Zweedse inflatie versnelt meer dan verwacht
Kroon sterkt aan, maar blijft zwak in langer perspectief
De Zweedse inflatie (CPI) groeide met 0.5% m/m (1.5% j/j) in september. Dat is sneller dan verwacht (0.3%, 1.3%). Volgens een andere inflatiemaatstaf (CPIF) – dewelke de Zweedse centrale bank van dichtbij opvolgt – stegen de prijzen in september eveneens met 0.5% m/m (zowel de algemene als de kerninflatie). Ook dat is iets meer dan wat de markt anticipeerde. De iets sterker dan verwachte inflatie volgt wel op een zeer zwakke maand augustus, toen beide indicatoren een prijsdaling optekenden. Ook data omtrent de gezinsconsumptie waren vandaag zeker niet slecht. Die herstelde verder tot 2.9% j/j en laat zo een zwak jaar (van midden 2018 tot midden 2019) achter zich.
De Riksbank verwelkomt allicht de cijfers. Ze vormen de laatste belangrijke input voor de beleidsvergadering op 24 oktober. De Zweedse centrale bank is een van de weinige centrale banken die vasthoudt aan een zogenaamde ‘hiking bias’. Die is onder meer geïnspireerd op de activiteitsdata, die recent meestal beter waren dan verwacht. Bovendien handelt de Zweedse kroon aan historisch zwakke niveaus. Dat oefent opwaartse druk uit op de inflatie en geeft de Riksbank vertrouwen in het bereiken van de 2%-doelstelling. Gouverneur Ingves suggereerde vorige maand overigens dat de Zweedse kroon niet veel verder hoeft te verzwakken. Ook dat speelt in de kaarten van een mogelijke renteverhoging.
De Riksbank stelt een renteverhoging rond de jaarwisseling voorop. Meer rentesteun hoevenwe dus op 24 oktober allicht niet te verwachten. De impliciete marktprobabiliteit van een renteverhoging eind dit jaar bedraagt … 0%. Beleggers zelf zijn er dus niet van overtuigd dat Ingves zijn ‘belofte’ zal nakomen. Niettemin viel EUR/SEK wel terug van 10.93 tot 10.86 momenteel.