Inflatiecijfers slagen waar arbeidsmarktdata falen
De strijd voor meer en grotere Britse renteverlagingen ligt open
Gisteren kregen we Britse arbeidsmarktcijfers voorgeschoteld. Tot voor kort was het tewerkstellingscijfer uit de “Labour Force Survey” (LFS) de marktnorm. Daarin wordt gekeken naar de tewerkstellingstoename over een periode van 3 maanden (juni-augustus in casu) ten opzichte van de drie voorafgaande maanden (maart-mei). Het resultaat was een forse stijging van de tewerkstelling (+373k) terwijl de markt op zo’n 240k nieuwe jobs rekende. Het Britse statistische bureau (ONS) zet een vette disclaimer onder de data. De responsgraad van de LFS smelt als sneeuw voor de zon wat tot extra volatiliteit en onnauwkeurigheid kan leiden. Een probleem waar trouwens ook het Amerikaanse Bureau of Labour Statistics mee kampt. Het ONS waarschuwt voor over-interpretatie en verwijst zelf naar aanvullende data voor een totaalplaatje.
Eén daarvan is het maandelijkse tewerkstellingscijfer volgens een “establishment survey” (ES). In tegenstelling tot de bovenstaande enquête bij huishoudens, onderzoekt de ES de loonlijsten bij bedrijven. Voor extrapolatie gebruikt de ene een schatting over de totale bevolking en de andere een schatting over de verhouding tussen nieuwe en failliete bedrijven. Volgens de ES gingen er in de maand september (loopt een maand vooruit) 15 000 Britse jobs verloren. Gebruiken we dezelfde referentieperiode als de LFS (juni-augustus), praten we over een stijging met 3k jobs ipv 373k. What a difference a survey makes…
De markt wist dan ook niet goed van welk hout pijlen maken. We geven nog gratuit mee dat het aantal openstaande vacatures in het 3e kwartaal daalde met 34k ten opzichte van het 2e tot 841k. Dat is nog steeds meer dan de pre-covidniveaus, maar verhoudt zich tov een piek van 1.3 miljoen midden 2022. De Britse werkloosheidsgraad (opnieuw tot augustus en afgeleid van LFS) daalde van 4.1% tot 4%.
Gelukkig laten Britse inflatiecijfers vanochtend weinig aan de verbeelding over. Zeker in combinatie met tragere loongroei (4.9% in drie maanden tot augustus) uit het arbeidsmarktrapport van gisteren. Britse inflatie bleef in september stabiel op maandbasis waardoor het j/j-cijfer voor het eerst sinds april 2021, en meer dan verwacht, beneden de 2%-inflatiedoelstelling van de Bank of England zakt. Een stevige daling van transport gerelateerde prijzen (-3.7% m/m; vliegtuigtickets, brandstofprijzen), wiste toenames in alle andere sectoren uit. Onderliggende kerninflatie vertraagde tot 0.1% m/m en 3.2% j/j (van 3.6% en laagste sinds september 2021). Britse diensteninflatie viel op jaarbasis voor het eerst sinds mei 2022 beneden 5% (4.9% van 5.6%). De bestendiging van de disinflatietrend suggereert dat Bank of England voorzitter Bailey zijn woorden in daden zal omzetten. Hij riep eerder deze maand op tot een meer activistische aanpak in het minder restrictief maken van het monetaire beleid. Tot nu toe verlaagde de BoE enkel in augustus haar beleidsrente (met 25 bpn tot 5%) en gebeurde dat bovendien met een zeer nipte meerderheid (5-4). Vervolgactie in november was voor de markt al een voldongen feit, maar stilaan neemt ze de mogelijkheid van een stevigere, 50 bpn, inhaalbeweging onder de loep en/of van een hogere frequentie aan renteknippen. Het Britse pond krijgt vanochtend een tik. EUR/GBP veert op van 0.8325 tot 8375. Daarmee wordt de bodem net boven 0.83 opnieuw wat steviger en kijken we nog steeds in de richting van een terugkeer boven 0.84.