Noorse economie herstelt zoals verwacht in Q3
Kroon heeft vooral oog voor globale factoren
De Noorse economie herstelde in het derde kwartaal met 4.6% na een terugval met 4.7% in het tweede kwartaal. De zogenaamde ‘mainland’ economie (zonder het grootste deel van de olieactiviteiten) toonde een gelijkaardig beeld. De groei veerde in het derde kwartaal op met 5.2% na een krimp van 6.0% in het tweede kwartaal. Die laatste was ook iets minder dan aanvankelijk geschat. In het eerste kwartaal kromp de activiteit ook al met 2.1%. Toch is de Noorse economie daarmee iets minder zwaar getroffen dan vele andere ontwikkelde economieën. De ‘mainland’ activiteit bevindt zich daarmee wel nog 3.2% onder het niveau van dezelfde periode vorig jaar. Ook in Noorwegen wordt het verdere herstel van de economie gehypothekeerd door de nieuw coronaopstoot.
De Noorse centrale bank heeft de beleidsrente tot het absoluut minimum van 0% verlaagd en de rente zal daar nog wel even blijven. Ook de Norges Bank spreekt in termen van jaren. De onderliggende inflatie blijft er voorlopig wel hoog (3.4% in oktober), onder meer als gevolg van de daling van de Noorse kroon eerder dit jaar. De Norges Bank verwacht dat die inflatie geleidelijk zal afkoelen tot 1.5% in 2023, ondanks de verwachting van een stevig herstel van de binnenlandse vraag de volgende jaren. Met 3.5% is de geregistreerde werkloosheid hoog naar Noorse normen, maar dit zijn andere niveaus dan worden opgetekend in veel andere landen die door Covid werden getroffen. Het is nog veel te vroeg om al van beleidsnormalisatie te spreken. Toch is de Norges Bank een van de weinige CB’s die in haar vooruitzichten al rekening houdt met een mogelijke eerste verhoging eind 2022 of in 2023. Voor de markt is dat nog te ver weg om daar nu al op vooruit te lopen. Toch houden we het in het achterhoofd wanneer de ontwikkelingen in verband met een vaccine het perspectief openen op een geleidelijke terugkeer naar maatschappelijke en economische normalisatie.
Recent was, zoals bij veel andere munten, het monetaire beleid geen factor van belang voor de Noorse kroon. De bewegingen in de Noorse munt werden vooral bepaald door marktliquiditeit, het globale marktsentiment en de olieprijs. Vooral de twijfel over het vraag/aanbod evenwicht in de olieprijs woog recent op de kroon en was toch minstens deels verantwoordelijk voor de mindere prestatie van de munt ten opzichte van bijvoorbeeld zijn Zweedse buur. Naarmate de positieve ontwikkelingen in verband met een vaccin de hoop op herstel van de klassieke cyclische sectoren (waaronder olie) zou versterken, kan die reflatietrade relatief gezien goed nieuws zijn voor de Noorse munt. Na een mooi herstel van de kroon in april/mei is EUR/NOK in een consolidatiepatroon terecht gekomen tussen ruwweg 11.25 en 10.36. In een reflatoire context kan de muntcombinatie mogelijk opnieuw de bodem van dit kanaal opzoeken.