Fed houdt tot nader bericht voet bij stuk
Ongerustheid over financiële stabiliteit neemt toe.
Na de recente opstoot in de rentes en een reeks sterke data kregen de markten gisteren de kans om die ontwikkelingen af te toetsen aan de notulen van de Fed-vergadering van 27 januari. Die geven immers een breder inzicht in het intern debat binnen de Amerikaanse centrale bank i.v.m verwachte economische ontwikkelingen en de eventuele toekomstige wijzigingen het Fed-beleid.
Het debat eind vorige maand toonde dat de meerderheid van de Fed-gouverneurs tot nader bericht op het ingeslagen pad wil verder gaan. Die meerderheid blijft erbij dat de economie, en vooral de tewerkstelling, nog een hele tijd tegenwind zal ondervinden van de gevolgen van de pandemie, ook al geeft het fiscaal pakket van eind vorig jaar en het mogelijk bijkomend pakket van de regering Biden de economie een stevig duwtje in de rug. In verband met inflatie blijft de overheersende analyse dat een eventuele opstoot vooral het resultaat is van tijdelijke factoren (verstoring supply-chains, basiseffecten) en niet onmiddellijk tot aanhoudend hogere inflatie zal leiden. Het slechts geleidelijk herstel van de arbeidsmarkt is een belangrijk element in deze inschatting. Vermits de Fed de rente pas wil verhogen wanneer inflatie blijvend boven de 2%-doelstelling heeft postgevat en de arbeidsmarkt is teruggekeerd naar volledige tewerkstelling, zal de rente nog lang op het huidige lage niveau moeten blijven. Om het huidig tempo aan obligatie-aankopen ($ 120mld per maand) af te bouwen is er ‘duidelijke vooruitgang’ nodig in de richting van de vermelde doelstelling. Ook hier is de meerderheid van de Fed-gouverneurs terughoudend om dat debat op korte termijn al te starten.
Een interne analyse door Fed-onderzoekers leidde wel tot de conclusie dat de risico’s van het beleid voor de financiële stabiliteit toenemen (‘more notable’). Dat geldt zowel voor de waardering van sommige activa (corporate bond kredietpremies, aandelen, maar ook de algemene schuldenlast van gezinnen en bedrijven). Powell gaf in de persconferentie na de beleidsvergadering nochtans aan dat de stabiliteitsrisico’s over het algemeen gematigd blijven en dat de hoge werkloosheid in de huidige context een groter risico is. Fed-voorzitter Powell schreef de hogere aandelenprijzen in januari ook vooral toe aan de verbeterde economische vooruitzichten en de fiscale steun, eerder dan aan het (te) soepel Fed-beleid. Toch dringt de vraag zich op of financiële stabiliteit stilaan een toenemend gewicht krijgt in het Fed-beleid. Dat kan onder meer leiden tot een strikter regulerend optreden in verband met de kredietverlening, maar kan toch ook doorspijpelen in de discussie over de timing van de afbouwen van obligatieaankopen. Een geleidelijk hogere reële rente kan immers ook deels aan deze bezorgdheid tegemoet komen. Volgende ijkpunt i.v.m. met het Fed-beleid, zowel inzake de timing van een eventuele afbouw als de gevolgen voor financiële stabiliteit, is de halfjaarlijkse hoorzitting van Powell voor het Congres volgende week (23 februari).