Voorlopig geen BoE-renteverlaging
Pond herneemt comeback
Bij zijn laatste vergadering als voorzitter van de Bank of England (BoE) zorgde voorzitter Carney nog voor een mooie spanningsopbouw. Begin deze maand opende hij de debatten over een renteverhoging door (weliswaar in algemene) termen te stellen dat de BoE nog over voldoende ruimte beschikte om het beleid te versoepelen. Een aantal andere gouverneurs bouwden daarop verder en gaven aan dat, als de slechte data van eind vorig jaar niet snel verbeterden, ze voor een renteverlaging zouden opteren. Recent suggereerden meer vooroplopende indicatoren dan weer wel een herstel na de verkiezingen van 12 december. Een dubbeltje op zijn kant dus voor BoE vergadering vandaag.
Het dubbeltje viel uiteindelijk niet. Voorlopig geen renteverlaging. Zoals in december waren 7 leden voorstander om de rente ongewijzigd te laten. Twee stemden voor een verlaging met 25 basispunten. Gezien de recente commentaren is het ietwat verrassend dat het bij twee stemmen voor een renteverlaging bleef. De nieuwe BoE-voorzitter heeft dus nog alle opties open.
In haar beleidscommuniqué neemt de bank akte van de zwakke groei en lagere inflatie eind vorig jaar (waarschijnlijk een nulgroei in het vierde kwartaal). De bank gaat er wel vanuit dat de groei kan hernemen door de verbeterde wereldwijde economische context na het afnemen van de handelsspanning. Ook de spanning rond brexit neemt af. In dat verband gaat de bank er nog steeds van uit dat er gewerkt wordt naar een ordelijke overgang eind dit jaar. Ze houdt wel rekening met een beperkt niveau van handelsfricties. De BoE verwacht ook dat de fiscale stimulus de groei een duwtje in de rug kan geven.
Bij haar beleidsinschatting gaat de BoE er vanuit dat de beschikbare capaciteit in de economie iets groter is dan tot nu toe werd ingeschat. De lagere inflatie is daarvan een uiting. De inflatie wordt nu verwacht om beneden de 2% doestelling te blijven in 2020 en voor het grootste deel van 2021. Op korte termijn is het zelfs mogelijk dat het monetair beleid de groei nog lichtjes moet ondersteunen indien de positieve ontwikkelingen die zich nu aftekenen, zich niet zouden realiseren. Op langere termijn (na 2021) moet het beleid mogelijk lichtjes worden verstrakt om de inflatie kort bij 2% te houden. Toch is dit een meer evenwichtige inschatting, met al bij al minder nadruk op een mogelijke verstrakking van het beleid.
Het pond won terrein onmiddellijk na de beslissing. Vooraf ging de markt ongeveer uit van een gelijke kans tussen een verlaging en een onveranderde rente. Vooral het feit dat maar twee leden stemden voor een verlaging, doet vermoeden dat bank nog wel even de kat uit de boom zal kijken en afwacht of het verhoopte herstel er komt. Op korte termijn kan het pond zich handhaven aan de huidige, relatief sterke niveaus (in de buurt van EUR/GBP 0.84). Bij een verdere verbetering van de data, kan EUR/GBP eventueel terugkeren richting het dieptepunt van na de verkiezingen (EUR/GBP 0.8276 zone).