Dollar profiteert van risicoaversie en rentedynamiek
Amerikaanse inflatiecijfers zijn het volgende ijkpunt

Begin september bereikten de Amerikaanse Nasdaq en S&P 500 nieuwe recordkoersen. Meerdere pogingen om de winsten verder uit te diepen liepen op een sisser af. Op vrijdag vielen de beurzen ten prooi aan winstnemingen en verloren de belangrijkste Amerikaanse indices zo’n 0.8%. Op zich is dat geen ramp, maar toch verschijnen her en der al de eerste doemberichten ondanks het uiterst sterke buy-on-dippatroon sinds de start van het jaar. Neerwaartse Amerikaanse groeiherzieningen en de oprukkende deltavariant van het Covidvirus nopen aan tot wat voorzichtigheid. Vooral omdat de Amerikaanse inflatie morgen waarschijnlijk voor de vierde maand op rij boven 5% zal uitstijgen en omdat de Amerikaanse centrale bank (Fed) op het punt staat om het uiterst gulle monetaire beleid af te bouwen. Overheidsobligaties verzilverden hun veilige haven status niet en zaten in dezelfde verkoopgolf. Langs Amerikaanse zijde viel de hogere reële rente op. Ze heeft onmiskenbaar te maken met de afbouwverwachtingen. Aan de Europese kant waren inflatieverwachtingen verantwoordelijk voor de rentestijging. Opnieuw kijken we in de richting van de centrale bank waar de ECB vorige week donderdag amper (monetair) gas terugnam ondanks het sterke groeimomentum en de stijgende inflatie. De combinatie van risicoaversie en de rentedynamiek speelt in de kaart van de dollar. EUR/USD sloot de week op 1.1814 en verliest vanochtend het 1.18-niveau. De Aziatische beurzen doen het immers slecht met negatieve uitschieters tot -2%. De Chinese reguleringsdrang weegt opnieuw op het risicosentiment. In afwezigheid van economische cijfers verwachten we vandaag meer van hetzelfde van vrijdag. Later deze week verschuift de aandacht naar Amerikaanse inflatiecijfers en kleinhandelsverkopen.