Zweedse economie op zoek naar een bodem
Soft Riksbank DNA maakt snel herstel kroon niet evident.
De Zweedse economie gaat door een moeilijke periode. Met uitzondering van het eerste kwartaal van vorig jaar kromp de activiteit er stevig sinds het laatste kwartaal van 2022. Ook in het vierde kwartaal van vorig jaar liet Zweden, in tegenstelling tot de verwachting, de rode cijfers niet achter zich. De activiteit daalde opnieuw met 0.1% kw/kw en blijft daarmee beneden het niveau van een jaar eerder (-0.2% J/J). Het cijfer voor het derde kwartaal werd wel opwaarts bijgesteld (-0.1% kw/kw van -0.3%). Over heel 2023 liet de Zweedse economie een contractie optekenen van 0.2% t.o.v. 2022. Toch tonen de details van het kwartaalrapport eerste tekenen van verbetering.
Tot nu stond de activiteit vooral onder druk omwille van een zwakke binnenlandse vraag. Zweden kan dan wel sterke macro-economische statistieken voorleggen (gezonde begroting, overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans van meer dan 5.0% van het BBP), de private sector, en vooral de consument, gaat vaak gebukt onder een hoge schuldgraad. De onverwacht snelle rentestijging na Covid hadden veel Zweedse consumenten blijkbaar niet echt ingecalculeerd. Het betreft in belangrijke mate (variabele) hypotheekschulden, in een vastgoedmarkt die ondertussen stevig onder druk staat. Dat woog op de beschikbare middelen, op het vertrouwen en dus ook de consumptie.
Toch is het ergste mogelijk achter de rug. De consumptie van de gezinnen trok in het vierde kwartaal eindelijk opnieuw aan met een stevige 0.7% kw/kw. Ook de overheidsbestedingen en voorraadvorming droegen positief bij tot de groei. Investeringen stonden wel nog onder druk en ook de netto-export droeg negatief bij door een combinatie van een licht dalende export (-0.1%) en een hogere import (+0.9%).
De hoge schuldgraad en de rentegevoeligheid van de binnenlandse bestedingen was ook een van de redenen waarom de Riksbank gedurende de opwaartse rentecyclus eerder reactief dan proactief optrad om de inflatie in te tomen. Een verhaal van veel woorden maar als het er echt op aankwam eerder minimalistische daden/renteverhogingen. Betere groei(vooruitzichten) geven de Riksbank in theorie iets meer ruimte om de kat uit de boom te kijken in verband met de eerste renteverlaging. Toch zullen de groeicijfers van vanmorgen het softe DNA van de Riksbank waarschijnlijk niet veranderen. Na de recente inflatie-afkoeling was ze er als de kippen bij om ondanks het relatief lage absolute niveau van de beleidsrente (4.0%) te verkondigen dat een renteverlaging in de eerste jaarhelft niet is uitgesloten.
De RB vermeldt ook nog steeds dat een eventuele nieuwe verzwakking van de kroon een risico is voor desinflatie. Na de comeback van de SEK sinds september vorig jaar is dat risico ondertussen ook minder acuut dan een pakweg een half jaar geleden. Zolang de grote centrale banken (Fed en ECB) de boot van een snelle renteverlaging afhouden en de Riksbank tegelijk blijft aangeven dat ze wel relatief snel wil bewegen zien we op korte termijn geen fors verder herstel van de kroon. De EUR/SEK combinatie zit voorlopig ‘geblokkeerd’ in een KT handelsband tussen 11.00 en 11.45. Voor een versterking beneden 11.00 is er duidelijkheid nodig dat de globale monetaire condities (Fed) echt aan ontspanning toe zijn. Dat is naar onze mening eerder een verhaal voor de tweede jaarhelft/herfst.