ECB levert nieuw monetair stimuluspakket
Is de trukendoos nu volledig leeg?
“De ECB hield vandaag de beleidsrente zoals verwacht ongewijzigd op -0.4%”. Met die zin, of een literaire variant daarvan, begonnen we de afgelopen jaren zowat elk berichtje dat een ECB-beleidsvergadering samenvatte. Daar kwam vandaag verandering in.
De Europese Centrale Bank sneed namelijk voor het eerst in drie jaar opnieuw in haar belangrijkste rente. De depositorente bedraagt nu -0.50%. De renteknip gaat zoals eerder beloofd wel gepaard met de introductie van een gelaagd depositosysteem. Daarbij worden een deel van de overtollige middelen die bij de ECB worden geparkeerd, vrijgesteld van de -0.50% strafrente. De rentes zullen ook zo laag (of nog lager) blijven zolang de onderliggende inflatie(vooruitzichten) niet convergeert naar haar 2%-doelstelling. In die zogenaamde ‘forward guidance’ laat de ECB een concrete timing weg en klikt ze het soepel beleid vast aan een economische maatstaf (m.n. de inflatie). Dat is anders dan voorheen want in juli stelde ze nog “ten minste tot de eerste helft van 2020” voorop. Laag/lager voor langer, dus. De ECB haalt ook het aankoopprogramma van stal. Ze zal vanaf 1 november a rato van € 20 miljard/maand opnieuw obligaties op de secundaire markt kopen. Draghi en co voorzien geen specifieke einddatum voor het programma. Tot slot versoepelt ze ook de modaliteiten rond haar langetermijnliqiditeitsoperaties (TLTRO’s) die ze in maart aankondigde.
De ECB ziet zich genoodzaakt tot meer monetaire versoepeling omdat ze bestendig haar eigen inflatiedoelstelling mist. Bovendien duurt de economische afkoeling langer dan initieel gedacht en verslechterde de economische context verder, vooral in de verwerkende nijverheid. De “prominent” aanwezige risico’s (brexit, handel, opkomende economieën, algemene context van onzekerheid …) blijven neerwaarts gericht en kunnen verder op de groei en inflatie wegen. Een en ander uit zich in neerwaarts bijgestelde prognoses. Voor 2019 rekent de ECB op 1.1% groei (vs. 1.2% in juni), 1.2% (1.4%) in 2020 en 1.4% (onveranderd) voor 2021. Inflatie wordt niet verwacht de doelstelling te halen binnen de beleidshorizon (2019: 1.2%, 2020: 1%, 2021: 1.5%).
Toch bestond er geen unanimiteit over het hele monetaire pakket. Met name over de heropstart van het aankoopprogramma liepen de meningen uiteen. Draghi gaf wel (ongevraagd) mee dat er eensgezindheid bestond over de primaire rol die het fiscaal beleid in de toekomst zou moeten spelen. Hij zit daarmee op dezelfde lijn van zijn opvolgster Christine Lagarde, die vanaf november het roer overneemt.
Op de wisselmarkt gleed EUR/USD uit tot kortbij 1.0925, de low van dit jaar, maar herstelde tijdens de persconferentie wel opnieuw in de richting van 1.10. Duitse rentes stijgen aan het korte eind van de curve met ongeveer 4bpn. Het lange eind ging initieel stevig onderuit maar ook daar zette zich vrij snel een herstelbeweging in. We concluderen dat Draghi min of meer de marktverwachtingen heeft ingelost, maar dat investeerders er rekening mee houden dat de ECB mogelijk haar laatste kruit verschoten heeft.