De VS verhoogt economische druk op Iran
Olieprijs stijgt gezwind
In 2015 sloten Iran en een consortium van wereldspelers (de VS, de EU, China en Rusland) het “Iraanse nucleaire akkoord” af. Dat bracht een einde aan Amerikaanse sancties op de oliestaat. Iran beloofde in ruil o.a. om haar nucleaire wapenarsenaal af te bouwen. President Trump bestempelde het akkoord, onderhandeld en afgesloten door de regering Obama, echter als een verschrikkelijke en eenzijdige deal. Trump trok zich bijna een jaar geleden uit het akkoord terug en kondigde in eenzelfde adem aan om de economische sancties vanaf 4 november 2018 her in te voeren. Op dat ogenblik bevond de olieprijs zich in woelig vaarwater en besliste de Amerikaanse regering om voor acht landen een uitzondering te maken zodat die toch een beperkte hoeveelheid olie konden importeren vanuit Iran. De economische sancties gingen wel van kracht.
Gisteren besliste de regering-Trump om de uitzonderingen op te heffen. Hierdoor verlangt de VS van die acht landen om hun volledige olie-import uit Iran tot nul te herleiden. Als die landen (waaronder India, China, Japan en Turkije) niet aan die eis voldoen, worden ze mogelijks zelf Amerikaanse sancties opgelegd. De VS gaf aan hiermee financiële middelen te ontnemen die Iran gebruikt om de regio te “destabiliseren”. De leider van “Iran’s Revolutionary Guard” dreigde ondertussen om de Straat van Hormuz te sluiten, een belangrijke strategische verkeersader voor aardolie. De VS voegde aan het communiqué toe dat ze in samenwerking met Saoedi Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten het olieaanbod op peil gaan houden om ze het aanbodverlies uit Iran op te vangen.
Financiële markten reageerden op de nieuwe onrust. De stijging van de olieprijs versnelde vorige week vrijdag. Voor een vat ruwe olie (Brent) betaal je nu meer dan $74 dollar per vat.