Markten zoeken naar (of is het vooral hopen op?) licht aan het einde van de tunnel
Komt er een Europees antwoord op, en Europees geld tegen, de coronacrisis?
Vrijdag heerste er nog steeds een voorzichtige, terughoudende sfeer op de markten. Die voorzichtigheid werd gevoed door de data. De Europese PMI’s werden nog wat dieper neerwaarts bijgesteld (29.6 voor de algemene EMU-indicator), al kon je dat moeilijk een verrassing noemen. Een gelijkaardig verhaal in de VS. Volgens de payrolls, de officiële Amerikaanse arbeidsmarktdata, ging er in maart in de VS 701 000 jobs verloren. De marktverwachting stond op een verlies van ‘maar’ 100 000. Normaal zou je op dit soort ‘verrassing’ een massale marktreactie krijgen. Niets daarvan nu. Investeerders weten dat de economische schade groot is. En wat is dat ‘ijkpunt’ van de consensus in deze tijden waard? Een teken van hoop was het natuurlijk ook niet. De markt ging dan ook met een voorzichtige positionering het weekend in. De beurzen sloten in het rood. De rentes waren meestal licht neerwaarts georiënteerd. In deze context is er ook geen reden om de opgepotte USD-liquiditeit nu al te verzilveren. EUR/USD sloot in de buurt van 1.08. De euro verloor wel geen verder terrein tegen de yen of het pond.
Vanmorgen zien de investeerders het glas weer half vol. Sommigen trekken zich op aan uitspraken van President Trump en Vicepresident Pence die tekenen zien dat de verspreiding van het virus minder snel gaat. Zeker in de VS is het daarvoor waarschijnlijk nog te vroeg. Hoe dan ook, voorzichtige tekenen van stabilisatie in landen als Italië en Spanje doen markten uitkijken naar het debat over een mogelijke exit/afbouw van de maatregelen. Tot nader bericht zien we de marktreactie vanmorgen vooral als hoop, eerder dan een reactie op concrete stappen in het beleid.
Normaal is dit hoe dan ook al een week waar de marktactiviteit naar een lager versnelling schakelt in de aanloop naar Pasen. Van de data verwachten we opnieuw niet echt veel. Die brengen waarschijnlijk weinig bij aan het debat. Morgen is er wel een belangrijke vergadering van de ministers van Financiën van de eurozone. Vraag is vooral hoe de verdeling baten en lasten van een eventueel Europees stimuleringsplan er zal uitzien. We veronderstellen dat vooral zal gewerkt worden via soepele kredietlijnen vanuit het Europese Stabiliteitsmechanisme (ESM) eerder dan via echte coronabonds, gefinancierd op Europees niveau. Het wordt hoe dan ook een oefening ‘politieke semantiek’ die iedereen bij zijn achterban verkocht moet krijgen. De politieke onzekerheid rond het Europees antwoord was mogelijk een deel van de verklaring waarom de euro het zo moeilijk had tegen een dollar die op zich al de voorkeur genoot. Het algemeen betere risicosentiment remt vanmorgen ook de daling van EUR/USD af, maar voorlopig behoudt de Amerikaanse munt toch nog altijd het voordeel van de twijfel.
De vele steunmaatregelen die overal ter wereld worden genomen, zorgen voor een stevige stijging van de uitgifte van obligaties. Vandaag gaat de VS van start meet de uitgifte van nieuwe obligaties met een looptijd van 3 jaar. Later deze week volgen nog veilingen van 10- & 30-jarig papier. Natuurlijk staan de centrale banken klaar om de obligatiemarkt rugdekking te geven. Toch kan de verhoogde uitgiften, zeker op langere looptijden, voor wat opwaartse rentedruk zorgen. Daarnaast volgen we ook pokerspel tussen Rusland en Saoedi-Arabië in verband met de olieprijs. De VS probeert hier ook een rol te spelen. Zo dreigt president Trump met heffingen op olie afkomstig van de twee oliekemphanen. Vraag is natuurlijk in welke mate dat zou bijdragen tot een oplossing van het onevenwicht tussen vraag en aanbod. Op zich is een lage olieprijs voor veel landen een welgekomen verlichting van de coronafactuur. Vooral vanuit Amerikaanse perspectief is het ook een bron van onzekerheid. Een akkoord zou daar de gemoederen wat kunnen helpen bedaren.