen uitzondering is. De enige uitzondering op de regel is Ahold Delhaize, al vindt die sterke en stabiliteit zijn oorsprong in het feit dat de meerderheid van de activiteiten zich in de VS bevinden. En die gedragen zich op een heel andere manier. Wel een constante is dat forse prijsstijgingen aan de basis zich zonder uitzondering vertalen naar hogere prijzen in de rekken, tenminste als de retailer die kan en wil doorrekenen. Maar daar knelt het schoentje, want de klant is erg prijsgevoelig. En dus hebben de concurrenten van Colruyt dan wel geen lage prijzenpolitiek, ze moeten die nillens willens toch voor een groot deel overnemen. Over de hele lijn zien we dat de marges al zeker twee jaar onder druk staan. Dat Morrisons en vele andere de prijzen verlagen, is goed nieuws voor de inflatie en de koopkracht, maar niet zozeer voor de bedrijfsmarges. Of toch zal zeker niet op korte termijn
Conclusie
De nieuwe prijzenronde bij Morrison is symptomatisch voor het feit dat er een einde lijkt te komen aan de erg hoog opgelopen voedingsinflatie, zowel in het VK als in België en andere Europese landen. Goed voor de portemonnee, maar niet noodzakelijk voor de marges van de kleinhandelaars. En dat is al zeker niet het geval voor die sectorspelers die via vertikale integratie ook hun eigen voedselfabrieken bezitten. Maar daartegenover staat dat de piek van de exponentiële kostenstijging bij de kleinhandelaars ook achter de rug is: de actie van onder meer Morrisons luidt als dusdanig een welgekomen rustmoment in voor de geplaagde sector.