Socialisten winnen Spaanse verkiezingen
Spaanse 10-jaarsrente zakt richting 1%
De Spaanse socialisten onttronen de centrumrechtse Partido Popular als grootse politieke partij. De PSOE van premier Sanchez haalt 123 zetels (+38) in het 350-koppige Spaanse parlement. Centrumrechts zet daar een teleurstellende 66 zetels tegenover (-69). Sanchez is nu aan zet en heeft op het eerste zicht twee mogelijkheden om een coalitie op de been te brengen. Ofwel vaart hij een linkse koers met Podemos (42 zetels; -29), de protestpartij die in 2011 haar oorsprong vond in de nationale acties tegen Europese besparingen, binnenlandse corruptie en gebrek aan transparantie (15-mei beweging). De PSOE en Podemos halen geen meerderheid, maar kunnen kijken in de richting van enkele regionale verkozenen (bijvoorbeeld uit het Baskenland) voor steun vanuit de oppositie. Hij heeft de steun van Catalaanse verkozenen (22 zetels) niet nodig en vermijdt daarmee moeilijke onderhandelingen gegeven de regionale onafhankelijksdrang. De andere optie voor Sanchez, een centrumlinkse coalitie met Ciudadanos (57; +25), zou wel een meerderheid halen, maar ligt politieke moeilijker. Albert Rivera, leider van Ciudadanos, liet in de aanloop naar de verkiezingen de deur voor zo’n tandem duidelijk gesloten. Voor het eerst sinds lang heeft extreemrechts opnieuw volksvertegenwoordigers. De partij Vox haalt uit het niets 24 zetels binnen. Een centrumrechtse regering, van Ciudadanos, de Partido Popular en Vox, haalt geen meerderheid.
Vanuit marktoogpunt is het politieke hangijzer van de baan. Staartrisico’s zoals een populistische regering (bijvoorbeeld in Italië) of een politieke patstelling wordt vermeden. Spaanse overheidsobligaties doen het vanochtend marginaal beter. De Spaanse 10-jaarsrente zakt richting 1%, een evenaring van het laagste niveau sinds eind 2016. De euro doet het iets beter en handelt rond 1.1160 tov de Amerikaanse dollar.